Waarom doe je mee aan de landelijke verkiezingen?
‘Op mijn 17e werd ik lid van Jonge Democraten, de jongerenorganisatie van D66. Vervolgens kwam ik in mijn woonplaats Losser meteen als fractievoorzitter terecht in de lokale politiek. Na twee jaar in de lokale raad, kreeg ik het gevoel dat ik alle problemen niet kan oplossen in de gemeente. Toch ben ik me pas kandidaat gaan stellen voor de landelijke verkiezingen nadat collega-raadsleden me aanspoorden dat ik Twente goed zou kunnen vertegenwoordigen.’
Waar sta je voor?
‘Ik wil vooral schakel zijn tussen de regio Twente en de Haagse politiek. Onderwijs, werkgelegenheid en goede zorg zijn mijn speerpunten. We moeten serieus investeren in onderwijs – zeker de toegankelijkheid en flexibiliteit ervan, zodat mensen zich ook makkelijk kunnen laten omscholen of bijscholen. Er mag ook meer aandacht zijn in Den Haag voor grensregio’s als Twente. We kunnen regio’s zoals Twente beter in staat stellen zelf de handschoen op te pakken en hun eigen economie te kunnen stimuleren. Ik heb tal van vrienden die elders in het land hebben gestudeerd, graag willen terugkeren naar Twente, maar hier niet genoeg kansen zien. Dat moet gewoon beter.’
Je bent de jongste van de D66-kieslijst, wil je vooral ook jongeren vertegenwoordigen?
‘De Tweede Kamer hoort een afspiegeling te zijn van de samenleving. Je wilt niet alleen grijze muizen. Belangrijkste is dat het vooral om de inhoud moet gaan. Het gaat erom wat iemand zegt en doet. Dan maakt het niet uit wat voor leeftijd of afkomst iemand heeft. Zoals Jan Terlouw zei bij De Wereld Draait Door, mensen moeten vertrouwen hebben in politici. Zij kijken of iemand betrouwbaar en integer is.’
Hoe ga je als politicus om met zaken als populisme, onderbuikgevoelens en nepnieuws?
‘In Losser hadden mensen de heilige overtuiging dat er een asielzoekerscentrum in de gemeente zou komen. Als raadslid wist ik hier niets van, dus zei ik dat dit niet het geval was. ‘Maar ik heb het op Facebook gelezen’, kreeg ik dan als antwoord. Voor mij is dit voorbeeld een bevestiging om juist nu in debat te treden met mensen. Het is prima als je op gevoel stemt, maar laat je alsjeblieft overtuigen door feiten. We moeten meer openstaan voor gesprekken, luisteren naar elkaar. Het goede gesprek weer aangaan, zoals dat zo mooi heet.’
En ondertussen lijken jongeren steeds meer ongevoelig te worden voor politiek.
‘Je zag het in Groot-Brittannië, je zag het in de Verenigde Staten. Ik hoop dat jongeren gezien hebben dat het belangrijk is om je stem te laten horen. Ga dan ook alsjeblieft naar de stembus! Als je verder wil gaan dan alleen stemmen, zal je merken dat zeker lokale politiek ontzettend toegankelijk is en dat je daadwerkelijk impact hebt. Ik heb bijvoorbeeld als raadslid aan de nieuwbouw van een middelbare school in Losser kunnen bijdragen. Dat geeft een heel goed gevoel.’
Hoe verloopt je campagne?
‘Ik heb een campagneteam van twaalf mensen om me heen en het gaat volgens mij erg goed. We zijn vaak op pad, komen overal in de regio. Dat merk ik ook aan de positieve reacties van mensen – soms staan we door de regen als natte honden voor hun deuren om ons verhaal te houden. Ik denk dat het wel veel sympathie oproept. Er zijn ook weleens negatieve reacties, vooroordelen dat D66 alleen maar eurofiel is, maar ik wil het gesprek absoluut niet uit de weg gaan. Dat is wel het slechtste wat je kunt doen.’
En je studie, staat die even op een laag pitje?
‘Ja, het is zeker taai om te combineren met mijn afstuderen. Zeker omdat ik ook nog fulltime werk bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hier krijg ik gelukkig de ruimte om me naast mijn baan en studie ook politiek te ontwikkelen. Ik weet niet of me dat als bachelorstudent wel zou lukken vanwege het Twents Onderwijsmodel. Wij willen als partij juist meer flexibiliteit voor studenten. Zelfontplooiing naast studie wordt ook erg gewaardeerd door werkgevers. Dat moet naast de politiek ook door onderwijsinstellingen gefaciliteerd en gestimuleerd worden.’
Tot slot, je kansen voor een zetel?
‘Het is afwachten. In de peilingen staat D66 op twintig zetels. Ik sta op de dertigste plek. Ik hoop daarom op veel voorkeursstemmen. Ik hoop dat mijn enthousiasme en speerpunten mensen kunnen overtuigen. Tot de verkiezingsdag blijf ik in ieder geval m’n best doen om de dialoog aan te gaan.’