Opleidingen gebruiken steeds vaker een studentenstop om hun eerstejaars vooraf te selecteren. En dat was nooit de bedoeling.
DUO publiceerde vorige week de lijst met opleidingen die een loting hebben ingesteld of die hun studenten zelf uitkiezen. Uit die lijst blijkt dat het aantal opleidingen met een numerus fixus explosief is gegroeid.
Opleidingen mogen een studentenstop instellen als ze de enorme toestroom niet meer aankunnen, of als afgestudeerden de arbeidsmarkt dreigen te overspoelen. Bachelors als geneeskunde of journalistiek stellen al jaren een maximaal aantal studenten vast.
Nu blijkt dat ook opleidingen zonder capaciteitsproblemen en met genoeg vraag op de arbeidsmarkt van de mogelijkheid gebruik maken.
Toen voormalig minister van onderwijs Ronald Plasterk in 2008 aankondigde dat hij opleidingen met een numerus fixus de vrijheid wilde geven om honderd procent van de aanmeldingen te selecteren, was het niet zijn bedoeling dat opleidingen naar hartenlust hun studenten gingen uitzoeken.
“Mocht er een situatie ontstaan waarin bijvoorbeeld alle psychologieopleidingen om die reden hun instroom beperken, dan is dat onwenselijk”, zei hij tegen het Hoger Onderwijs Persbureau. “Ik wil weg van het idee dat we het eindexamen niet meer zien als ticket voor het hoger onderwijs. Instellingen moeten niet iets krijgen van: ‘ze moeten zelf maar weten wat ze in het voortgezet onderwijs doen, wij selecteren onze studenten aan de poort gewoon opnieuw.”
Aan de UT geldt een numerus fixus voor 3 opleidingen: psychologie, technische geneeskunde en creative technology.
Parkeerstudies
Scholieren die zijn uitgeloot voor bijvoorbeeld geneeskunde hebben niet altijd zin om een jaar te reizen of te werken. Dus schrijven ze zich in voor een ‘parkeerstudie’: een verwante opleiding, waar ze vervolgens ongemotiveerd hun tijd uitzitten tot de volgende loting.
Omdat scholieren zich maar voor één lotingsstudie kunnen inschrijven, hebben verschillende parkeerstudies inmiddels ook een numerus fixus ingesteld. De maximale capaciteit zetten ze lekker hoog. Zo kunnen ze iedereen aannemen, maar zijn ze wel af van de studenten die eigenlijk een andere studie hadden willen doen.
Een mooi voorbeeld zijn de opleidingen biomedische wetenschappen: afgelopen collegejaar konden zes opleidingen gezamenlijk 1045 eerstejaars plaatsen. Er schreven zich volgens de laatste cijfers van DUO 664 scholieren in.
Ook de opleiding verpleegkunde van de Hanzehogeschool Groningen stelde vorig jaar een numerus fixus in om studenten te weren die zijn uitgeloot voor studies als geneeskunde of fysiotherapie. “Vorig jaar kwamen we niet eens aan het plafond van driehonderd studenten”, vertelt Bejanne Hobert, decaan van de academie verpleegkunde. “Maar dat is niet erg, want het betekent dat ongemotiveerde scholieren wegblijven. Dat merken we meteen: op dit moment zijn ongeveer veertien procent minder eerstejaars uitgevallen dan rond hetzelfde tijdstip vorig jaar.”
Dit jaar gaat verpleegkunde voor het eerst een deel van de inschrijvingen op geschiktheid selecteren in plaats van loten: dertig procent van de aanmeldingen wordt getoetst op rekenvaardigheid, taalvaardigheid en motivatie. Vanaf 2014 gaat Hobert alle kandidaten selecteren. Zo hoopt de opleiding nog betere eerstejaars binnen te halen.
Overigens moeten opleidingen iedereen aannemen zolang ze niet aan het door hen zelf ingestelde plafond komen. Ook scholieren met een acht of hoger als gemiddeld examencijfer mogen niet geweigerd worden.
Decentrale selectie aan de poort
Gewone opleidingen mogen in principe niet aan de poort selecteren. Alleen kleinschalige opleidingen met intensief onderwijs mogen studenten buiten de deur houden. Denk bijvoorbeeld aan het conservatorium, de kunstacademies of de university colleges. Door een numerus fixus in te stellen, kunnen opleidingen via een omweg toch zelf beslissen wie ze binnenhalen.
Voorheen mochten opleidingen met een numerus fixus hooguit de helft van hun eerstejaars zelf uitkiezen. De rest moest via loting toegelaten worden. Maar in 2011 werden de regels aangepast, waardoor opleidingen al hun studenten zelf mogen uitkiezen. Van die mogelijkheid wordt steeds vaker gebruik gemaakt.
Mogelijk speelt een rol dat instellingen met het ministerie van OCW prestatieafspraken hebben gemaakt, waarin staat dat het rendement omhoog moet. Lukt dat niet, dan krijgen ze minder geld. Jongeren die op de middelbare school al hard werkten, zullen ook hun studie sneller afronden, is de gedachte.
De opleiding international business administration aan de Universiteit van Tilburg heeft de maximale instroom daarom op 150 gezet. “Qua capaciteiten kunnen we meer studenten aan, maar met dit aantal denken we te kunnen excelleren”, zei vice-decaan Jenke ter Horst tegen de NRC.
Bij een grote opleiding als bedrijfskunde aan de Vrije Universiteit, wordt op basis van de cijferlijsten van 5-vwo een voorlopige ranking gemaakt. Twijfelgevallen worden uitgenodigd voor een adviesgesprek. Wegsturen mag niet, zolang het plafond van vijfhonderd studenten niet wordt gehaald. “Maar studenten die zich aanmelden zijn vaak beter gemotiveerd”, aldus een woordvoerder. “En gemotiveerde studenten halen betere cijfers.”
Decanen van zes rechtenfaculteiten kondigden eerder al een studentenstop af om te voorkomen dat de onderwijskwaliteit onder druk zou komen te staan. In een HOP-interview uit 2010 zei rector Henk Schmidt van de Erasmus Universiteit dat hij een numerus fixus wilde omdat “bepaalde academische opleidingen niet voor iedereen zijn weggelegd”.
Aankomend collegejaar wordt er voor het eerst geloot bij alle opleidingen rechtsgeleerdheid, fiscaal recht en notarieel recht.
HOP, Petra Vissers