‘Bezuinigingen van de baan? Ik acht het niet onmogelijk’

| Rense Kuipers

Caspar van den Berg, voorzitter van universiteitenkoepel UNL, gaat er niet vanuit dat de onderwijsbezuinigingen in de Eerste Kamer zonder slag of stoot aangenomen worden. Hij schijnt zijn licht op de bezuinigingen, de uitspraken van een UT-hoogleraar en de internationaliseringswet. ‘Je verwacht in Twente juist ondersteuning, geen verschraling.’

Photo by: pdfgrafie

U wilde graag in dit interview reageren op de uitspraken van UT-hoogleraar Barend van der Meulen, over het PwC-rapport over de onderfinanciering van universiteiten. Waarom?

‘Ik moet zeggen dat ik me goed kon vinden in de check van het Hoger Onderwijs Persbureau. En ik moet na een gesprek met Barend ook concluderen dat de soep niet zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend. We kunnen elkaar op een aantal punten wel vinden. Wat ik vooral wil bestrijden is de uitspraak dat de analyse van de onderbekosting van het wetenschappelijk onderwijs zou ontbreken in het PwC-rapport. Vriend en vijand beschouwt de conclusies als zeer gedegen en cijfermatig onderbouwd en er heeft een begeleidingscommissies van experts heel kritisch meegekeken. Het onderzoek is dan ook zeer gedegen en de uitkomsten worden niet betwist.’

Van der Meulen pareerde dat onderzoeksfinanciering niet per definitie mee hoeft te stijgen met studentenaantallen…

‘Zo kun je het redeneren als je de politieke en maatschappelijke ambities volledig buiten beschouwing laat. Maar die ambities waren juist inherent aan dit rapport, dat onderwijs en onderzoek met elkaar verweven zijn en logischerwijs met elkaar meegroeien. Vanwege die verwevenheid kun je eigenlijk niet anders concluderen dan dat de rekensom klopt.’

De kern van Van der Meulens pleidooi is dat universiteiten minder geoormerkt geld en meer autonomie moeten krijgen. Kunt u zich daarin vinden?

‘Op dit punt ben ik het roerend met hem eens. De overheid heeft stelselverantwoordelijkheid over de onderwijssector, dat gaat gepaard met een zeker respect naar de autonomie van de instellingen zelf. Ik kijk trouwens wel anders naar de sectorplannen, die Barend een vergiftigd geschenk noemt. Je moet niet alleen financieel kijken naar die sectorplannen, ze kwamen ook met de inhoudelijke ontwikkeling van onderwijs en onderzoek en de profilering en onderlinge afstemming door universiteiten. Juist nu de decennia aan groei van universiteiten achter de rug liggen, moet er meer onderling worden afgestemd. Daar zijn heel goede resultaten in geboekt. Het kindje met het badwater weggooien gaat me te ver. Maar de vuistregel die Barend noemt is wel waar: hoe groter het aandeel van de rijksbekostiging is dat instellingen naar eigen inzicht kunnen besteden, hoe beter dat is voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek.’

We zitten nu middenin een estafettestaking, Enschede is morgen aan de beurt. Hoe kijkt u naar die ontwikkelingen?

‘Er is een ongelooflijk veel verzet gaande tegen de bezuinigingen. Dat was al ingezet na het regeerakkoord en de presentatie van de miljoenennota. Op 25 november stonden 25 duizend studenten, medewerkers en bestuurders zij aan zij op het Malieveld. Dat heeft absoluut effect gehad, maar van de oorspronkelijk geplande 2 miljard euro aan bezuinigingen staat nog steeds een schadelijke 1,2 miljard, met name ten koste van onderzoek en wetenschap. Dat is de grote verliezer van de deal die in de Tweede Kamer gemaakt is. Deze estafettestaking trekt nu het hele land door, brengt in elke stad duizenden mensen op de been. Dat is een krachtige ontwikkeling.’

