Demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra was aangenaam verrast door het onderzoek van het Centraal Planbureau over de kosten en baten van buitenlandse studenten in Nederland, zei hij vandaag in een overleg met de Tweede Kamer.
Het CPB heeft uitgerekend dat deze studenten de Nederlandse staat zo’n 740 miljoen euro per jaar opleveren als één op de vijf na afloop van de studie hier nog een paar jaar blijft werken. Zelfs als minder dan drie procent dat doet, speelt Nederland nog quitte.
Er komen meer buitenlandse studenten hierheen dan er Nederlandse studenten naar het buitenland gaan. Tot voor kort maakten de Tweede Kamer en het kabinet zich zorgen over deze ‘onbalans’, maar Zijlstra kwam daar nu van terug. 'Ik stel me in Europa tegenwoordig iets neutraler op. We kunnen andere EU-landen niet vragen: wilt u betalen voor studenten die ons economisch voordeel opleveren? Dat is een moeilijk verhaal.'
Duitse studenten
Met die ‘andere landen’ doelde hij vooral op Duitsland, waar het leeuwendeel van de buitenlandse studenten vandaan komt. Duitsland was overigens toch al niet bereid om voor zijn eigen studenten te betalen als ze in Nederland komen studeren. Dat hoeft volgens de EU-regels namelijk niet. Wel wilde Duitsland er in Europees verband over praten.
Vrijwel alle partijen in de Tweede Kamer reageerden verheugd op het CPB-rapport, behalve de PVV. Die vond het rapport te vaag en onwetenschappelijk. Het ging slechts om inschattingen, meende kamerlid Harm Beertema. “Het lijkt erop dat de D66-activisten zelfs zijn doorgedrongen tot de top van het CPB, en wie weet is dat ook zo.” D66-kamerlid Boris van der Ham liet zich niet provoceren en zei alleen dat onderzoek nu eenmaal niet altijd je eigen ideologie ondersteunt.
Toch wil de overheid kritisch blijven op internationalisering in het hoger onderwijs. Het is niet de bedoeling dat er in Nederland Duitstalige opleidingen zijn voor Duitsers die meteen daarna op de Duitse arbeidsmarkt aan de slag gaan. Daar wil Zijlstra een einde aan maken en volgens hem snappen de betrokken hbo-instellingen dat ook.
Ook zouden buitenlandse studenten moeten weten dat ze in Nederland kunnen blijven werken. Zijlstra vertelde dit in Maastricht aan enkele buitenlandse studenten en die reageerden verbaasd. Ze wisten het niet.
Aan de voorlichting kan dus wel iets verbeteren, concludeert Zijlstra. Hij gaat onder meer de website van de Dienst Uitvoering Onderwijs in het Engels laten vertalen. Verder spoort hij instellingen aan om ook buitenlandse afgestudeerden in hun alumnibeleid te betrekken.
HOP, Bas Belleman