Wat ik wel opmerkelijk vind is dat TweetGenie me bij de vrouwen indeelt. Natuurlijk, vaginatechnisch heeft de website gelijk. Maar toch: zelfs volgens TweetGenie zelf zit ik qua twittergedrag bijna precies in het midden van de glijdende schaal der seksen. Ver waren mijn tweets verwijderd van de vanuit feministisch oogpunt nogal verontrustende kernwoorden als ‘lief’, ‘nagels’ en ‘mijn man’ waaraan het programma vrouwen herkent. In plaats daarvan zat ik in een soort androgyne twitterzone, waar ik me psychologisch prima thuis voelde. Het speet me dan ook dat de mensen achter Tweet-Genie in het midden van hun glijdende schaal een keihard afkappunt hadden geprogrammeerd, waardoor het toch weer leek alsof sekse komt in twee smaakjes: roze en blauw.
Ik zeg bewust ‘leek’, omdat onderzoek al jaren laat zien dat mannen en vrouwen allesbehalve twee aparte menscategorieën zijn. Zo publiceerde de Amerikaanse psycholoog Janet Shibley Hyde in 2005 al een grote meta-analyse waaruit bleek dat vrijwel alle man-vrouwverschillen die we kennen bijzonder klein zijn. Er zijn wel een paar uitzonderingen: fysieke agressie, veel porno kijken en vaak masturberen behoren vooralsnog tot het mannendomein. Maar verder? Of het nu gaat over assertiviteit, competitiedrang, om hoeveel woorden iemand per dag spreekt, om begrip van wiskundige concepten, de seksekloof is minimaal. Daarmee bevestigde Hyde haar gender similarities hypothesis, die voorspelde dat bij zowel volwassenen als kinderen de overeenkomsten tussen de seksen veel groter zouden zijn dan de verschillen.
De juistheid van deze gelijkheidshypothese werd sindsdien meerdere malen bevestigd. Afgelopen februari nog, toen een groep psychologen van de Universiteit van Rochester met een nieuwe analyse kwam van data van dertien goed uitgevoerde onderzoeken naar sekseverschillen in persoonlijkheid. Op deze data lieten ze een statistische bewerking los waarmee ze konden nagaan of mannen en vrouwen qua karakter in twee ‘subsoorten’ vallen – de spreekwoordelijke mannen van Mars en vrouwen van Venus – of dat iedereen juist ergens op die glijdende schaal tussen mannelijk en vrouwelijk zit. Dat laatste bleek het geval.
Het is simpelweg niet waar dat de dames aan de lieve, zachte, empathische kant van de verdeling (m/v) samenklonteren, terwijl mannen aan de andere kant stoer, rationeel en technisch ingesteld zitten te wezen. Sterker nog: zelfs de persoonlijkheidstrek ‘mannelijkheid’ bleek gelijkelijk verdeeld over de seksen. Het merkwaardige is dat de uitkomsten van deze studies tegelijkertijd zelden betwist worden maar ook zelden genoemd. Zo las ik onlangs het nieuwste boek van vermaard neurobiologieprof Dick Swaab. Hij heeft zijn knallendechampagne-bestseller Wij zijn ons brein samen met Jan Paul Schutten vertaald naar een boek voor pubers, Jij bent je brein. Op pagina 52 legt Swaab uit hoe het ook alweer zit met sekseverschillen: ‘Jongens en meisjes met elkaar vergelijken is als appels en peren vergelijken. Het brein van mannen is heel anders dan dat van vrouwen.’
Appels en peren? Het klinkt haast alsof Swaab de onderzoeken van Hyde of uit Rochester niet kent. Maar zulks is niet het geval. Ik heb Swaab tijdens debatten deze studies voorgelegd, en hij bevestigde dat hij van dit alles weet heeft. Om vervolgens toch weer over de vele verschillen tussen mannen en vrouwen te gaan praten alsof het mensdom uit twee soorten bestaat.
Swaab is niet de enige onderzoeker die dit doet, ook al is hij momenteel voor de leek waarschijnlijk wel de invloedrijkste. Het idee dat mannen en vrouwen psychologisch gezien vrijwel hetzelfde zijn, wil in onze wereld, de academische incluis, maar moeilijk doordringen. De enige oplossing lijkt me het rigoureus afschaffen van de twee geslachtelijke hokjes. In paspoorten en studies noteren we sekse dan voortaan conform het wetenschappelijk bewijs met op zijn minst een zeven-puntsschaal. Mensen als ik kunnen dan het middelste hokje aankruisen en lekker psychologisch androgyn blijven. Misschien kan TweetGenie het goede voorbeeld geven?'