Poortwachter hoger onderwijs wil geen breekijzer voor bezuinigingen zijn

Moet deze opleiding echt in het Engels? De komst van een taaltoets valt nog wel te begrijpen, vindt Paul Rullmann, vertrekkend voorzitter van de commissie die er straks over gaat. ‘Maar niet in de context van een reeks bezuinigingen.’

Photo by: Laurens Kuipers

Duizenden studenten, docenten en onderzoekers demonstreerden afgelopen najaar op het Haagse Malieveld tegen de bezuinigingen op onderwijs en onderzoek. In de menigte stond ook de ‘poortwachter’ van het hoger onderwijs: Paul Rullmann.

Opvallend, want Rullmann – of zijn opvolger – moet straks een deel van het omstreden kabinetsbeleid uitvoeren: de taaltoets voor bacheloropleidingen. Met name de universiteiten moeten weer vaker in het Nederlands lesgeven, vindt de regering.

Nog altijd 168 miljoen

Dat zou 293 miljoen euro besparen, omdat er dan minder buitenlandse studenten hierheen komen. Na een deal met  enkele oppositiepartijen is daar nog 168 miljoen euro van overgebleven.

Rullmann (foto rechts), voormalig bestuurder van de TU Delft, is nu negen jaar voorzitter van de zogeheten Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO). Nieuwe opleidingen moeten eerst goedkeuring krijgen van deze commissie, anders krijgen ze geen bekostiging.

Toen er een toets op de onderwijstaal van opleidingen moest komen, klopte de vorige minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf van D66, bij Rullmann en zijn commissie aan: kunnen jullie die toets doen?

Wat is de CDHO?

De CDHO bestaat vijftien jaar en beoordeelt onder meer plannen voor nieuwe opleidingen: zijn ze relevant, heeft de arbeidsmarkt er behoefte aan en zitten de onderwijsinstellingen niet te veel in elkaars vaarwater? Ongeveer 70 procent van de aanvragen wordt goedgekeurd.

De commissie is opgericht om de ‘wildgroei’ aan opleidingen te beteugelen. Universiteiten en hogescholen bedachten begin deze eeuw veel hip klinkende opleidingen, die vooral bedoeld waren om zoveel mogelijk studenten te trekken. “Het gevaar van een wildgroei aan opleidingen dreigt nog steeds”, zegt voorzitter Paul Rullmann. 'Want de instellingen krijgen geld per student.'

Het systeem werkt ook niet vlekkeloos, zegt Rullmann. 'Soms zijn er opleidingen waarvan je denkt: moeten we dat willen met zijn allen? Dan is bijvoorbeeld ‘sustainability’ in de mode en dan krijg je nieuwe opleidingen als ‘sustainable gaming’ – ik verzin maar iets. Maar na een tijdje zit duurzaamheid gewoon in alle opleidingen en is het niet meer zo bijzonder.'

Ook gaat de commissie niet over de omvang van opleidingen. 'Er kunnen tien of honderd studenten op afkomen; daar kijken we niet naar. Wij kijken naar de ruimte op de arbeidsmarkt, de maatschappelijke relevantie en het verschil met het bestaande aanbod.'

Anderstalige bacheloropleidingen – in de praktijk bijna allemaal Engelstalig – moeten straks uitleggen waarom ze niet in het Nederlands lesgeven. Lukt dat niet, dan moeten ze binnen een paar jaar op het Nederlands overstappen. Dit geldt overigens ook voor de tweejarige associate degrees in het hbo. Het nieuwe kabinet heeft dit idee overgenomen, met één belangrijk verschil: er is een bezuiniging op internationale studenten aan gekoppeld. Het maakt deel uit van een reeks kortingen op onderwijs en onderzoek die aanvankelijk opliepen tot twee miljard euro.

‘Die stapeling van bezuinigingen schept een ander klimaat’, zegt Rullmann, “en daarom stond ik op het Malieveld.” De bezuinigingen zijn inmiddels afgezwakt, maar het gaat nog altijd om 1,25 miljard euro, waarvan een groot deel neerslaat in het hoger onderwijs en onderzoek.

Enorme onzekerheid

‘Juist die bezuinigingen leggen een enorme druk op instellingen om hun anderstalige opleidingen overeind te houden’, zegt Rullmann. ‘Het zijn vaak grote opleidingen, de spil binnen een faculteit. Die verzamelen nu allemaal argumenten in de hoop dat wij straks zeggen: dit klinkt logisch, dit past binnen de criteria. Maar het blijft afwachten. Het schept enorme onzekerheid en heeft grote consequenties.’

Die consequenties zie je nu al, meent hij. ‘De huidige internationale studenten vragen zich af of ze hier wel kunnen blijven, dus die zeggen tegen hun vrienden: kom maar niet naar Nederland. Dat raakt je reputatie als kennisland. Over zulke dingen maak ik me buitengewoon veel zorgen. De commissie moet het beleid netjes uitvoeren, maar als je het mij vraagt, dan zeg ik: dit moet je niet doen.’

