Opinie: Gefeliciteerd jonge doctor

| Redactie

Gefeliciteerd, jonge Doctor.

Als emeritus bij de UT val ik regelmatig in als voorzitter van een promotiecommissie. Ik heb nu meer dan honderd promoties in deze functie meegemaakt, in alle faculteiten, technische wetenschappen, gedragswetenschappen, bestuurskunde, onderwijskunde, allemaal. Er zijn verschillen tussen de faculteiten, maar er is een algemeen patroon te herkennen, waar ik het hier over wil hebbben.

Ik ben gepromoveerd in 1962 in Delft bij L.J.F. (Bert) Broer op een onderwerp uit de magnetohydrodynamica. Tijdens de voorbereiding had ik alleen met hem te maken. Het onderwerp maakte geen deel uit van een groot project en er was geen contract met een industrie. Dit maakte dat de promotie-commissie geheel bestond uit wetenschappers , door de promotor uitgenodigd vanwege hun expertise op het terrein van het proefschrift.

Neem nu een hedendaagse promotie. De promotor heeft een research proposal, waar hij hard aan gewerkt heeft, gehonoreerd gekregen. Fijn, dat is binnen. Er wordt een promovendus gevonden, die vier jaar aan het werk gaat onder leiding van de promotor waarbij soms een assistent-promotor als dagelijks begeleider wordt ingeschakeld. Het project is multi-disciplinair (vergroot de kans op honorering) en een of twee collega`s in dit project kunnen door de promotor niet bij de samenstelling van de commissie worden gepasseerd. Dan is er betrokkenheid van een industrie, waar de promovendus eens in de maand een dag komt. Het hoofd van de researchafdeling daar moet toch ook in de commissie worden gevraagd, hij is zelfs mede–auteur van een van de gepubliceerde of bijna gepubliceerde artikelen waaruit het proefschrift bestaat. En, o ja, de promovendus heeft vier maanden in een buitenlands laboratorium gewerkt. We nodigen de leider daarvan ook uit in de commissie. Dat vindt hij, of zij, vast leuk. Zo wordt de commissie bijna geheel gevormd door mensen die nauw bij het proefschrift betrokken zijn geweest.

Tijdens de verdediging krijgt de promovendus wat complimenten en echt moeilijke vragen worden vriendelijk vermeden. De hele plechtigheid is meer een feestelijke bijeenkomst voor de promovendus resp. promovenda, zijn/haar familie en alle betrokkenen ter afsluiting van een periode van hard werken. Het geheel is in drie kwartier ook alweer voorbij. Vooral is het jammer en een beetje genant tegenover buitenlandse leden van de commissie . Zij hebben een, vaak verre, reis gemaakt en zich in het proefscrift verdiept. Ter zitting kunnen ze een korte vraag stellen en zitten er verder voornamelijk als ornament bij.

Ik vind deze teloorgang van een echte ondervraging toch wel jammer. Toen ik dit een keer na afloop van een promotie te berde bracht, kreeg ik een interessante reactie van een van de leden. 'Wij hoeven het de promovenda(us) niet moeilijk te maken. Ons werk is al door de referees van de artikelen gedaan'. Daar valt weinig tegen te zeggen, ware het niet dat meestal de promovenda(us) slechts één van de auteurs is.

Ik bedoel dit alles niet als een verwijt. De geest van de tijd brengt het met zich mee. Wat te doen? Nu we op het angelsaksisch model van de studie, bachelor en master, zijn overgegaan zouden we dit ook voor de promotie kunnen doen. De examinering bestaat dan uit een ondervraging, niet openbaar, door een klein aantal, twee of drie, experts. Er kunnen dan ook nog wijzigingen worden aangebracht. De openbare uitreiking, later in de tijd, is dan de feestelijke bekroning. Een idéé?

Leen van Wijngaarden, emeritus hoogleraar UT

Op de foto UT-pedel Gerrit Keizer.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.