De UT blijkt de lat een stuk lager te leggen dan andere universiteiten. De Uraad adviseert daarom striktere toelatingseisen. Soms kunnen studenten elkaar nauwelijks verstaan. En soms zouden docenten niet met hun studenten kunnen communiceren. De lage toelatingseisen komen de inclusie van de studenten én het onderwijs niet ten goede.
Ai ai, een discussie over Engels op de UT. Snel dat tapijt omhoog. Mijn voertaalvoorkeur heb ik eerder al duidelijk gemaakt in U-Today: 1) Twents, 2) Engels, 3) Nederlands. Als gevolg van die column noemde iemand mij hoogleraar in het AD. Die journalist was de tijd vooruit. Held! Maar als mijn wil niet geschiedt, dan moeten we het toch maar even over dat Engels hebben.
Herken ik als docent de communicatie- en inclusieproblemen? Mwow, ik denk dat ik 99% van de studenten wel voldoende begrijp als ik met hen praat. Er waren er drie, uit Aziatische landen, die ik niet verstond. In de notulen van de Uraad wordt niet gesproken over wiens Engels dan onverstaanbaar is, dus laat ik zelf even de olifant in de kamer benoemen. Het gaat volgens mij om Aziatische studenten? Twee van de studenten die ik niet kon verstaan kon ik geen onderwijs geven, omdat ik hen niet verstond. Ze bungelden maar wat bij het projectbesprekingen. Ik en hun teamgenootjes kregen maar moeilijk zicht op welke taken ze wél konden doen. Desgevraagd zeiden ze ook niks. Het ongemak spatte ervan af tijdens vergaderingen. Het enige meisje dat ik ooit niet verstond, compenseerde haar taalprobleem met haar gedrag. Ik had geen taal nodig om te snappen dat ze heel pienter was en graag mee wilde doen. Ik kon haar woordloos wel bereiken. Ze ontpopt zich nu al een paar jaar tot creatief ontwerper en voorvechtster van gelijke kansen voor vrouwen in de wetenschap. Zo mooi om te zien!
Verbale taalproblemen komen dus wel voor, maar zijn niet zo onoverkomelijk. De taalproblemen van docenten konden wel eens een groter probleem zijn. Gniffel. En meer nog dan een paar Aziaten, maak ik me zorgen over de Nederlandse en internationale studenten die geen goed Engels kunnen schrijven. Als ik een scriptie nakijk, vraag ik de student vaak te kiezen: ‘Hoe wil je dat ik mijn tijd besteed? Aan het verbeteren van je Engels of de inhoud van je scriptie? Ik heb geen tijd allebei te doen’. En voordat iemand nu gaat pleiten dat we dus geen Engels, maar Nederlands, als voertaal moeten hebben…... Ik heb lang in Leiden gewerkt en het Nederlands in de scripties is net zo slecht als het Engels in de Engelstalige scripties. Onze studenten hebben een schrijfprobleem. Einde column? Nee.
Terug naar de Uraad. De Uraad adviseert de UT strenge toelatingseisen, compatibel met andere universiteiten, te handhaven. De rector lijkt dat nou niet de oplossing. Dat zou niet fair zijn tegenover mensen uit andere culturen. Zij praten misschien anders. Geen idee wat hij daarmee precies bedoelt, maar de rector denkt in ieder geval dat ze wel kunnen onderwijzen in Engels. Oh ja, taal- en cultuuronderwijs is ook echt onze specialiteit in Twente.
Zijn pleidooi voor inclusie van deze studenten is welgemeend. Daar ben ik van overtuigd. Hij is een wetenschapper net als wij. Wij weten als geen ander dat internationale samenwerking en diversiteit nodig is om genuanceerd globale problemen op te lossen. Maar de lat laag leggen enkel en alleen vanwege inclusie? Is dit Twentse gastvrijheid? Ik geloof er niks van. De toelatingseisen houden we lekker laag, want – en nu komt de ándere olifant in de kamer – de UT lijdt aan hebzucht. Die hebzucht is niet onze Twentse of academische natuur. Hij is ook niet aan komen waaien. Nee, hij is met kracht onze kant op geblazen vanuit Den Haag. Net als naar andere hogeronderwijsinstellingen.
We rennen allemaal mee in de ratrace om de meeste studenten. De politici kijken watertandend toe: ‘Kijk toch eens hoe gewild onze universiteiten en hogescholen zijn. Kijk toch eens hoe hard die rectoren en docenten lopen. Ze mogen dan een tyfushekel hebben aan ons beleid, ze lijken elkaar nog meer te haten. Verdeel en heers’. Het Nederlandse hoger onderwijs concurreert inmiddels met landen die Engels als moedertaal hebben. In een mooi overzicht van U-Today (‘Hoe de basisbeursmiljoenen verdampen’) zie je hoe elk jaar het aantal internationale studenten groeit met 15 %. De acht-en-een-half miljard van Van Engelshoven gisteren laat mijn scepsis niet verdwijnen. Engel, Engels, het is allemaal wat dubieus deze week. Ik hoor mezelf ineens neuriën: ‘Maar engelen bestaan niet’. Het U-Today artikel bevestigt wat we allemaal voelen: het aantal studenten per docent groeit. Onderwijs wordt massaler, minder persoonlijk, gehaaster met minder Twentse gastvrijheid. What can possibly go wrong?