Het zogenoemde profileringsfonds van hogescholen en universiteiten wordt voor steeds meer doeleinden gebruikt. Er worden beurzen uit betaald voor studenten met een bestuursfunctie, voor topsporters, voor studerende moeders en ook voor studenten met een functiebeperking.
Financiële steun
Zij mogen hun hogeschool of universiteit om financiële steun vragen als ze studievertraging oplopen: ze kunnen tot 862,50 euro per maand ontvangen uit het profileringsfonds, maar zoveel krijgen ze lang niet altijd. Ook gemeenten reiken gehandicapte studenten de helpende hand, al varieert ook die steun sterk.
Op hun studiefinanciering krijgen ze bovendien 1.200 euro kwijtgescholden als ze hun diploma behalen: ongeveer het bedrag van één jaar basisbeurs voor thuiswonenden. En mochten ze door een chronische handicap helemaal niet meer in staat zijn tot afstuderen, dan wordt de prestatiebeurs uiteindelijk een gift.
Uitbreiden
Minister Bussemaker wil de profileringsfondsen nog verder uitbreiden: ook studenten die hun internationale uitwisseling niet kunnen betalen moeten er een beroep op kunnen doen. En staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid opperde onlangs dat ook mantelzorgende studenten wel een extraatje kunnen gebruiken.
De Tweede Kamer is bang dat er straks te weinig geld overblijft voor studenten met een functiebeperking. En was uit de instroomcijfers over studiejaar 2015-2016 niet gebleken dat er steeds minder gehandicapten gaan studeren? D66 roept minister Bussemaker daarom op om geld voor gehandicapte studenten onder te brengen in een apart fonds. Ook de ChristenUnie, het CDA en GroenLinks pleiten voor een extra tegemoetkoming. Het is volgens hen zonneklaar dat die steun hard nodig is
Te snel
Maar Kamerlid Amma Asante van de PvdA gaat dat te snel. Ze wil eerst afwachten hoe de instroomcijfers van dit studiejaar er uitzien en wat het onderzoek oplevert naar de effecten van de invoering van het leenstelsel. Met het risico dat de besluitvorming over dit onderwerp doorschuift naar het volgende kabinet.
Ook minister Bussemaker waarschuwt voor overhaaste stappen: ‘We moeten niets besluiten waarover we in twee jaar nadere informatie krijgen. In april of mei, als ik na de verkiezingen nog demissionair minister ben, kunt u mij ervoor wakker maken, want ik vind dit een heel belangrijk onderwerp.’