Op naar een open wetenschap

| Redactie

Open wetenschap? Jazeker, maar veel sprake is er nog niet van. Wetenschappers publiceren immers vooral in dure tijdschriften en delen maar weinig onderzoeksdata. Hoewel steeds meer open access alternatieven en mogelijkheden zich aandienen, zijn veel onderzoekers nog niet overtuigd van de voordelen. Dat is jammer, want maatschappij en wetenschap zijn gebaat bij een open wetenschap.

Het merendeel van alle wetenschappelijk onderzoek in Nederland is betaald met belastinggeld. Particulieren en bedrijven betalen dus eigenlijk voor het onderzoek en de resultaten. Daarom zouden ze ook recht moeten hebben op open access: vrije toegang tot artikelen en onderzoeksdata. Dat is ook nuttig, zo kunnen artsen deze informatie gebruiken voor de behandeling van patiënten. De NWO, de grootste subsidieverstrekker voor wetenschappelijk onderzoek in Nederland, is ook overtuigd van dit morele recht. Ze heeft daarom onlangs besloten om het open publiceren van onderzoeksdata en artikelen contractueel te verplichten. Dat is een grote stap naar een open wetenschap.

Voor de wetenschap heeft het open publiceren van onderzoeksdata grote voordelen. Dat stelt ook Mieke Boon, hoogleraar Filosofie van Wetenschap in Praktijk aan de UT. Zij weet uit ervaring dat het enorm veel werk kan zijn om data uit artikelen te extraheren. Volgens haar zou het openbaar maken van onderzoeksdata vervolgonderzoek dan ook aanzienlijk vergemakkelijken. Daarnaast wijst ze op het belang van ruwe onderzoeksdata, want die bevatten de empirische kennis. Het klassieke idee van wetenschap is dat de informatie in de artikelen zit, maar in de ruwe data zit vaak meer informatie dan onderzoekers publiceren. Het zou volgens haar dan ook mooi zijn als die onderzoeksdata vrij beschikbaar komen. Zo blijft er meer empirische kennis bewaard. Dat leidt bovendien tot een hogere efficiëntie: het voorkomt immers dubbel werk.

Toch zijn veel onderzoekers nogal huiverig voor het openbaar maken van hun onderzoeksdata. Onderzoek wijst uit dat ze daarvoor vooral drie redenen hebben: onderzoekers zijn bang dat een ander de data niet goed begrijpt, hun conclusies verwerpt of iets interessant vindt dat ze gemist hebben. De eerste reden is begrijpelijk, maar vervalt als onderzoekers bij alle data een korte uitleg geven. Dat is ook gebruikelijk als onderzoekers data verstrekken. De laatste twee redenen zijn echter juist een voordeel van open data. Mochten andere onderzoekers een andere conclusie trekken of iets interessants vinden, dan is dat wetenschappelijke vooruitgang.

Openheid van onderzoeksdata heeft bovendien een preventieve werking tegen wetenschapsfraude. Mieke Boon beaamt dat. Ze spreekt van een sterke psychologische werking die uitgaat van het idee dat iedereen data kan inzien en zo fraude zou kunnen ontdekken. Het zal echter niet leiden tot massale controle van onderzoeksdata. Dat hoeft ook niet. Ze trekt een vergelijking met de wettelijke dierexperimentencommissie, waarvan ze zeven jaar voorzitter is geweest. Het feit alleen al dat deze commissie bestond, leidde ertoe dat wetenschappers beter nadachten over experimenten met dieren. Evenzo verwacht ze dat openheid van onderzoeksdata bijdraagt aan de kwaliteit van onderzoek.

Dus, onderzoekers, laat uw twijfel varen. Meer openheid vergemakkelijkt uw werk, verbetert de wetenschap en is nuttig voor de maatschappij. Daarom: op naar een open wetenschap!

Chiel Scholten, Student Applied Physics

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.