Opstappen of niet? ‘Alles was nog onzeker’

De CDHO dreigt van een neutrale scheidsrechter in een vooruitgeschoven post van de bezuinigingen te veranderen. Dat zal veel wrevel wekken, voorspelt Rullmann, ook omdat de taaltoets veel geld gaat kosten. ‘Straks moeten die opleidingen bijvoorbeeld uitzoeken of hun Engelstalig onderwijs relevant is voor de arbeidsmarkt. Ze willen dat stevig onderbouwen, dus dan huren ze een duur bureautje in – terwijl ze toch al moeten bezuinigen.’

Hadden ze de opdracht niet moeten teruggeven? Rullmann: ‘Wij kregen van toenmalig minister Dijkgraaf de vraag of zo’n taaltoets mogelijk was. We voerden er goede gesprekken over. We kregen echt de indruk dat er zorgvuldig en genuanceerd werd nagedacht over de vraag hoe we de internationalisering in het hoger onderwijs beter in balans konden brengen. Ons antwoord was uiteindelijk: zo’n taaltoets kunnen we uitvoeren, als de criteria scherp genoeg zijn. Want als het te vaag is, dan krijg je bij elke negatieve beslissing bezwaarprocedures en dat wil je niet hebben.’

Opstappen?

Maar het huidige kabinet maakt de criteria strenger, en boekt de bezuiniging vooraf al in. Vooral dat laatste kan eigenlijk niet, vindt Rullmann. ‘Bezuinigingen kunnen niet het doel zijn van zo’n toets, hooguit een gevolg.’

Rullmann overwoog op te stappen, maar doet het niet. ‘Ik heb er wakker van gelegen, maar alles was nog onzeker. Er zou een deal komen met de oppositie, we wisten niet wat daar uit zou rollen. Nu komt er dus een uitzondering voor bepaalde regio’s; we weten nog niet wat dat gaat betekenen. Alles is in beweging en over twee maanden loopt mijn termijn al af. Het heeft weinig zin om op het laatste moment met slaande deuren te vertrekken. Zulke ophef helpt niet.’

Behalve die uitzondering voor de regio zijn er nog meer open vragen. ‘Stel dat je aan tien universiteiten ongeveer dezelfde Engelstalige opleiding hebt en alle tien geven ze dezelfde solide onderbouwing voor hun onderwijstaal. Is de uitkomst dan dat ze alle tien Engelstalig blijven? Moeten er twee Nederlandstalig worden, of acht? En zo ja, welke dan? Wij geven alleen maar advies; de minister moet in zulke gevallen de afweging maken.’

Zo’n afweging is iets minder lastig bij nieuwe opleidingen. Rullmann: ‘Dan zijn er nog geen studenten en medewerkers, niemand heeft nog belangen. Er ligt dan alleen een plan, dat we vooraf kunnen toetsen. Maar bij bestaande opleidingen ligt het anders.’

Zo helder mogelijk

Mochten opleidingen inderdaad moeten overschakelen op het Nederlands, dan krijgen ze daar enkele jaren de tijd voor. In die jaren kan er van alles gebeuren. Misschien zit er dan wel een nieuw kabinet dat een andere koers vaart.

Het enige wat de CDHO kan doen, meent Rullmann, is zo helder mogelijk zijn over de verwachtingen en afwegingen. ‘In de beginjaren was de CDHO een beetje een ivoren toren. Je gooide een enveloppe met je plan voor een nieuwe opleiding in de brievenbus en dan kreeg je uiteindelijk een plus of een min. Nu is dat anders. We hebben bijvoorbeeld een wekelijks spreekuur voor iedereen die vragen heeft. We overleggen regelmatig met universiteiten en hogescholen voordat ze een aanvraag indienen. We zeggen niet: schrijf dit op en dan keuren we het goed. Maar we zeggen wel: kijk eens, hier moet je op letten. Dat zal in het geval van anderstaligheid ook zo gaan. We willen een open bureau zijn.’

‘De bezuinigingen zijn overkill’

Soms hoor je wel gesputter over de CDHO, weet Rullmann ook. ‘Dan vinden ze het allemaal bureaucratisch en administratief geleuter. Met zelfregie komen we ook een eind, zeggen ze dan. Maar uiteindelijk zien de instellingen heus wel dat het een nuttig element is in de marktverdeling. Bij een voetbalwedstrijd kun je schelden op de scheidsrechter, maar iedereen snapt wel dat je hem nodig hebt.’

Hij vreest dat dit gaat veranderen met de taaltoets voor bestaande opleidingen. Zijn commissie was er nooit om te bezuinigingen, maar straks wordt ze daar wel voor gebruikt. Rullmann: ‘Ik vind het totaal aan bezuinigingen op onderwijs en onderzoek, waar de beperking van anderstaligheid deel van uitmaakt, overkill. Het heeft schadelijke effecten die we nu al zien en die alleen maar erger zullen worden.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.