Je werkt sinds 2021 voor de universiteit. Wat deed je daarvoor?
‘Ik werkte als organisatieadviseur in de zorgsector. Werken in de zorg was dankbaar en betekenisvol, maar de zorg is in Nederland zó uitgeknepen. Elk dubbeltje moesten we drie keer omdraaien. Ik wilde een keer iets anders, om te kijken wat dat met je creativiteit doet. Nu werk ik in een sector die zich richt op de toekomst, ook heel mooi.’
Wat is je favoriete sport?
‘Atletiek en schaatsen zijn mijn favoriete kijksporten, voor sporten als voetbal en Formule1 zet ik de televisie niet aan. Zelf doe ik twee à drie keer per week aan hardlopen. Ik deed vaak mee aan de Engelse Mijlenloop in Haaksbergen, liep veel halve marathons en in Rotterdam een keer de hele. Dat deed ik samen met mijn broer en dat had een speciaal tintje voor ons als geboren Rotterdammers. Het gevoel dat ik had toen ik de finish passeerde is onbeschrijfelijk, ik kwam schreeuwend over de streep. De marathon van Berlijn nog eens lopen staat hoog op mijn wensenlijstje.’
Waar woon je?
In Haaksbergen, al sinds mijn jonge jeugd. Daar leerde ik ook mijn huidige vrouw Marije kennen. We hebben twee dochters, een van tien en een van zeven. We wonen er fijn en ik ben snel op de UT. Mijn ouders komen uit Indonesië en ik ben dus geboren in Rotterdam. Toen ik op mijn zesde naar Haaksbergen kwam, sprak ik zelfs met de natte t, maar dat leerde ik snel af in Twente.’
‘Ik weet als geen ander hoe het is om niet bij de een, maar ook niet bij de ander te horen'
Wat is het laatste boek dat je las?
‘Revolusi, van de Vlaamse auteur David Van Reybrouck. Misschien wel het beste boek dat ik ooit las. Het gaat over de koloniale tijd van Nederlands-Indië, de tijd waar ik een product van ben. Ik was heel benieuwd naar dat verleden, omdat het over zoveel generaties gaat. Van Reybrouck deed daar onderzoek naar en beschrijft dat prachtig, vanuit alle perspectieven. Ik herkende in zijn verhaal de worsteling van mijn opa en oma, die zich nergens echt thuis voelden. Niet in Nederlands-Indië, daarvoor waren ze te wit, maar ook niet in Nederland, daarvoor waren ze te indo. Dat gold voor mij ook in mijn jeugd.’
Ben je al eens in Indonesië geweest?
‘Twee keer, maar over vier weken gaan we weer met het gezin. Voor de kinderen is het de eerste keer. Ik ben verknocht aan Indonesië, dat geldt eigenlijk voor meerdere landen in Azië. De eerste keer in Indonesië was heel bijzonder. Samen met mijn ouders bezocht ik op Java hun geboortehuizen, die er nog steeds stonden. Ik krijg nog kippenvel als ik daar aan terugdenk, zo bijzonder vond ik dat.’
Neem je jouw achtergrond en ervaringen mee in je huidige werk?
‘Ik weet als geen ander hoe het is om niet bij de een, maar ook niet bij de ander te horen. Het constant moeten laveren. Als kind hoorde ik van de een dat ik door mijn bruine kleur buitenlander was, een dag later hoorde ik er weer bij omdat ik goed Nederlands kon. Terwijl: mijn ouders komen uit Nederlands-Indië, die leerden Nederlands op school. Ik ken niet anders, maar was toch altijd anders dan de massa, vooral in het oosten van Nederland. Dat neem ik zeker mee in mijn werk, maar vooral om van te leren. Niet om een ander uit te leggen hoe het werkt.’
(Tekst gaat verder onder de foto.)
Je bent HR-beleidsadviseur Diversity, Equity & Inclusion. Wat houdt je werk in?
‘Ik werk in het HR-beleidsteam, waarin ik me met thema’s bezighoud rondom diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie. Ik probeer die thema’s zoveel mogelijk te integreren in allerlei HR-projecten, in plaats van dat mensen deze thema’s als een aparte zuil zien. Ik ben meer generalist dan specialist en mijn werk gaat voor mij niet over buzztermen als woke, maar veel meer over mindset, over wie en wat we willen zijn als universiteit. De manier waarop je praat over thema’s als gelijkwaardigheid maakt een groot verschil. Je hebt altijd twee uitersten van een spectrum en daartussen moet je een weg vinden waarop je met elkaar verder kan. Dat gaat naar mijn gevoel steeds beter. Verandering levert altijd frictie op en daarom is het belangrijk om vanuit kracht te denken, niet door verwijten te maken. Het is goed te beseffen dat bij verandering ook verlies komt kijken, voordat iets beter wordt.’
Hoe zien jouw dagen eruit?
‘Ik sluit aan bij veel HR-projecten en sta veel in contact met mensen. Of een project nou over onboarding gaat, leiderschap, welzijn of over werving: ik probeer DE&I-thema’s te integreren en dat is hartstikke leuk. Ook stem ik met het DE&I-team af waar we als universiteit staan, of waar we nog tekortschieten. Een afwisselde baan. Ik ben iemand die het fijn vindt om resultaat te behalen. Dat is weleens lastig, omdat resultaten in mijn werk moeilijk meetbaar zijn en er ook veel geduld nodig is.’
Welke rol speelt het debat rond internationalisering in jouw werk?
‘Als je ziet waar we als universiteit voor staan, dan levert de discussie wrijving op. Ik hoor de zorgen wekelijks terug in overleggen, als het gaat over studentenaantallen, of de voertaal. Ik vind het zonde als de overheid met een one size fits all-oplossing komt, want daar gaan we als universiteit last van krijgen. Ik mis weleens het waarom achter de wetgeving.’