UT-studente maakt cursus Twentse poëzie voor havo/vwo

| Martin ter Denge

Educational Science & Technology-masterstudente Sanne Huizing is gangs met ne viefdelige lesrieg Twentse dichteriej veur havo’ers en vwo’ers. Et is eer afstudeerweark. ‘Niks lewer as lesmateriaal oetdeanken.’

Photo by: Frans Nikkels

Oftewel, masterstudent Educational Science & Technology Sanne Huizing werkt voor haar afstuderen aan een vijfdelige lessenserie Twentse poëzie voor havo’ers en vwo’ers. ‘Ik geniet van het ontwerpen van lesmateriaal.’

De reacties op haar plannen zijn louter positief. ‘Iedereen die ik erover vertel, reageert enthousiast. Van mijn kapper tot vrienden in Utrecht die het ook wel willen leren. Vanuit de Twentse taalhoek is er ook alvast heel veel dankbaarheid,’ weet Huizing, maar ze tempert de verwachtingen meteen. ‘Ik zit nog in de verkennende fase. Het is nog maar de vraag of het gaat lukken.’

Keuzes

Want waar begin je? Wat kun je nu helemaal bereiken in vijf lessen? In welke werkvormen? ‘Je kunt niet alles ineens. Mijn begeleider zei dat ik klein moet beginnen,’ vertelt Huizing. Dan is er nog het feit dat Twents overal net weer een beetje anders is. ‘Een bekende Tukker, waarvan ik de naam nog niet mag bekendmaken, maakt instructiefilmpjes in zijn eigen dialect voor mij, over basisprincipes van het Twents. Een goed uitgangspunt, maar ik wil leerlingen wel graag meegeven dat Twents of zelfs Nedersaksisch meer omvat dan dat.’

Vooroordelen wegnemen

Belangrijk voor Huizing is het wegnemen van schaamte. ‘Sommige leerlingen hebben best wat vooroordelen over het Twents. Die kun je wegnemen met mooie poëzie, door er überhaupt op school over te praten, maar ook met extra informatie over de geschiedenis en culturele achtergrond van de taal zelf. Ik moet dus kiezen.’

‘Twents is niet alleen een taal van boeren’

Een ander lastig punt is voorbeeldmateriaal. Er is de afgelopen decennia veel in het Twents gedicht, maar niet altijd even toegankelijk geschreven of makkelijk digitaal te vinden. ‘Ik zoek gedichten die niet te zwaar zijn of die niet alleen maar over het boerenleven van vroeger gaan. Ik vind het belangrijk dat ze Twents in een bredere setting zien, niet alleen als taal van boeren.’

Rap of spoken word

Ze heeft het Twickel College in Hengelo al bereid gevonden om een pilot te proberen. ‘Ook met leerlingen zelf wil ik nog gesprekken voeren om te peilen wat zij belangrijk vinden.’

Potentieel probleem: Om Twents te kunnen dichten, moet je wel eerst Twents kunnen spreken. Daarover maakt Huizing zich geen zorgen. Volgens haar contactpersoon op het Twickel College zijn er genoeg leerlingen die het wel een beetje kunnen of er bekend mee zijn. ‘Het grootste punt is nog om ze warm te krijgen voor poëzie,’ beschrijft ze. Dat is onder leerlingen geen stoer onderwerp. ‘Maar ze mogen het van mij ook in een rap of als spoken word doen.’

Langzaam wennen

Ook voor degenen die er nog niet zo vertrouwd mee zijn heeft ze een oplossing. Ze denkt erover om leerlingen eerst een favoriet woord te laten kiezen, daar dan een rijmwoord bij te laten zoeken en dan vanuit het Nederlands steeds meer Twents in te voeren. ‘Ze hoeven niet ineens lyrische sonnetten te schrijven. Kleinere, toegankelijkere vormen als limericks en elfjes zijn al heel wat.’

Als onderdeel van de pilot heeft ze dezelfde bekende spreker van het Twents bereid gevonden om leerlingen te helpen met hun dichtwerk. Uiteindelijk hoopt ze dat de leerlingen hun creaties durven voordragen op een centraal moment aan het einde van de cursus. ‘Ik speel met het idee om hun werk als bundel uit te geven, maar het moet maar net allemaal financieel mogelijk zijn.’

Niet te kritisch

Deze zomer hoopt de Bornse af te studeren. Nee, ze spreekt zelf geen Twents. Ze had het graag gewild, maar is het zoveelste kind van ouders die zelf zijn opgevoed met het idee dat het niet belangrijk genoeg was. Alhoewel ze zich er in een mailwisseling prima mee redt. ‘Op papier wel ja. Misschien ben ik te kritisch op mezelf, ook een punt voor in de lessenserie,’ klinkt het bedachtzaam.

Over het Twents

Twents is een dialect van het Nedersaksisch, een in Nederland en Duitsland erkende taal met in totaal zo’n 6 miljoen sprekers. Het wordt in Nederland gesproken in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland. Ongeveer 62% van de inwoners van Twente spreekt het dagelijks.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.