Als ik later groot ben

| Redactie

Tijdens mijn bachelor heb ik geprobeerd de vraag af te houden, maar tijdens je master zal je er toch aan moeten: Wat wil ik doen na mijn studie?

Photo by: Gijs van Ouwerkerk

In mijn hoofd heb ik de mogelijkheden grofweg onderverdeeld in vier categoriën: De wetenschap, het bedrijfsleven, de (semi-)overheid of een onderneming beginnen. Ik weet dat deze categorisering niet alomvattend is en bepaald niet mutual exclusive (wat als je met een overheidssubsididie een eigen bedrijf begint waarbinnen je onderzoek doet?), maar toch denk ik dat het een aardige manier is om carrièrepaden te ordenen.

Elke categorie heeft zijn voor- en nadelen en afhankelijk van mijn gemoedstoestand heb ik verschillende voorkeuren. Als ik een interessante lezing heb bijgewoond weet ik zeker dat mijn toekomst in de wetenschap ligt. Maar na een business course wil ik het bedrijfsleven in, als ik een artikel over Elon Musk lees weet ik dat ondernemerschap het pad naar verlossing is en in mijn ideologische buien wil ik iets voor de maatschappij betekenen.

Toch was het zo dat al jaren de wetenschap uitstak boven de andere opties. Het heeft iets nobels en als je altijd met nieuwe dingen bezig bent is de kans dat je werk een sleur wordt klein. De laatste tijd begin ik daar echter op terug te komen. Want volgens mij is het in de praktijk helemaal niet zo nobel en intellectueel uitdagend. Ik heb het idee dat er enorm veel onnodig werk wordt verricht, overhead ontstaan uit een pervers financieringsysteem. Er wordt veel te veel gepubliceerd, want de h-index moet omhoog, zogenaamd een kwaliteitsindicator. Vakken moeten voor de docent weinig tijd per uitgedeelde EC kosten, want dat levert het meeste (geld!) op. Als er onderzoeksubsidie beschikbaar is zijn er tweehonderd aanvragen, honderd daarvan zijn ‘excellent’, maar voor slechts tien is budget.

Al dat schrijven en reviewen en administreren maakt onderzoek noch onderwijs beter. Zeker hoogleraren hebben toch al tijdens hun tenure-track bewezen capabel en gemotiveerd te zijn? Vertrouw je wetenschappers, geef tijd voor contemplatie, kleinschalig onderwijs en mentoring. Liever één baanbrekend artikel in vijf jaar, dan twintig minieme statusupdates. Dan wil ik de wetenschap weer in.

Beer Sijpesteijn

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.