Bij de start van de campus was er het systeem van sleutels ruilen. Een nieuwkomer kreeg een kamer en kon de kamersleutel tijdens de introductieperiode ruilen met een andere nieuwkomer, om zo op een meer passende woongroep terecht te komen.
In de jaren tachtig ontstond het systeem van de kamerzoekdagen. Er werden precies evenveel kamerzoekers uitgenodigd als er beschikbare kamers waren. Tijdens de zoekdag konden flats en kamerzoekers tot een match komen en aan het eind van de dag werden overgebleven kamers toegewezen aan overgebleven kamerzoekers, het zogenaamde plaatsen. Een mooi systeem van een gesloten markt met keuzevrijheid en regulering.
Het kamerzoekprogramma was een meerdaags evenement waarbij de kamerzoeker logeerde op een logeerflat. In het welkomsdeel zat ook een ervaringsdeskundige - een jongerejaars - die vertelde hoe zijn of haar kamerzoektocht was gegaan en hoe het leven in een woongroep nu werd ervaren. Bewoners van de logeerflat traden de eerste dag - dus voor de echte zoekdag - op als procesbegeleider en legde de nieuwkomer uit hoe de logeerflat werkte, bezochten andere woongroepen en maakte een rondje over de campus. Hierdoor kreeg de kamerzoeker een beter beeld van het wonen in een woongroep. Het voordeel voor de flat met een lege kamer, dat de kamerzoekers al een idee hadden over het leven op de campus. Hierdoor gingen de kennismakingsgesprekken makkelijker.
Een systeem van een gesloten gereguleerde kamermarkt met procesbegeleiding, kan ook uitstekend in digitale vorm worden ondersteund. Misschien vormt dit oude concept een inspiratie voor de huidige discussie over coöptatie.
Bas van den Heuvel
Alumnus en enkele jaren verantwoordelijk voor de kamerzoekdagen