Leiden en de Universiteit van Amsterdam vragen aankomende masterstudenten om hun curriculum vitae en een motivatiebrief. Soms moeten ze zelfs aanbevelingsbrieven meesturen. De universiteiten hopen kennelijk op zelfselectie, maar ze wijzen geen studenten af.
Omgekeerd zegt een universiteit als Wageningen haar studenten niet te selecteren, terwijl aankomende masterstudenten in hun bachelor gemiddeld een zeven of hoger moeten staan om toegelaten te worden, aldus de Keuzegids. Daar gelden dus wél nadere toelatingseisen.
'Eigen student eerst'
Ook stellen universiteiten vaak andere eisen aan studenten van hun eigen bacheloropleidingen dan aan studenten van andermans bacheloropleidingen. ‘Eigen student eerst’, spot de Keuzegids, die van een drempel voor mobiliteit spreekt. Slechts één op de acht studenten kiest na de bachelor voor een andere universiteit.
Maar het blijft allemaal moeilijk te overzien, vindt de Keuzegids. Vorig jaar meldde de redactie nog dat de helft van alle masteropleidingen haar studenten vooraf selecteert. De Onderwijsinspectie kwam in januari tot een veel lager aantal.
De Keuzegids komt daarom met een online mastervergelijker, al laat die nog een weekje op zich wachten: ‘Juist vanwege de tegenstrijdige informatie over toelatingseisen wordt er nog een aantal dagen extra research gedaan, voordat de mastervergelijker volledig online komt.’
Houvast
De Keuzegids Masters is bedoeld om bachelorstudenten houvast te geven bij het kiezen van hun vervolgopleiding. Alle masters zijn gerangschikt op waardering van studenten over bijvoorbeeld lesprogramma, docenten en faciliteiten, maar ook het oordeel van deskundigen weegt mee.
De kwaliteit loopt volgens de makers behoorlijk uiteen. Van de algemene universiteiten krijgt Tilburg de hoogste waardering. Wageningen is de beste van de vier technische universiteiten. De UT staat met vijf topopleidingen en drie onvoldoendes landelijk gezien op een zevende plaats (derde van de technische universiteiten).
Van de 850 beoordeelde opleidingen zijn er 145 die zichzelf een topopleiding mogen noemen. Dat zijn vooral kleinschalige, intensieve masteropleidingen. Eén op de tien masterstudenten heeft het geluk aan zo’n opleiding te studeren, aldus de gids.