Schadelijk wetenschapsbeleid: meer Pasteur ten koste van Bohr

| Redactie

Sinds het aantreden van kabinet Rutte waait er een andere wind door de wetenschap. Met de leus “van kennis naar kunde naar kassa”, ligt de nadruk op toegepast, valoriserend onderzoek. Dit gaat echter ten koste van het budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Deze korting op fundamenteel onderzoek en de groeiende nadruk op directe ‘kassa’ van wetenschappelijk onderzoek, is schadelijk voor de Nederlandse wetenschap en onze economie op lange termijn.

Photo by: Gijs van Ouwerkerk

Staatsecretaris Zijlstra lichtte dit beleid toe met de uitspraak dat onderzoekers “wat meer Pasteur en wat minder Bohr” moeten zijn: meer toegepast en minder fundamenteel. Alexander Brinkman, hoogleraar natuurkunde aan de UT en lid van de Jonge Akademie, typeert deze beeldspraak als een foute uitspraak: “het een kan niet zonder het andere”. “Van Bohr kun je niet zeggen dat het geen toepassing heeft gehad, alle moderne elektronica is gebaseerd op [Bohr’s bijdrage aan de] kwantummechanica. Dus als je minder Bohr wilt, dan is dat heel slecht voor je economie.” Dit voorbeeld toont aan dat het een kortetermijnvisie is dat er alleen ‘kassa’ komt van toegepast onderzoek. Juist fundamenteel onderzoek kan veel ‘kassa’ opleveren, zij het op langere termijn.

Natuurlijk is het belangrijk dat het bedrijfsleven en de wetenschap worden gestimuleerd om te innoveren en te valoriseren. Het kabinet stelt hiervoor geld beschikbaar aan negen topsectoren, waarbinnen het bedrijfsleven en wetenschappers samen onderzoeksvoorstellen doen. Hiervoor moet onder andere het KNAW een deel van zijn budget opofferen en het NWO zelfs vijftig procent van zijn budget. Zij zijn de belangrijkste financiers van fundamenteel onderzoek.2 Dit topsectorenbeleid is vooral schadelijk voor de alfa- en gammawetenschappen, omdat zij buiten de topsectoren vallen. Het kabinet gokt hiermee op meer innovaties op de korte termijn, ten koste van een goed werkend systeem voor toekomstige innovaties en maatschappelijke vooruitgang: fundamenteel onderzoek. Immers, volgens de Algemene Rekenkamer is onbekend welke innovatie-instrumenten werken, omdat effecten van voorgaand innovatiebeleid niet meetbaar zijn. Doe dit innovatie-experiment daarom alleen met extra investeringen.

In deze discussie is ook de waarde van wetenschap belangrijk. Gaat wetenschap niet over het beantwoorden van vragen en waarheidsbevinding in plaats van ‘kassa’? Het is net als kunst, het levert niet direct wat op, maar is wel waardevol. Volgens Brinkman is fundamenteel onderzoek van belang voor het totale kennisniveau van Nederland en de positie van Nederland in de internationale wetenschap. Deze twee punten zijn essentieel voor de ambitie van het kabinet om tot de top vijf van kenniseconomieën te behoren.

Daarnaast kent privaat gefinancierd onderzoek een belangrijk nadeel voor de wetenschap: soms mogen onderzoekers niet alle gegevens publiceren. Doordat het beleid er op gericht is dat voor vrijwel alle financiering van onderzoek een private medefinancier nodig is, wordt de vrijheid en openbaarheid van de wetenschap aangetast. Hierdoor kan in sommige gevallen de schijn van partijdigheid ontstaan en dat schaadt de wetenschap.

Langs verschillende wegen is de nadruk op ‘kassa’ en de korting op fundamenteel onderzoek dus schadelijk voor de Nederlandse wetenschap en economie. Investeren in het innovatievermogen van Nederland is echter wel belangrijk. Daarom: meer Pasteur met behoud van Bohr!

Thijs Scholten, Student Applied Physics

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.