Om te beginnen het onderwijs. Het zal niemand zijn ontgaan dat per komend collegejaar het bacheloronderwijs met het Twentse Onderwijsmodel (TOM) een flinke make-over heeft ondergaan. Ondertussen wordt er ook al naar het masteronderwijs gekeken en vergeet ook de wereldwijde trend van Massive Open Online Courses niet. De opkomst van MOOCs is niet de enige externe factor die de UT beïnvloedt. Vooralsnog lijkt Den Haag niet in staat een beeld te vormen van welke maatschappelijke rol ze ziet weggelegd voor universiteiten. Geen wonder dat de financieringsmodellen voor onderwijs en onderzoek eigenlijk niet meer werken. Het is wachten op een revolutie, ik zet er op in dat stufi en onderzoeksgelden op termijn vanuit de EU, Gewest Oost-Nederland en bedrijfsleven komen.
De internationalisering van de UT begint nu echt op gang te komen. In de vijf jaar dat ik hier zit lijkt dit exponentieel te verlopen. Het wordt overigens tijd dat de Pakkerijverenigingen hier op inspelen en dan kijk ik vooral naar AEGEE, dat geweldige kansen laat liggen om hierin onderscheidend te zijn. Anders is het wachten op de oprichting van een nieuwe internationaal georiënteerde gezelligheidsvereniging. Die zal zeker gesteund worden door de UT en recht hebben op ruimte in de Pakkerij. Dat wordt schuiven en/of fuseren voor de huidige bewoners. Als laatste: door samenvoeging van faculteiten en pensionering vindt er een generatiewisseling plaats bij de hoogste UT-bestuurders (het ‘Strategisch Beraad’). Nieuwe mensen hebben nieuwe ideeën. Nieuwe hoofdpersonen voor een nieuw hoofdstuk.
Maar, zoals rector Brinksma, schijnbaar de enige die in beide hoofdstukken voorkomt, tijdens een onderwijsdebat in Gent al zei: ‘Niels Bohr zei altijd al: voorspellen is moeilijk, vooral als het de toekomst betreft’.'