'Gezien alle kritiek wordt het bijzonder zwaar om tot een ja-stemming te komen, durf ik te voorspellen'

Morgen staat niet alleen de estafettestaking in Enschede op het programma. De begroting van het ministerie van OCW wordt behandeld in de Eerste Kamer. Ook gezien uw verleden als senator, is er enige kans dat de Eerste Kamer de bezuinigingsplannen van tafel veegt?

‘Ik acht het zeker niet onmogelijk. Wat me in die overtuiging sterkt is dat er onlangs een deskundigenbijeenkomst was. Ook waren er al drie schriftelijke vragenrondes, met bijzonder kritische vragen – zelfs vanuit oppositiepartijen die een deal hebben gesloten. We zijn morgen ook aanwezig met een delegatie van bestuurders, burgemeesters, ceo’s en economic boards. Allen met de boodschap: doe het niet! De senatoren zijn aan zet en kunnen dit nog tegenhouden.’

Tegelijkertijd, de deal is afgelopen december al gemaakt en enkele partijen hebben al toegezegd dat ze de plannen gaan goedkeuren

‘Een senator is gelukkig niet gebonden aan het partijstandpunt in de Tweede Kamer. Gezien alle kritiek wordt het bijzonder zwaar om tot een ja-stemming te komen, durf ik te voorspellen. Wat daarbij meespeelt is dat de wereld zowel geopolitiek als economisch is veranderd sinds december. Nederland wil haar strategische autonomie vergroten en investeren in veiligheid, veerkracht en welvaart. Dan moet je niet snijden in innovatie en kennis. Dat is namelijk onze voornaamste grondstof in dit land. Dus ik kan me goed voorstellen, gezien de veranderde tijden, dat partijen denken: wat is nú het beste voor Nederland?’

'Je verwacht van deze regering juist ondersteuning in plaats van verpietering. Twente is hier helaas een voorbeeld van'

Terwijl dit allemaal speelt, zijn onder andere op de UT al ontslagen aangekondigd. Hoe kijkt u naar die ontwikkeling?

‘Het ontslaan van personeel is voor een universiteit de pijnlijkste maatregel, eentje die je alleen neemt als andere maatregelen niet toereikend blijken. De UT is niet de enige, zulke reorganisaties vinden ook al plaats aan de Open Universiteit in Heerlen en aan University College Roosevelt in Middelburg. Dit zijn precies de krimp- en grensregio’s waarvan het kabinet zei ze te willen beschermen. Het gaat ook om gebieden waar jongeren vertrekken en waar het aanbod verschraalt. Dan verwacht je juist ondersteuning in plaats van verpietering. Twente is hier helaas een voorbeeld van. We weten van meer universiteiten dat ontslagen onvermijdelijk gaan zijn. Het is dus zaak van deze regering om dat te voorkomen, niet om een extra slinger te geven aan de spiraal van verschraling.’

Ondertussen komt ook nog de Wet Internationalisering in Balans eraan, die vooralsnog tot veel onzekerheid leidt bij universiteiten. Wat is uw verwachting daarvan?

‘De onrust merken we absoluut, vooral met het oog op de toets anderstalig onderwijs met strenge criteria. Die toets moet absoluut van tafel. We zijn niet blind en doof voor de zorgen en knelpunten rondom internationalisering, maar we zeggen ook: ga die niet met de botte bijl te lijf. De wetgeving moet nog naar de Tweede Kamer ter behandeling, maar de knelpunten moet je wat ons betreft niet aanpakken met wetgeving, maar met onderlinge afspraken. We hebben daarom ook zelf een regievoorstel gedaan hierover.’

Want als ik u goed begrijp, hebben we internationaal talent hard nodig?

‘Precies, met name als het gaat om onze strategische autonomie en de eerdergenoemde veiligheid, welvaart en weerbaarheid van dit land staan we te springen om internationaal talent. Terwijl Nederland dat wil inperken, zetten landen om ons heen des te meer in op de strijd om talent. Je begint je haast af te vragen: zijn zij nu zo slim, of wij nu zo dom?’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.