Sinds wanneer werk je bij de UT?
‘Ik kwam tijdens de coronaperiode in dienst bij Universiteit Twente. Dat was op maandag 3 januari 2022. Het was een hele bijzondere periode om te starten met een nieuwe baan, want we zaten midden in een lockdown.’
‘Voor ik bij de universiteit begon, werkte ik als docent in het voortgezet speciaal onderwijs. Tijdens mijn studie Creative Technology kreeg ik prikkels om die richting op te gaan. Uiteindelijk was ik viereneenhalfjaar werkzaam als docent en mentor. Ik gaf les aan leerlingen met AD(H)D, autisme of een andere gedragsstoornis. Vooral de verhouding met leerlingen was erg leuk. Als docent is het mooi om te zien als je leerlingen ziet groeien als persoon.’
Wat zijn nu je taken en werkzaamheden bij de UT?
‘Ik vervul een adviserende en coördinerende rol in een team van ruim vijfentwintig mensen bij het Centre of Expertise in Learning & Teaching. Eén van mijn taken is om advies te geven hoe techniek en ict een rol kunnen spelen in het onderwijs. Ik verken daarbij of we bepaalde techniek kunnen inzetten tijdens lessen of toetsingsmomenten. Ook organiseer ik de Week of Education en ben ik host bij de podcast EduTalks. Deze verhalen – waarin ik docenten interview – deel ik op de UT.’
‘Uit persoonlijke interesse volg ik de nieuwe technologische ontwikkelingen op de voet. Mijn huis zit vol met leuke gadgets. Daar ben ik gek op. Zo staat in de hoek van mijn werkkamer een 3D-printer en vind je in alle andere kamers slimme verlichting die ik met mijn stem aanstuur. Het is echt een sciencefiction droom.’
‘Op dit moment is vooral AI een hot item. Daarover geef ik adviezen aan onder andere docenten hoe zij dit kunnen gebruiken. AI wordt inmiddels meer ingezet. Het geluid dat we AI volledig moeten negeren en bannen, is al een stuk minder. Die oproepen waren eerst een stuk sterker. Mijn collega’s en ik geven ook aanbevelingen om nieuwe ontwikkelingen in goede banen te leiden. De wereld van de techniek ontwikkelt zich snel en ik ben van mening dat het onderwijs daarin mee moet.’
Wat maakt voor jou werken op een uni anders dan in het voortgezet speciaal onderwijs?
‘Mijn huidige rol is compleet anders, dus de organisatie ook. Op een kleine school - waar ik eerder werkte - heerst een gemeenschappelijke sfeer. Toch is het een bewuste keuze om nu mee te denken bij onderwerpen die invloed hebben op de verbeteringen in het onderwijs. Vooral de diversiteit qua onderwerpen spreekt mij aan, want ik duik telkens in nieuwe vraagstukken. Het is absoluut geen routineklus. Als dat wel aanwezig is, word ik vervelend. Toen ik voor de klas stond, vertelde ik elke jaar hetzelfde verhaal aan de volgende lichting leerlingen. Daar was op een gegeven moment de passie uit.’
Wat doe je graag in je vrije tijd?
‘Stilzitten is voor mij een lastig begrip. Dat is altijd al zo geweest en ben ik ook nooit in veranderd. Daarom houd ik mij met van alles en nog wat bezig. Motorrijden vind ik heerlijk om te doen, maar gamen is ook één van mijn favoriete bezigheden. Daarnaast heb ik een hobby overgehouden uit de covid-tijd: koken en bakken. Mijn collega’s zijn dan ook blij met mij als ik maandagochtend op werk verschijn met een blik vol zelfgemaakte speculaas.’
En naast je hobby’s ben je ook druk met je katten, hé?
‘Dat klopt, want ik heb drie katten. Ze komen uit het asiel of komen van een herplaatsing. De katten heten Knut, Lucy en Milky. Ik vind het naast mijn andere hobby’s ook leuk om creatief bezig te zijn. Daarom bouw ik voor mijn katten verschillende meubeltjes. Dit begon eerst met een simpel ikea-kussentje, maar dat vond ik er wat mager bij liggen. Toen kwam ik op het idee om een rode Volvo stationwagen van hout te bouwen. Vroeger wilde elk kind zo’n bed dat op een auto leek. Het is gelukt om dat na te bouwen. Bij mij dient het niet als bed, maar als voerderbakjes voor de katten. En een eigen gemaakte krabpaal in het thema van een ‘poezenhotel’ mag natuurlijk niet ontbreken.’
Je speechte onlangs over je familieachtergrond en dat je eerstegeneratiestudent bent. Waarom vind je het belangrijk om dit te vertellen?
‘De aanleiding voor mijn speech was het protest tegen de bezuinigen in het onderwijs, want ik bekleed de rol als vakbondsvertegenwoordiger bij de Algemene Onderwijsbond. Ik kom namelijk uit een arbeidersfamilie. Mijn vader werkte als fabrieksarbeider en mijn opa werkte ook al op jonge leeftijd. Zij vonden het belangrijk dat de generatie na hun het beter kreeg. Daar komt misschien mijn passie voor onderwijs vandaan. Ik wil andere helpen en zorgen dat ze verder komen. Studeren is niet voor iedereen is weggelegd. De langstudeerboete maakt dat alleen maar moeilijker. Het is belangrijk dat je bewust bent van je achtergrond.’
Tot slot: wat zou je veranderen als je het voor het zeggen had op de UT?
‘Het is mooi als we wat aan de individualistische cultuur doen. Het is belangrijk dat er meer saamhorigheid ontstaat op de campus. Dat kunnen we doen door mensen samen te brengen. Een goed voorbeeld hiervan is het protest dat onlangs op de campus plaatsvond. Dan staat iedereen er. Dat gevoel wil ik meer creëren. We zijn een brede universiteit met veel expertise en ervaren professionals. Ik roep dan ook op om elkaar hierin te blijven erkennen.’