Opinie: NOM: niet doen!

| Redactie

Het NOM is een splijtzwam in de universitaire gemeenschap geworden: aan de ene kant de bestuurlijke kaste die via “voorbereiding” de hele managementlijn stap voor stap dwingt mee te werken in een onontkoombaar proces (angstcultuur!) en aan de andere kant een grote meerderheid van docenten, die mokkend hopen dat het toch niet doorgaat. Veel studenten hebben er geen mening over: het gaat hen niet aan en het is ook gecompliceerd. Maar degenen die wel de moeite nemen de plannen te beoordelen of binnen besturen en medezeggenschap actief zijn, zijn niet onverdeeld positief. UReka dreigt nu (met pro-UT en Chairman) binnen de UR over te stappen naar het managementkamp.

Zoals bekend ben ik vanaf het begin tegen het opleggen van een onderwijsmodel aan alle opleidingen geweest: ook nu de plannen verder “geëvolueerd” en wat verder uitgewerkt zijn, zijn de kwalificaties “risicovol”, “onnodig” en “niet uitvoerbaar” nog steeds van toepassing. Waar men elders in het onderwijs erkent dat grootscheepse, opgelegde stelselwijzigingen ongewenst en ineffectief zijn, staat de universiteitsraad nu voor het besluit om dat aan de UT wel te gaan doen.

Het college is selectief omgegaan met de eisen die de URaad heeft verbonden aan instemming en is vooral (schijnbaar) tegemoetgekomen aan eisen van UReka. In plaats van de keuze aan de opleidingen te laten, om geheel of gedeeltelijk of niet mee te doen, heeft ze toegezegd dat nu CreaTe en TG ook vanaf 2014 meedoen. Voor de rest moet de door de studenten gewenste uniformiteit voor herkansingen en slaagregelingen per module gerealiseerd worden via romp-OER’s. Voor “de bewaking van kwaliteit, goede uitvoering en bijstelling van het onderwijs” wordt een nieuwe bestuurslaag (ja, echt!) van clusters van opleidingen ingesteld en 2 miljoen rampenbudget gereserveerd. De belangrijkste gevraagde tegemoetkomingen, t.a.v. de zelfbeschikking van opleidingen en t.a.v. deelresultaten, ontbreken in de brei van loze (en voor de URaad niet te controleren of af te dwingen) toezeggingen. Dat hiermee de rechten van de huidige en toekomstige studenten gewaarborgd zijn, is een jammerlijke misvatting van UReka.

UReka speelt in de definitieve besluitvorming als studentenpartij een dubieuze rol. De partij zegt vooral voor de belangen van de studenten en van de kwaliteit van het onderwijs te staan. Na al hun kritiek op de gevolgen voor groepen studenten (activisten, langdurig zieken, ondernemers, deeltijders, overstappers) en voor de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de opleidingen (kritiek die ook OLC’s en FR-en rapporteren), komen ze nu tot een totaaloordeel, dat zich als volgt laat samenvatten: “Het opleggen van thematisch modulair projectonderwijs is een must voor alle opleidingen, want dat maakt de opleidingen leuker voor studenten. Of dit model binnen de bestaande en toekomstige budgetten en met de beschikbare personele capaciteit (kwalitatief goed) uit te voeren is, is een verantwoordelijkheid van het college van bestuur.”

Dit getuigt m.i. van een wel erg beperkte opvatting over medezeggenschap en van het verkwanselen van studentenrechten. De rol van de URaad is niet zozeer het zelf formuleren van een visie, maar het toetsen van de visie van het college en dan met name, namens de achterban van studenten en personeel, toetsen van concrete beleidsbeslissingen vanuit het algemeen belang van de UT. Een totaaloordeel en een zorgvuldige belangenafweging van alle aspecten en belanghebbenden zijn daarbij geboden. Zo moet het NOM-plan afgewogen worden tegen alternatieven en risico’s en tegen de beschikbare budgetten, de personele capaciteit en het belang van onderzoek en wetenschappelijke carrières. Dat is de taak van de raad, van zowel het personeel als de studenten.

Het draagvlak onder studenten en personeel en de door hen geventileerde opvattingen moeten een belangrijke rol spelen in de besluitvorming van de URaad – en dan kun je niet anders dan constateren dat die vrezen dat de beoogde doelstellingen niet gehaald worden en dat de kwaliteit en studeerbaarheid van de opleidingen onder druk komen te staan, om het maar eufemistisch uit te drukken. Waar het college beweert dat de administratie van alleen modules in alle opleidingen “efficiencywinst” in de ondersteuning oplevert, verschuift de administratieve last naar de opleidingen: clustermanagers gaan OLD’s aansturen, die op hun beurt weer modulemanagers aansturen, die vervolgens weer docententeams gaan leiden. Lekker efficiënt, maar deze nieuwe managementlijn zal wel weer een flink deel van het onderwijsbudget opslokken. Ondertussen zien docenten met lede ogen aan hoe nieuwe modules worden gevormd: in het ene geval worden oude vakken verknipt tot thematische modules en in het andere geval worden gewoon 3 oude vakken van 5 EC thematisch geclusterd waarna binnen die module weer een project gecreëerd moet worden ten koste van die vakken. Gezien de kortingen op de onderwijsbudgetten vormen de door het college gevormde budgetten hoogstens een compensatie voor de tekorten. Elke docent weet dat het nieuw definiëren en opzetten en afstemmen van vakken tijdrovend is - en enige jaren vergt om kinderziektes er uit te krijgen. Daar is bij een krimpende staf feitelijk geen ruimte voor, laat staan voor het fatsoenlijk afhandelen van studenten in de bestaande opleidingen. Cynische UT-bestuurders hebben opgemerkt dat “onderwijs kost wat je erin stopt”: met wat er nu ingestopt wordt en vervolgens als tegenprestaties van docenten geëist wordt, krijg je als student dus minder EC’s (bij gelijke eindtermen) of minder competenties.
Het zou toch ondenkbaar zijn, dat UReka (ook in zijn eenzijdige rol als studentenbelangenbehartiger) niet opkomt voor grote groepen van studenten die niet voltijds kunnen of willen studeren maar via dit model daartoe gedwongen worden, en bovendien kwaliteitsverlies en gebrek aan draagvlag accepteert om het idee van thematisch/modulair projectonderwijs door te voeren.

Roep UReka (en Pro UT en Chairman) op om niet in te stemmen en zo (eindelijk) een echt open discussie over de gewenste ontwikkeling van de opleidingen mogelijk te maken!

Dick Meijer

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.