Een overwinning voor Scientist Rebellion, zo kun je de gepeperde verklaring van de UT over fossiele samenwerking wel zien. Het waren immers activistische studenten en wetenschappers die de fossiele banden het afgelopen jaar keer op keer ter discussie stelden. Hier op de campus en elders in het land. Dat schuurde soms. Maar het werkte ook.
Na een uitgebreide serie duurzaamheidsdialogen, is de UT de eerste technische universiteit die nu expliciet stelling neemt. En daar zijn we trots op. De Technische Universiteit Eindhoven zakt weg in kleinere en grotere schandalen. Een bestuursvoorzitter die een actievoerende student wegsleept, verdient geen schoonheidsprijs. Een nieuwe rector die zelf verwikkeld is in fossiele belangverstrengeling maakt het geheel nog problematischer. En dat bestuurders vervolgens de academische persvrijheid om zeep proberen te helpen, is een absolute doodzonde.
Meepraatmomenten
Ook bij de TU Delft, de hofleverancier van fossiel Nederland, zit er weinig schot in de zaak. Na een jaar komt ze met een heuse ‘morele beraadkamer’ en organiseert ‘nieuwe meepraatmomenten’ over banden met de industrie. Meepraatmomenten. Brrr. Voor Wageningen Universiteit zou het vrij makkelijk moeten zijn om stelling te nemen. Die zit namelijk maar een klein beetje in fossiel (maar wel tot over hun oren in big agro). Verder dan een luie verdediging van de bestaande banden is het bestuur echter niet gekomen. De UT neemt daarentegen wél stelling. En dat doet ze op drie manieren.
‘De UT neemt daarentegen wél stelling’
Allereerst roept het college van bestuur fossiele bedrijven op om zich te committeren aan het Parijs Akkoord. Daarmee geeft ze openlijk toe wat wij allemaal al weten: bedrijven als Shell hebben dat commitment op dit moment volstrekt niet. Want op je website of in het openbaar zeggen dat je de anderhalve graad zo belangrijk vindt, betekent niets als je tegelijkertijd blijft investeren in nieuwe olie- en gaswinning. Klimaatwetenschappers zijn glashelder over de eerste stap in de transitie: stoppen met verdere klimaatontwrichting begint met een stop op het bouwen van nieuwe fossiele infrastructuur. Bedrijven die in nieuw fossiel blijven investeren – of daar hand- en spandiensten aan verlenen, zoals Fugro en Van Oord – hebben zich in de praktijk dus niet aan Parijs gecommitteerd maar aan een aarde die op veel plaatsen onleefbaar wordt.
Shell, Total en ExxonMobil
Ten tweede zegt de UT ‘nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met de fossiele industrie alleen aan te gaan met die partijen die een substantiële verandering in hun aanpak tonen om de transitie te maken van fossiele naar alternatieve, hernieuwbare bronnen’. Dat is hét kernpunt van de verklaring. Bij Shell, Total en ExxonMobil zien we op dit moment juist het tegenovergestelde gebeuren. Zij komen terug op hun zwakke of niet bestaande verduurzamingsplannen en gaan juist méér naar olie en gas boren. Die clausule van ‘substantiële verandering in aanpak’ maakt duidelijk dat nieuwe samenwerkingen pas weer mogelijk zijn als bedrijven een scherpe U-bocht maken.
‘Een aantal studieverenigingen laat zich sponsoren door fossiele bedrijven, met lunchlezingen ter plaatse’
Als laatste maakt de UT nu duidelijk dat het probleem niet ophoudt bij onderzoeksgeld. De campus is namelijk óók het terrein voor fossiele wervingsactiviteiten. Tegen die achtergrond zegt het CvB ervan af te zien ‘om stages en afstudeerprojecten te promoten bij bedrijven die zich niet houden aan de eerder genoemde principes’. Die principes gaan over de klimaatdoelstellingen van een bedrijf. Hiermee geeft de UT een belangrijk signaal af aan studenten. Een aantal studieverenigingen laat zich nog altijd sponsoren door fossiele bedrijven – met lunchlezingen en diners ter plaatse. Ook worden deze bedrijven van harte welkom geheten op de jaarlijkse bedrijvendagen. Studenten die zich actief inzetten voor hun vereniging en organisatoren van de Bedrijvendagen zeggen graag ‘neutraal’ te willen blijven in het bedrijfsaanbod. In feite zegt de UT nu: de rode loper blijven uitrollen is niet neutraal, het is promotie.
Greenwashing
Natuurlijk zijn er belangrijke kanttekeningen te maken. De verklaring is wat wollig. Noem het bestuurderstaal. En onder die wolligheid zitten een paar forse tegenstrijdigheden die elke bezorgde aardbewoner wantrouwig maakt. Zo lezen we een paar regels na de clausule over de substantiële verandering in aanpak: ‘Waarom we soms toch met de fossiele industrie samenwerken’. Huh? Wordt hier misschien erg op de zaak vooruit gelopen? Of wordt ons hier zand in de ogen gestrooid?! Daarnaast schippert de verklaring ook tussen voorwaarden voor projecten en voorwaarden voor partners. Dat moet natuurlijk het laatste zijn. Want voor een groen project bij een vieze partner bestaat een heel mooi woord: greenwashing. En met het commitment aan een duurzame toekomst dat van deze verklaring afspat, is dat natuurlijk wel het laatste waar de UT aan mee wil werken…
Een en ander moet nog concreet worden uitgewerkt in een nieuwe commissie. Wij nemen daar graag zitting in en wachten op een uitnodiging. Sleutelvraag: hoe maak je de voorwaarde van daadwerkelijk (niet alleen verbaal) commitment aan de anderhalve graaddoelstelling van Parijs concreet in je partnerkeuze? Het onderzoekscollectief Solid Sustainability heeft daar interessante ideeën voor, ontleent aan de financiële sector. Laten we daar ons licht opsteken. En hopen dat het bestuur staat voor wat ze zegt.
Guus Dix, universitair docent en initiatiefnemer Scientist Rebellion op de UT