Ik wil iets experimenteels aerodynamisch zei Nico Nijenhuis tegen zijn afstudeerbegeleider van de mastertrack stromingsleer bij Werktuigbouwkunde. Dan heb ik wel iets voor je, diende deze van repliek en pakte vervolgens een showmodel van een roofvogel van de plank. Sindsdien is Nijenhuis fulltime bezig met robotvogels, nagebouwde roofvogels. Niet alleen met het onderzoek ernaar, maar ook met het op de markt zetten van het product.
Een nagebootste roofvogel die op afstand te bedienen is, is volgens Nijenhuis de oplossing voor vogeloverlast op bijvoorbeeld vliegvelden en in de landbouw. De zogeheten Robird, robotvogel, is een uitvinding van Robert Musters. ‘Een valkenier en van huis uit werktuigbouwkundige’, vertelt Nijenhuis. ‘Hij is gefascineerd in de slagvlucht van vogels en wist deze, puur op gevoel, na te bootsen. Zijn uitvinding is uniek in de wereld. Het gewicht, het uiterlijk en het tempo van de Robird komen overeen met een echte vogel.’
Slagvlucht
Volgens de student is het hartstikke complex om de slagvlucht na te bootsen. ‘Het gaat niet alleen om het op- en neergaan van de vleugel. Het gaat ook om het vervormen van de lengte en de gewrichten in de vleugel. Dat zijn er een heleboel. Een zeearend heeft een spanwijdte van twee meter en vliegt wel honderd kilometer per uur. Dat is echt hard. Naast slagvlucht hebben vogels ook een zweefvlucht. Die heeft Musters er ook in gebouwd en het gevaarte is op afstand te besturen.’
Nijenhuis zegt dat de valkenier ruim vijftien jaar aan de Robird heeft gewerkt. ‘En dat allemaal op gevoel, zonder berekeningen.’ Hier komt het afstudeeronderzoek van Nijenhuis om de hoek kijken. ‘Ik had als kind al fascinatie voor alles wat kan vliegen en voor dingen die we niet goed begrijpen. De wetenschap begrijpt eigenlijk nog steeds niet goed hoe de slagvlucht werkt. Ik probeer een onderbouwing te vinden bij de Robird. We vliegen de hele wereld over in een vliegtuig, maar hoe de vleugels van een vogel werken, is nog niet inzichtelijk gemaakt.’
Het vliegen gebeurt met een accu. Afhankelijk van de wind, kan er momenteel vijftien minuten gevlogen worden. Het wachten is op een betere soort accu waarmee een langere levensduur mogelijk is, zegt Nijenhuis hoopvol. Zijn bedrijf vermarkt de toepassing van de robot vogel. ‘Het prototype is af. Bedrijven die gespecialiseerd zijn in vogeloverlastbestrijding kunnen de Robird opnemen in het assortiment. ‘We gaan die mensen trainen om met de vogel te werken tijdens een inzet. De Robird blijft in ons bezit. Zij leasen de vogel en betalen daar een bedrag voor. Bij langdurige inzet is de kans groot dat vogels op den duur het gebied gaan vermijden.’
Wereldwijd interesse
Klanten uit heel de wereld hebben al interesse getoond. Uit Australië bijvoorbeeld. ‘Daar gaat 300 miljoen dollar verloren door schade aan fruit. Ook een stad als Oostende waar overlast van meeuwen is, heeft belangsteling net als de landbouwsector. In Nederland heeft Schiphol serieuze interesse in de verschillende Robird modellen, dat zijn er drie: een slechtvalk, havik en arend.
Nijenhuis ziet zijn toekomst wel zitten bij het bedrijf. Toch staat afstuderen ook hoog op de agenda. ‘Ik hoop begin volgend jaar klaar te zijn om me daarna volledig op het ondernemerschap te richten.’
Geur
Ondernemer Peter Ludden zet binnen twee maanden het product Zhero in de markt. ‘Het is een biologisch middel dat vluchtige organische stoffen, VOC’s, inkapselt.’ Volgens hem is de geurverwijderaar met name geschikt voor scholen, kinderopvangcentra en zorgcentra. ‘VOC’s zitten overal en komen vrij door bijvoorbeeld weekmakers, denk aan schoenen van kinderen zoals Crocs, en warmte. De luchtsamenstelling wordt heel divers. Met alleen ventileren raakt je die geuren nooit kwijt.’
Het product Zhero moet ook honden-, katten- en sigarettengeur verwijderen. ‘Je sproeit het middel in de lucht, het daalt, droogt en binnen een uur is de geur weg. Er is ook geen andere, chemische geur voor in de plaats gekomen omdat de vloeistof de verbinding aangaat met de geurmoleculen. Zhero vreet de geur als het ware op.’
Foto's: Arjan Reef