Een Nederlandstalig traject voor alle grote Engelstalige bachelors. Wat betekent dat voor UT-opleidingen?
‘Dat hangt van meerdere factoren af, maar feit is dat we op de UT geen heel grote opleidingen hebben, dat geldt ook voor de andere technische universiteiten. Bij grote bachelors moet je denken aan een opleiding rechten of economie, waar jaarlijks duizenden studenten instromen. Bovendien is dit een voorstel, dat betekent niet dat het ministerie en de Tweede Kamer het overnemen.'
Er wordt ook gesproken over opleidingen die weer helemaal op het Nederlands overstappen. Geldt dat ook voor de UT?
‘Nee, ik kan me geen opleiding bedenken waarbij dat iets oplevert. Psychologie wordt vaak als voorbeeld aangedragen, omdat hier veel Duitse studenten komen studeren. Daarbij wordt alleen vergeten dat we psychologie eerder in het Nederlands aanboden, maar toen kwamen Duitse studenten ook hier. Dan heeft een taalwijziging weinig invloed op de instroom. Hoe je een bachelor ook aanbiedt, bijvoorbeeld met een gedeelte Nederlands in de track, je moet op academisch Engels-niveau klaar zijn voor een master. Dus je ontkomt niet aan een gedeelte Engels in een bachelor.’
Twente Pathway College verdwijnt
In het voorstel wordt ook aangegeven dat universiteiten die een voorbereidend jaar aanbieden aan studenten daarmee stoppen. De UT biedt dat programma sinds 2019 samen aan met Twente Pathway College. Tijdens een schakeljaar krijgen pre-bachelorstudenten – voornamelijk van buiten de EER – een onderwijsprogramma aangeboden, om ze klaar te stomen voor één van de UT-bachelors. Het contract met TPC zou 31 augustus 2024 aflopen, maar werd onlangs verlengd met twee jaar tot 2026.
Alle universiteiten kennen hun eigen ideeën en problemen. Hoe is dit gedeelde voorstel tot stand gekomen?
‘We proberen recht te doen aan de verschillen per universiteit. Onderschat de huidige impact van de wervingsstop voor internationale studenten niet. Die maatregel moet problemen rond huisvesting tegengaan. We tellen hier minder aanmeldingen, maar in de Randstad ziet men nog geen effect. Terwijl het probleem vooral daar speelt.
De maatregelen moeten niet zorgen voor minder internationale studenten, maar voor een betere toegankelijkheid voor Nederlandse studenten. Het is alleen niet zo dat wij dat als college van bestuur het taalbeleid per opleiding bepalen, daar is een opleidingscommissie voor. En de Kamer heeft – tot mijn tevredenheid – net ingestemd met een sterkere medezeggenschap. Ook zij hebben hier iets van te vinden.’
De universiteiten pakken zelf de regie om de problemen op te lossen. Is dat een tactische keuze, om zo de politiek voor te blijven?
‘De minister heeft een beroep op het hoger onderwijs gedaan om de regie te pakken. Bovendien kijken we niet weg voor problemen. Tweederde van de Kamer wil Engelstalige opleidingen terugdringen. We willen wat doen, alleen wel realistisch en in ons eigen tempo. Ik merk dat Kamerleden soms denken dat wij binnen één jaar enorme wijzigingen kunnen doorvoeren. Zowel studenten als staf de Nederlandse taal leren of Nederlandse tracks aanbieden: dat is een traject van jaren. Daarom doen wij nu dit voorstel. Dat er dingen gaan veranderen, staat vast, ook op de UT. Maar het moet wel uitvoerbaar zijn.’
Wat verandert er voor masteropleidingen?
‘Er zijn partijen die het Engels ook willen terugdringen in masteropleidingen, maar dit voorstel gaat enkel om bachelors. Aan de masteropleidingen willen wij niet komen. Bij veel masteropleidingen is dat bovendien niet eens mogelijk, omdat stof, studiemateriaal of data niet in het Nederlands beschikbaar is.’
Jullie overwegen ook de invoering van een plaatsingsbeleid: als de ene universiteit geen plek heeft, dan de andere wellicht wel. Is de UT daar voorstander van?
Daar staan we inderdaad achter. Dit gaat echter meer over een andere financiering van het hoger onderwijs. Met een plaatsingsbeleid creëer je een vaste capaciteit en daardoor ook een stabiele financiering. Dat werkt veel beter dan het ene jaar een piek en het jaar erop een daling in de instroom. Wij verdienen namelijk niet aan studenten, dat misverstand lees ik regelmatig. We zijn het als instellingen eens over een nieuw financieringsmodel, maar het ministerie denkt daar anders over.’
Wat is de volgende stap?
‘Als college van bestuur gaan we in gesprek met de faculteiten en de medezeggenschap. We voerden al informeel gesprekken, maar we gaan nu concretere plannen maken. Ook moeten we het antwoord van de minister en de Kamer afwachten. Daarnaast proberen we al vooruit te denken. Mochten we op termijn op grote schaal Nederlandse les moeten aanbieden of tracks deels vernederlandsen, dan zorgt dat voor een enorme hoeveelheid werk. Daar moeten we over nadenken als universiteit.’