Niet voor niets noemt hij zijn kunstwerk ‘het geval’. Schippers is namelijk wars van intellectuele dikdoenerij. Tegendraads, antiautoritair, origineel. En veelzijdig: liedjesmaker, toneelschrijver, radio- en televisiemaker, presentator van de Nationale Wetenschapsquiz en Zomergasten, de stem van Ernie en Kermit in Sesamstraat…
Op de campus staat veel moderne kunst. Dat is te danken aan de eenprocentsregeling: van de bouwsom voor nieuwe overheidsgebouwen was één procent voor kunst. Die regeling werd na de Tweede Wereldoorlog opgezet om kunstenaars van opdrachten te voorzien. Die waren immers als kerkratten zo arm door crisis- en oorlogsjaren. In principe moest dergelijke kunst vastzitten in of aan een gebouw, zoals een muurschildering of een reliëf aan de gevel. Toen de Technische Hogeschool Twente in 1961 ontstond, begon die met een immens terrein maar zonder huisvesting. Bij wijze van uitzondering mocht de THT de regeling ook aanwenden voor kunst in de omgeving van een nieuw gebouw. Vandaar dat vijf kunstenaars in 1978 een ontwerp voor de ruimte rondom de Vrijhof mochten indienen. Schippers was één van de geselecteerden. Eerst bedacht hij het idee om de ervoor liggende vijver vol te plempen met boerenkool. Daar stak zijn zakelijker ingestelde compagnon een stokje voor: non-conformisme is een aardig ideaal, maar soms moet je meebuigen met de realiteit van regels en criteria. Zo kwam Schippers op het verdronken torentje. Tot zijn verrassing kozen staf en studenten met overweldigende meerderheid voor zijn ontwerp. Inclusief zijn opzet dat er onware verhalen over het torentje verspreid moesten worden. Lag daar niet een compleet boerendorp onder water?
Bewust onwaarheden debiteren in een omgeving waar wetenschappers juist proberen om onware theorieën te ontkrachten of hypotheses van sluitend bewijs te voorzien, dat is pas provocerend. De campus is immers bij uitstek een plek waar de ratio dominant is. Eigenlijk is Schippers’ aanzet tot misleiding één lange neus naar de wetenschap.
Maakt het verzopen kerkje religie belachelijk? Schippers heeft daar geen woord aan gewijd. Geloof is simpelweg onbelangrijk in zijn absurdistische universum. Toch interpreteer ik zijn kerktorentje persoonlijk als een symbool van een ander soort zingeving dan de wetenschappelijke. Een verwijzing naar religie verdient ook een plek op de campus, of dat nu een kerktoren of een minaret is.
Schippers vertelde later over de officiële onthulling in 1979. Tot ontsteltenis van alle bobo’s begon een onbekende man met het schuim op de lippen te tieren dat zo’n torentje geen kunst was. En die Schippers? Een kunstenaar van lik-me-vestje. Volgens Schippers had hij de man ingehuurd: een acteur met een ontregelende act. Niemand kon mij bevestigen dat deze gebeurtenis echt plaatsvond. Zou dit ook zo’n onwaar verhaal zijn dat Schippers de wereld wil doen geloven?
Hiska Bakker is historica en journalist. Ze werkt als programmamaker en presentator bij Studium Generale.