Studenten, bier en kerosine. Deel 2: kerosine

| Wiendelt Steenbergen

Een ingezonden stuk van hoogleraar Wiendelt Steenbergen, die in een tweeluik schrijft over de relatie tussen studenten en twee bepaalde vloeistoffen. In dit tweede deel schrijft hij over de vloeistof kerosine – specifiek de verre studiereizen van studieverenigingen. ‘We zijn eraan toe om te zeggen: het kón niet op.’

Photo by: RIKKERT HARINK

Deel 1, mijn pamflet tegen de Elfbierentocht, heb ik met veel overtuiging geschreven. Maar nu kerosine. Lees dit stuk alsof het doorspekt is met vraagtekens. Die vraagtekens staan er nauwelijks, omdat een tekst die druipt van de nuance niet leuk is om te lezen, dus denk ze er maar bij.

Kroonjuweel

Ik krijg als groepsleider een kleurrijke brochure over de studiereis van studievereniging Arago die voor 2024 op het programma staat. Het is een aantrekkelijk document vol prachtige foto’s van de plekken die tijdens de reis worden aangedaan, met wervende teksten over de lokale natuur, cultuur en wetenschap. Willen de studenten me soms overhalen om mee te gaan? Het lijkt me prachtig! Maar helaas, er wordt alleen een financiële bijdrage aan mijn groep gevraagd, via sponsoring of betaalde klussen.

De studiereizen zijn één van de kroonjuwelen van onze studieverenigingen, en dan vooral reizen naar landen die een continent verderop liggen, eventueel met een oceaan ertussen. Zelf ben ik, als begeleidende docent, twee keer mee geweest met Paradoks: in 2009 naar Japan, in 2011 naar Singapore. Zoek op ‘studiereis’ op de website van U-Today, en ze komen allemaal langs: Zuid-Korea, China, Japan, Argentinië, Chili en Peru, Canada, de Verenigde Staten, het kan niet op.

Overtreffende trap

We zijn eraan toe om te zeggen: het kón niet op. De traditie van verre studiereizen is ontstaan in een tijd waarin het besef van klimaatverandering nog niet breed was doorgedrongen. Ver reizen: als je zin, tijd en geld had dan deed je het, duurzaamheid deed niet mee in de overwegingen. Inmiddels gaan we van warmterecord naar warmterecord, en ergens zou je verwachten dat dat invloed heeft op de keuze die we maken om al dan niet af te reizen naar een verre bestemming. De bestemming die de brochure aankondigt is de overtreffende trap van ver: Australië. Allemachtig, Australië, twee continenten en een oceaan verderop! Dat gaat wel heel ver…

Voortschrijdend inzicht

Bij de studieverenigingen lijkt er nog weinig bewustwording op dit punt. De brochure noemt de problematiek met geen woord. Logisch wellicht, je wil je beoogde geldschieters geen aanleiding geven om de hand op de knip te houden. Maar de organisatoren hadden op zijn minst voor een ecologische kunnen zorgen door te vermelden dat de CO2-uitstoot zou worden gecompenseerd, zoals hun voorgangers bij de studiereis in 2022 naar Zuid-Korea hebben gedaan. Dat was een actie achteraf, en voortschrijdend inzicht had er best toe mogen leiden dat de klimaatkwestie nu meteen was meegenomen in de prospectus.

Ik had al langer mijn twijfels bij het principe ‘hoe verder hoe beter’, maar Australië als bestemming gaf voor mij de doorslag om de staf van mijn groep voor te stellen deze reis niet te ondersteunen. Eerlijk gezegd weet ik niet of een belofte van CO2-compensatie daar veel aan had veranderd. Het is niet goed of het deugt niet, bij die Steenbergen. Als CO2-compensatie niet gepaard gaat met minder vliegen, en de luchtvaartsector in zijn geheel niet overtuigend is gericht op vermindering van uitstoot, dan is CO2-compensatie hooguit een sympathieke groene schaamlap.

Hoe verder hoe beter?

Hoe verder hoe beter, is dat zo? Als het doel van een studiereis is om – ik noem maar iets – je te verdiepen in de wetenschap, technologie, industrie, beroepsuitoefening in een andere cultuur, en in die andere cultuur op zich, dan hoef je het niet ver weg te zoeken. Groot-Brittannië bijvoorbeeld verschilt in al deze opzichten evenveel van ons als Australië. En het zou, als voorbereiding op de latere beroepspraktijk, voor veel studenten wel eens veel zinvoller kunnen zijn om dieper in Duitsland of Frankrijk te duiken dan in Canada of Brazilië.

Spiegel

Bij dit vraagstuk wordt ons als UT-medewerkers ook een spiegel voorgehouden, met name de reizende wetenschappers onder ons. Gaan we met z’n allen bewuster dan voorheen om met de vraag of we wel in het vliegtuig moeten stappen? Ik mag hopen dat we korte vliegreizen zoveel mogelijk vermijden, en dat al die verre vliegreizen professioneel noodzakelijk en belangrijk zijn: voor de wetenschap, voor je loopbaan, voor de universiteit. Ik heb grote bewondering voor de moeite die de deelnemende studenten doen om zo’n verre studiereis te realiseren. Maar ik mis de noodzaak. Het komt meer op me over als: het kan, dus we gaan.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.