In 2019 geven alle ministeries samen zo’n 5,5 miljard euro uit aan wetenschappelijk onderzoek en research and development (R&D), heeft het Rathenau Instituut becijferd. Nu is dat nog bijna zes miljard euro per jaar.
De daling ligt niet aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: universiteiten krijgen iets meer geld, net als onderzoeksfinancier NWO. Het ministerie geeft in 2019 naar verwachting 3,4 miljard euro uit aan R&D, in 2013 was dat 3,3 miljard.
Beknibbelen op subsidies
Het zijn de twee andere grote geldschieters die minder uitgeven: het ministerie van Volksgezondheid en het Ministerie van Economische Zaken. Ze beknibbelen bijvoorbeeld op subsidies voor innovatie en belastingvoordelen voor bedrijven.
Het Rathenau Instituut onderscheidt drie manieren waarop ministeries geld besteden aan innovatie en onderzoek. Het grootste deel gaat als directe financiering naar universiteiten, hogescholen, bedrijven en organisaties als NWO en KNAW. In 2015 tellen deze ‘directe uitgaven’ op tot bijna 4,8 miljard euro. Als tweede zijn er de gerichte uitgaven voor innovatie, bijvoorbeeld subsidies voor duurzame veehouderij. Dat bedrag wordt voor 2015 geschat op ongeveer 137 miljoen euro. De derde categorie zijn de indirecte bestedingen in de vorm van belastingvoordelen voor bedrijven die aan onderzoek doen. Daarvoor wordt dit jaar iets meer dan 1 miljard euro uitgetrokken.
Rathenau Instituut
Het Rathenau Instituut maakt elk jaar een financieel overzicht van de uitgaven van alle ministeries. Deze ‘Totale investeringen in wetenschap en innovatie’ (TWIN) verschijnt naar verwachting in april. Omdat er 11 februari een Kameroverleg is gepland over de wetenschapsvisie 2025 van het kabinet, komt het Rathenau vandaag alvast met een voorpublicatie.
In de voorpublicatie zijn bijvoorbeeld potjes van provincies en geld vanuit de Europese Unie nog niet in kaart gebracht.