Ingezonden

| Redactie

Naar aanleiding van het overlijden van Gerard van Emous en Herma Boom

Het is ergens in 1998. Ik zit op de tribune van het zwembad te wachten tot de les van mijn kinderen voorbij is. Naast me zit Ank Bijleveld, op dat moment Tweede Kamerlid. Het rommelt wat bij communicatie, het CvB verwacht van ons een steviger ondersteuning voor de lobby in Den Haag. ‘Weet jij niet iemand?’, vraag ik Ank. Een week later geeft ze me het visitekaartje van Gerard van Emous. Ik speel het door aan de toenmalige directeur van communicatie, en niet veel later komt Gerard in dienst van de Universiteit Twente. Het is het begin van een heel intensieve periode in de samenwerking met Gerard. Die komt echt op gang op het moment dat Gerard inderdaad woordvoerder van het CvB wordt en Arwin Nimis directeur van communicatie. Het is de tijd van de brand in TW/RC nu Cubicus, van grote tegenstellingen tussen het college en de decanen, van reorganisaties. Gerard was een koning in deze hectiek. Een feilloos politiek instinct, bikkelhard soms in zijn oordelen, niet onder de indruk van verbaal geweld. Een woordvoerder die bestuurders uit de wind kon houden, ze kon coachen en ze behoeden voor communicatief minder handige beslissingen. Een woordvoerder die dankzij zijn enorme netwerk het college een podium kon bieden in de pers en in Den Haag.

Gerard was geen leider, hij was exact op zijn plaats achter een sterke directeur, hij had oprecht een hekel aan alles wat met formeel leidinggeven te maken had. Functioneringsgesprekken vond hij ‘bagger’. Als iemand het niet goed deed dan vertelde hij het wel direct. Maar omgekeerd, als iemand het goed deed was hij oprecht in zijn complimenten. En wee degene die het waagde iets over zijn mensen te zeggen. ‘Als mijn medewerkers het verknoeien, mag je míj op mijn flikker geven….’. Behalve een gedreven professional was Gerard iemand die het belangrijk vond dat er een evenwicht tussen werk en plezier moest zijn. Als laatste weg bij een borrel op vrijdagmiddag, en belangrijke gesprekken kon je het best bij een goede lunch te voeren.

Op een gegeven moment kwam de UT in rustiger vaarwater, de intensieve manier van samenwerken met het college, zoals die zich had ontwikkeld in de tijd van Frans van Vught, werd minder. Arwin Nimis vertrok en Gerard werd interim hoofd communicatie, een positie die hij nooit had geambieerd. In 2009 besloten Gerard en de UT dat het mooi was geweest, en Gerard ging als zelfstandige communicatieklussen uitvoeren vanuit zijn huis in Buurse. Uit het oog bleek allerminst uit het hart, Gerard bleef contact houden met de mensen met wie hij bijna 10 jaar had samengewerkt. Ik kwam regelmatig in Buurse, we spraken over de UT, en gaven elkaar over en weer goede raad.

Het is 2013, ik zit in de trein en lees op twitter dat er twee dode lichamen zijn gevonden in een huis aan de Ammeloeweg in Haaksbergen. Ik weet meteen dat dit niet goed zit. Er staat maar één huis aan die straat en dat is van Gerard en Herma. Ik speelde al weken Wordfeud met Gerard en hij had zijn beurt na 72 uur laten verlopen. Dat had hij nog nooit gedaan. Ik bel en stuur een sms. Vrijdagavond hoor ik via collega Wiebe van der Veen de bevestiging van mijn vermoedens. Zaterdag komt de klap van de uitkomst van het politieonderzoek. Collega’s bellen, twitteren en whatsappen. Ik zet een oproep op twitter en facebook om maar bij elkaar te komen en een borrel op hen beiden te drinken. Negen collega’s komen bijeen in Forum. Iedereen zit met dezelfde vragen en dezelfde verbijstering. Iedereen verzint scenario’s wat er zou kunnen zijn gebeurd in het leven van twee mensen. Het liefst scenario’s die, hoe verdrietig de uitkomst ook is, een flintertje begrip voor een onbegrijpelijke beslissing mogelijk maken. Nog iets van het beeld in stand houden dat we van Gerard en Herma hadden. Uiteindelijk komt het er op neer dat twee personen die ons na stonden er plotseling niet meer zijn. Daar past verdriet. Over hoe het zo verschrikkelijk uit de hand heeft kunnen lopen kunnen we gissen, maar zullen we nooit weten. Ik ben een illusie armer. Je denkt iemand te kennen, je denkt dat je kunt inschatten hoe iemand in het leven staat. Sinds dit weekend ben ik daar niet meer zeker van.

Jan Volbers, projectmanager UT

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.