In maart constateerde de Onderwijsinspectie bij de TU Delft problemen met de sociale veiligheid. Zij kwam met het zwaarst mogelijke oordeel: er is sprake van ‘wanbeheer’ door het bestuur van de TU.
Het bestuur reageerde als door een wesp gestoken en dreigde met een rechtszaak tegen de inspectie. Na protest van de eigen medewerkers werd dreigement weer ingetrokken.
Tijd verloren
De inspectie is de eerste reactie van het bestuur echter niet vergeten. Door dit verzet ‘ontstond de indruk dat u de problemen bij de TU Delft ontkende’, schrijft de inspectie in een brief aan de TU. Daardoor is ‘kostbare tijd en draagvlak verloren gegaan’.
Deze brief, waar universiteitsblad Delta inzage in kreeg, is een reactie op het verbeterplan van de universiteit. De inspectie beoordeelt dat plan met een onvoldoende. Het bevat te weinig concrete voornemens. De Onderwijsinspectie wil van de TU een verbeterd plan krijgen en onderzoekt begin volgend jaar of de universiteit genoeg vooruitgang boekt.
Gaat het college van bestuur dat lukken? De inspecteurs denken klaarblijkelijk van niet. Ze hebben ‘weinig vertrouwen’ dat het wanbeheer ‘door u kan en zal worden hersteld’, schrijven ze aan het bestuur.
Zelfreflectie
De Onderwijsinspectie is ook kritisch over de raad van toezicht van de universiteit en heeft ‘twijfels over de onafhankelijkheid en voldoende kritische positie van de raad van ten opzichte van het college van bestuur’.
De nieuwe minister van Onderwijs, Eppo Bruins, meldt de zorgen van de inspectie aan de Tweede Kamer. Doordat de inspectie ‘wanbeheer’ heeft vastgesteld, kan hij ingrijpen, schrijft hij meermaals, maar hij wil eerst in gesprek met de raad van toezicht, die van hem ‘zelfreflectie’ moet tonen. Zijn voorganger, Robbert Dijkgraaf, voer dezelfde koers.
Het college van bestuur noemt de kritiek ‘pijnlijk en teleurstellend, maar ook begrijpelijk en iets dat wij ons persoonlijk aanrekenen’. De bestuurders beloven zo snel mogelijk met een beter plan te komen.