Tweede Kamer vreest misleiding rond ‘niveau’ van scholing

Het ‘niveau’ van onderwijs is niet hetzelfde als de ‘kwaliteit’ ervan, maar gaan mensen dat verschil snappen? De Tweede Kamer vreest verwarring en misleiding rond een officieel stempel voor het ‘niveau’ van bijscholing.

Woensdag sprak de Tweede Kamer over een wetsvoorstel voor het NLQF: het ‘Nederlands Kwalificatieraamwerk’ om het niveau van scholing te bepalen. Dit niveau kan bijvoorbeeld universitair zijn, zonder officiële keuring van de inhoud.

Het raamwerk is er al sinds 2012, maar krijgt – als de Tweede Kamer akkoord gaat – een wettelijke basis. Het idee is dat onderwijsaanbieders duidelijk kunnen maken waar ze op mikken: welk niveau heeft hun cursus eigenlijk? Ze moeten laten zien dat ze daar goed over nadenken. Maar de kwaliteit wordt niet gecontroleerd.

Astrologie

Dat gaat verwarring scheppen, vrezen verschillende partijen. Straks denken mensen nog dat ze een gedegen cursus gaan volgen, alleen maar omdat het op een bepaald niveau zou zitten volgens het NLQF.

Aant Jelle Soepboer (NSC) gaf het voorbeeld van een cursus astrologie, met onderdelen als theorie en praktijk. Hoe zou je die indelen? Hij heeft een amendement ingediend dat het ‘non-formele’ onderwijs helemaal buiten de wet houdt. Als je officiële niveaus gaat toekennen, is zijn redenering, doe dat dan alleen met formeel onderwijs, zoals volledige opleidingen in het mbo, hbo en wo.

Ook GroenLinks-PvdA is sceptisch over het wetsvoorstel. Cursussen en bijscholing zijn prima, zei Kamerlid Mikal Tseggai, alleen staat het non-formele onderwijs niet onder toezicht van de overheid, 'en die indruk wordt met dit kwalificatieraamwerk nu wel gewekt'.

Techniek, bouw, zorg

Maar niet iedereen deelde die kritiek. De PVV steunt de wet en ook VVD-Kamerlid Daan de Kort ('Wat ons betreft had dit wetsvoorstel een hamerstuk kunnen zijn') wil het non-formele onderwijs graag erbij houden. Het voorbeeld over astrologie leek hem niet zo relevant voor de arbeidsmarkt. Je kunt ook bijscholen in de techniek, de bouw of de zorg. Daar is dit wetsvoorstel voor bedoeld.

En hoe zit het dan met misleiding en verwarring? Die moeten we inderdaad zien te voorkomen, erkent De Kort. Maar het kan volgens hem weinig kwaad om opleidingen in te schalen, zoals nu in de praktijk al gebeurt.

Technische stap

Ook Onderwijsminister Mariëlle Paul erkende dat het wetsvoorstel niet over een kwaliteitskeurmerk voor opleidingen en cursussen gaat. Het NLQF geeft alleen 'inzicht in het niveau van de leeruitkomsten', legde ze uit. Het zou gaan om een 'relatief kleine technische stap, die tegelijkertijd broodnodig is' voor een leven lang leren. Mogelijke verwarring wil de minister bestrijden met een 'ongoing communicatiecampagne'.

Dat de verwarring op de loer ligt, is niet vreemd, want kwaliteit speelt wel een rol in het NLQF. Want opleiders moeten voor een NLQF-indeling aan allerlei eisen voldoen, bijvoorbeeld bepaalde ‘werkprocessen’ rond examinering. In een voorlichtingsfilmpje wordt dat als voordeel voor opleiders afgeschilderd: 'In de wirwar van diploma’s in de private markt laat je zien dat je gaat voor niveau én kwaliteit.'

Ook minister Paul legde dit woensdag aan de Kamer uit. Voor een NLQF-inschalingsbesluit moet de aanbieder van een cursus onder andere aantonen 'dat er sprake is van onafhankelijke examinering, en dat de kwaliteitsborging van de eigen organisatie op orde is'.

Ontraden

Ze is tegen het NSC-amendement om het non-formele onderwijs erbuiten te laten. Paul: 'Ik moet zeggen: het is een worsteling. Ik heb de zorgen van de Kamer natuurlijk gehoord en toch moet ik dit amendement ontraden, want dit amendement haalt de kern uit het wetsvoorstel.'

Van formeel onderwijs (zoals hele opleidingen in het mbo, hbo en wo) weten mensen toch wel wat ze kunnen verwachten. Het inschalen van scholing is juist bedoeld om meer inzicht te krijgen in wat je kunt leren in een bepaalde cursus.

Jan Paternotte (D66) bleef sceptisch. Met een beetje googelen had hij naar eigen zeggen binnen vijf minuten overtredingen gezien van onderwijsaanbieders NCOI, LOI en NTI, die zichzelf bijvoorbeeld universiteit noemen of niet-geaccrediteerde hbo-programma’s aanbieden. Hij vreest voor 'diplomaverwarring' en wil dat daar strenger tegen opgetreden wordt.

Sinds 2012

De VVD snapte de weerstand tegen het wetsvoorstel niet. 'We werken al twaalf jaar met dat referentiekader voor inschaling', stipte De Kort aan. 'Dat doen we voor het formele onderwijs, maar ook voor het non-formele onderwijs.' Kennelijk gaat dat goed, was zijn conclusie, dus welk probleem wil NSC nu oplossen door het non-formele onderwijs uit te sluiten?

Soepboer keek er anders tegenaan: 'Voor Nieuw Sociaal Contract is kwaliteit van onderwijs het uitgangspunt, en dus niet de kwalificatie van onderwijs. Het lijkt vandaag andersom te zijn. Dat vind ik jammer.'

Ook de minister dacht dat het wetsvoorstel iets zou veranderen, maar dan wel ten goede. Het gaat voor overzicht zorgen, is haar overtuiging. 'Daarmee kan uiteindelijk iedereen een keuze maken voor de opleiding die het beste past bij zijn of haar behoefte.' Ook andere Europese landen werken met zo’n raamwerk of gaan dat doen, zegt ze.

Mocht het NSC-amendement worden aangenomen, gaat ze het misschien niet in de Eerste Kamer verdedigen. Dan trekt ze het wetsvoorstel, waar al jaren aan gewerkt wordt, misschien alsnog terug.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.