Beetje herrie, geen bezettingen: weinig protesten bij opening nieuwe studiejaar

Hier en daar klonken er pro-Palestijnse geluiden bij de opening van het nieuwe studiejaar, maar er waren geen rellen of bezettingen. Bestuurders spraken verzoenende woorden.

Een actie van demonstraten op de dies natalis van de UT in mei 2024.

De studentenprotesten van vorig jaar tegen samenwerking met Israël staan in het geheugen gegrift. Er waren bezettingen en verwoestingen. Bestuurders schakelden soms de politie in om de gebouwen te ontruimen.

Maar in de zomer was het rustig en bij de start van het nieuwe studiejaar was er ook weinig tumult, ook al is de situatie in Gaza nog altijd even afschuwelijk. Er waren enkele protestborden, bijvoorbeeld bij de ‘Alternatieve opening’ van het studiejaar in Utrecht. In Groningen maakten demonstranten herrie, waardoor de feestelijkheden kort werden verstoord. In Enschede was UT-alumnus Jos Benschop enkele minuten bezig met zijn keynote, toen hij werd onderbroken door twee demonstranten, maar dat duurde slechts een minuut. Heviger werd het niet. 

Update: Vrijdagmiddag, enkele dagen na de opening van het nieuwe studiejaar, zijn in Amsterdam zo’n duizend demonstranten naar een campus van de Universiteit van Amsterdam gegaan. Het bestuur wil ‘niet gelijk bij de eerste tentjes’ ingrijpen, schrijft universiteitsblad Folia.

'Groot en terecht'

Verschillende universiteitsbestuurders blikten terug op de protesten. Ze hadden er alle begrip voor, maar veroordeelden de vernielingen op de campus en onderstreepten dat je aan de universiteit altijd met elkaar in gesprek moet kunnen gaan.

Aan de Universiteit van Amsterdam braken vorig jaar de hevigste rellen uit. Maandag zei voorzitter Edith Hooge: 'Hoe groot en terecht de woede en frustratie over de situatie in het Midden-Oosten ook is, we hebben de opdracht om onze universitaire gemeenschap te beschermen en rekening te houden met ieders gevoelens, situatie en perspectief. Intimidatie, vernielingen en geweld kennen daarin geen plek.'

De Utrechtse collegevoorzitter Anton Pijpers schetste de dilemma’s waar het bestuur mee worstelde. Bij de bezetting werden nooduitgangen geblokkeerd met bezemstelen, kettingen, tafels en stoelen, vertelde hij. 'Ik moet er niet aan denken dat één van de demonstrerende studenten of medewerkers onwel was geworden. Of brand was uitgebroken. Dan was het voor de hulpdiensten moeilijk geweest om snel hulp te bieden.' Daarom was ontruiming niet te vermijden, meent hij. 'Als we de veiligheid niet meer garanderen, dan houdt het op.'

Hij stak ook de hand in eigen boezem: 'Misschien hebben we dingen niet goed gedaan. Hebben we bijvoorbeeld onderschat hoe groot de behoefte was om onze gesprekken over en afwegingen rondom dit onderwerp, zichtbaar te maken.'

Verder

Hoe verder? Pijpers hoort 'welke gevoelens van onveiligheid het beëindigen van de bezettingen, hebben veroorzaakt', zegt hij. Maar er zijn ook medewerkers en studenten 'met Joodse en/of Israëlische roots die niet meer naar onze universiteit durven komen omdat zij zich onveilig voelen door incidenten'. Dus wil hij de komende tijd doorpraten over demonstratierecht en veiligheid aan de universiteit.

In Nijmegen plaatste rector José Sanders de studentenprotesten in historisch perspectief. 'Studenten van alle tijden en overal zijn intelligente en gewetensvolle mensen van de toekomst, die bezig zijn te bepalen hoe zij deel willen uitmaken van de samenleving en welk perspectief zij op de werkelijkheid hebben. Dat is kostbaar.' Protesteren is een grondrecht, zei ze, 'en al vinden anderen dat soms lastig, het blijft een groot goed, ook – en juist – aan de universiteit.'

Banden verbreken

De demonstranten willen nog steeds dat universiteiten hun banden met Israëlische instellingen verbreken. Universiteiten willen dat niet zomaar doen, schreven ze voor de zomervakantie in een gezamenlijke ingezonden brief. Ze laten de samenwerkingen liever stuk voor stuk door een commissie beoordelen. Hoe staat het daarmee?

In Nijmegen gaat dat nog niet van harte. De commissie zou deze zomer van start gaan, maar dat is niet gelukt. In Rotterdam is wel een eerste advies binnen: de commissie daar wil voorlopig even geen nieuwe samenwerkingen met universiteiten uit Israël of Palestina.

De Rotterdamse commissie heeft ook de criteria voor samenwerkingsverbanden op een rijtje gezet. Mensenrechten, kennisveiligheid, ethische afwegingen, de reputatie van de universiteit: het speelt allemaal mee. Ook een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof zou een argument kunnen zijn, zegt de commissie. Aan de andere kant hecht zij belang aan ‘zachte’ diplomatie: het verspreiden van de cultuur en waarden van de Erasmus Universiteit in wereldwijde samenwerkingen.

In juli oordeelde het Internationaal Gerechtshof dat de bezetting van Palestijnse gebieden door Israël illegaal is. Of dat in bepaalde gevallen doorslaggevend is, moet dus nog blijken. De Rotterdamse commissie beoordeelt de komende tijd alle samenwerkingsverbanden met Israëlische instellingen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.