De studentenwoningen rondom 17 patio’s aan de Matenweg en Witbreuksweg, zijn geselecteerd als ‘wederopbouwmonument’ en komen daarmee op de lijst voor Cultureel Erfgoed te staan. De lijst, waarop in totaal 89 waardevolle en kenmerkende bouwwerken uit de wederopbouwperiode 1959-1965 staan, werd vandaag door minister Bussemaker bekend gemaakt.
De geselecteerde studentenwoningen vormden bij de opening van de UT in 1964 de eerste woningen die onderdeel waren van een campus. Karakteristiek voor de woningen zijn de ligging in de groene omgeving, de patio’s en de bijzondere inspiratie vanuit Afrikaanse woonvormen.
Architect Herman Petrus Coenraad Haan ontwierp de studentenwoningen rondom 17 patio’s. Hierdoor ontstonden aparte eenheden met een aantal studentenkamers en een gezamenlijke ruimte. De woningen zijn alleen via de patio’s bereikbaar. Het studentencomplex heeft hierdoor een opvallende geborgenheid en privacy gekregen, een verwijzing naar de Afrikaanse holwoningen die voor het gehele oeuvre van de architect als inspiratiebron hebben gediend.
Om de kosten van het studentencomplex te drukken is destijds gebruik gemaakt van goedkope en duurzame materialen, zoals het hergebruik van straatstenen uit Den Haag en betonnen stoeptegels.
(foto's zijn uit afkomstig uit het boek Architectuur met een grote A, van Peter Timmerman)