‘De conclusie dat er gemanipuleerd moet zijn met onderzoeksgegevens wordt onontkoombaar geacht’, oordeelde het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) eerder over ten minste één artikel van hoogleraar Jens Förster.
‘Slachtoffer van heksenjacht’
Förster voelt zich het slachtoffer van een ongelooflijke heksenjacht in de nasleep van de Stapel-affaire, zegt hij in een verklaring. De uitkomsten van het onderzoek zijn misschien onwaarschijnlijk, maar vreemde dingen komen nu eenmaal voor. Soms kun je ze later pas begrijpen.
Leidse hoogleraar geraadpleegd
Zou er inderdaad sprake kunnen zijn van tunnelvisie? Statisticus Richard Gill van de Universiteit Leiden heeft zich in het verleden hard gemaakt om de veroordeling van verpleegkundige Lucia de Berk ongedaan te maken. Zij was op grond van slechte statistiek in de gevangenis beland. Bovendien kent de Leidse hoogleraar statistiek de zaak-Förster van nabij. Gill was een van de deskundigen die geraadpleegd werd door de Universiteit van Amsterdam en later door het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit.
Wat vindt Gill van de zaak rond Jens Förster? Is het alsof iemand de loterij wint en dan opeens verdacht lijkt?
Er is in deze zaak meer dan alleen statistisch bewijs, meent hij. Volgens hem kan Förster zich niet eens de namen herinneren van de onderzoeksassistenten die hem geholpen zouden hebben bij zijn experimenten en is ook onduidelijk wanneer die zijn uitgevoerd.
Nee, zegt Gill. ‘Natuurlijk kan het een hoogst onwaarschijnlijke uitkomst zijn die nu verdacht lijkt. Maar we hebben het hier niet over een loterij, die jaarlijks door enkele mensen wordt gewonnen. We hebben het hier over de kans dat een aap met een typmachine het verzameld werk van Shakespeare schrijft. Zelfs met miljoenen apen lukt dat niet.’
‘Geen toeval’
Gill denkt dus niet dat hier sprake is van toeval. ‘Zijn uitkomsten zijn inderdaad te mooi om waar te zijn. Of hij nu opzettelijk zijn data heeft verzonnen of ‘slechts’ twijfelachtige onderzoeksmethoden heeft gebruikt, is niet duidelijk. Förster is ofwel een oplichter ofwel volkomen incompetent. Zijn reactie op de beschuldigingen laat zien dat hij helemaal niets van statistiek begrijpt, terwijl zijn hele carrière berust op het gebruik van statistische methoden.’