Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde vorige week dat de VU 'een verboden onderscheid op grond van ras' heeft gemaakt door een discriminatieklacht van een student pas na zeven maanden in behandeling te nemen.
Donkere huidskleur
De student had bij een online tentamen tijdens de coronacrisis moeite om antispiekprogramma Proctorio in te komen en meende dat haar gezicht niet werd herkend vanwege haar donkere huidskleur. De VU ontkende dat dit de oorzaak was en kreeg op dit punt uiteindelijk gelijk bij het College voor de Rechten van de Mens, waar de student haar zaak aanhangig had gemaakt.
De VU kon aantonen dat de inlogproblemen van de student te wijten waren aan andere zaken, zoals een slechte internetverbinding en het dragen van een bril. Alleen de trage afhandeling van de discriminatieklacht werd de VU dus zwaar aangerekend.
Voor Mike Olsen, CEO en oprichter van Proctorio, is de uitspraak van het College reden om de samenwerkingsovereenkomst met de VU te beëindigen. 'Een zware beslissing', schrijft hij op zijn site. 'De ernst van de zaak laat ons echter geen andere keuze.' Respect voor diversiteit en inclusie staan volgens Olsen hoog in het vaandel bij Proctorio. 'We willen dat ons platform vrij blijft van elke vorm van discriminatie.'
Evalueren
De VU bevestigt dat Proctorio de dienstverlening afgelopen vrijdag per direct heeft gestaakt. 'Met de kennis van vandaag zullen wij opnieuw evalueren of, en zo ja hoe, het toetsen op afstand verantwoord kan worden ingezet', schrijft een woordvoerder. 'Daarbij speelt de toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten voor wie het niet mogelijk is om fysiek naar de campus te komen een belangrijke rol, maar ook de toetskwaliteit en het voorkomen van mogelijke negatieve effecten.'