Hoe lang werk je bij Pre-U?
‘Drieënhalf jaar inmiddels. Toen ik tien jaar geleden aan de UT communicatiewetenschap studeerde, kende ik het eigenlijk amper. Ik weet alleen dat het toen nog Twente Academy heette. Met de kennis van nu heb ik wel een beetje spijt dat ik daar toen geen bijbaan zocht. Ik was echter vooral een studerende student. Dat is al snel een logisch gevolg als je in Enschede bent opgegroeid, niet op kamers gaat en je sociale kring al hebt opgebouwd.’
Wat deed je tussen je studie en je werk bij Pre-U?
‘Mijn doel was altijd om hoofdredacteur bij een magazine te worden. Ik rolde al snel meer richting de marketing- en retailkant. Voor de liefde ging ik weer terug naar Twente en vond ik een baan bij de marketing- en communicatieafdeling van Saxion. Werken bij een onderwijsinstelling beviel me ontzettend goed; ik miste het maatschappelijke aspect bij de commerciële banen. Toen onze eerste dochter was geboren, ben ik na mijn zwangerschapsverlof verder gaan kijken en stuitte ik op de UT. Dat was wel grappig trouwens, ik had een gesprek met een manager van Marketing & Communicatie en had twee of drie posities binnen de UT voor het uitzoeken. Maar na een gesprek met Pieter (Boerman, directeur Pre-University, red.), was ik er meteen uit.’
Wat bevalt je aan je werk?
‘Ik hoor weleens van mensen dat ik de leukste baan heb op de UT. En dat voelt ook zo. De doelgroep waar we mee en voor werken – van basisschool tot 6 vwo – is fantastisch. Pre-U is daarnaast een lerende omgeving waar je constant wordt uitgedaagd. En het is gewoon een ontzettend leuk en hecht team. Onlangs hadden we een open huis, waar ook tal van oud-medewerkers op afkwamen. Dat zegt al ontzettend veel; hier heerst een thuisgevoel, zonder dat je betutteld wordt. Bovendien is geen dag hetzelfde voor mij. Het gaat van het aansturen en coachen van het communicatieteam, tot het opzetten van een videoreeks, flyers en het meedenken over strategische communicatie, het organiseren van zo’n open huis of een Decanendag. Kortom, een ideale mix tussen creatief en strategisch.’
Verliefd, verloofd, getrouwd?
‘Pas getrouwd, met Dylan. We zijn deze zomer met een klein clubje naar Toscane gegaan voor onze bruiloft: met onze twee dochtertjes, familie en naaste vrienden. Zo’n Toscaanse bruiloft was nooit echt een droom, maar ontstond omdat we bepaalde dingen in ons leven belangrijk vinden. Dylan en ik zijn namelijk allebei een broertje verloren. Zoiets ingrijpends verbindt natuurlijk. Maar we zijn er bovenal anders door in het leven gaan staan. We leven alsof elke dag de laatste kan zijn en vieren het leven – en de liefde.’
Wat voor impact had het verlies van je broertje op je?
‘Ik was toen veertien jaar, hij zat in groep 8 en werd ineens ziek. Hij bleek darmkanker te hebben – ontzettend zeldzaam voor die leeftijd. We wisten al snel dat het ongeneeslijk was en uiteindelijk heeft hij nog negen maanden geleefd na de diagnose. Ik ben snel volwassen geworden in die tijd. Natuurlijk had ik een onbezorgde pubertijd willen hebben… Maar ik leef vooral positief en probeer dingen niet zwaarder of groter te maken dan ze zijn. We houden het luchtig en we houden hem levend. En het allerbelangrijkste is om te genieten.’
Wat betekent genieten voor jullie?
‘We houden allebei wel van een feestje, een festival of concert. Bijvoorbeeld 90’s R&B, maar ook Snelle of Kraantje Pappie. Met twee jonge kinderen is dat wel een kwestie van plannen trouwens. En we zijn zeker ook bourgondisch: goed eten, met een wijntje erbij. We hebben allebei Indonesische roots, dus we houden van die keuken – en de Italiaanse. Italië is overigens ons favoriete vakantieland. We zijn eigenlijk al overal geweest; het noorden, aan de kust, Toscane, Puglia... Het is een heel afwisselend land, leuk voor de kinderen en het eten is natuurlijk overheerlijk.’
Wat staat er nog op je bucketlist?
‘Voor de eerstkomende tijd nog even niks. De afgelopen jaren waren nogal hectisch, met de geboorte van twee dochters, de koop van ons huis, een nieuwe baan, trouwen. Ik denk dat we even gaan zoeken naar rust en balans. En vooral zorgen dat we genieten van de kleine dingen. Bijvoorbeeld als ik met mijn dochtertje van vier naar de supermarkt fiets. De dingen die ze allemaal zegt, beleeft en onthoudt, daar verbaas ik me elke dag weer over.
Maar we zijn zeker van het zetten van stippen aan de horizon, we dromen graag. Als onze kinderen wat ouder zijn, willen we ze graag meenemen naar Indonesië. En ik wil ooit met z’n allen weer terug naar het Give Kids The World Village in Florida, een resort voor ongeneeslijk zieke kinderen bij Disney World. Daar zijn we met mijn broertje geweest toen hij ziek was. We gaan niet zozeer om herinneringen op te halen. Het is eerder dat we nieuwe herinneringen willen maken.’