Een heel belangrijk en mooi moment, vindt Maurice Essers, directeur van de Stichting Universiteitsfonds Twente. ‘We missen in ons archief nog het materiaal van vóór de oprichting van de UT. Het gaat om de periode 1948 tot 1962. Dat zijn 14 belangrijke jaren, waarin onze stichting de lobby is begonnen om een Technische Hogeschool in Twente te krijgen. Het was ons bekend dat het ontbrekende materiaal bij de gemeente Enschede lag en daarom hebben we een verzoek tot overdracht van het materiaal gedaan.’
Hij klopte op de juiste deur, want burgemeester Roelof Bleker is ook nog eens alumnus van de UT. Gisteren droeg Bleker het archief symbolisch over aan CvB-voorzitter Vinod Subramaniam en UFonds-voorzitter Miriam Luizink. De circa twaalf dozen over de ontstaansgeschiedenis van de Universiteit Twente worden op 17 december, de datum waarop in 1948 de oprichtingsacte van de stichting werd ondertekend, definitief overgedragen.
Bedrijfsleven
Het Twentse bedrijfsleven en de overheid stonden aan de wieg van de oprichting de UT. In 1948 begonnen ze een sterke lobby voor een Technische Hogeschool in Twente om innovatie in de industrie mogelijk te maken. Er was veel concurrentie uit Azië en India, waar arbeidskrachten heel goedkoop waren. Essers wil hier graag een kanttekening bij maken. ‘Er wordt soms beweerd dat de Universiteit Twente er is gekomen als een soort ‘goedmakertje’ voor de regio, vanwege de instortende textielindustrie. Maar dat doet geen recht. Toen de lobby in 1948 begon, was de industrie bezig aan een opmerkelijke revival na de oorlog. Het is juist de kracht van ondernemers geweest, die flink gelobbyd hebben en geld investeerden in de oprichting van een universiteit in Twente.’
(Tekst gaat verder onder de foto.)
In de eerste jaren van de UT zorgde het UFonds ervoor dat er woningen gebouwd werden voor UT-personeel, hoogleraren en onderzoekers. Het bedrijfsleven maakte dat mogelijk. ‘Ondernemers hebben destijds gezamenlijk 1,5 miljoen geïnvesteerd. Dat zou nu zo’n 10 miljoen zijn.’ Hij wil er maar mee zeggen dat het bedrijfsleven een krachtige motor was en is onder de UT. ‘De geschiedenis is niet statisch. Bedrijven werken vaak rechtstreeks samen met faculteiten en instituten. Dat geld gaat voor een groot deel naar onderzoek. Ondernemers zijn bescheiden en doen veel anonieme schenkingen. Dat vinden we weleens jammer. Maar ze zijn vaak wél zichtbaar bij schenkingen in het studentenleven. Denk bijvoorbeeld aan de Solarboot, waar banners op kunnen van de sponsoren.’
Studentenleven
Nog steeds haalt het Universiteitsfonds, onder de oproep ‘Team up for Talent’ veel geld op bij alumni en relaties via de jaarcampagne, crowdfunding en nalatenschappen. Daar is Essers best trots op. Dankzij hun bijdrage kan het UFonds tal van activiteiten en voorzieningen op de UT mogelijk maken. ‘Zo draagt de community bij aan de groei en bloei van de universitaire gemeenschap. Door studiereizen mogelijk te maken, excellente prijzen uit te reiken, maar ook door sport, cultuur- en gezelligheidsactiviteiten te faciliteren. ‘Na 75 jaar is het U-Fonds nog steeds van grote waarde. Studenten hebben mede door de steun van de community van alumni, (oud)medewerkers en relaties een bruisende campus als thuisbasis. Het is aan ons om dat in de komende jaren te blijven faciliteren.’