Mario Boot is erg enthousiast over zijn onderzoek. ‘Ik vond fietsen altijd al leuk. Mijn ouders namen vaker de tweewieler dan de auto, dus ik heb het van huis uit meegekregen’, vertelt hij. ‘Ik ben graag buiten en ik denk dat veldwerk ongelooflijk belangrijk is. Erop uit trekken was dan ook een van de eerste dingen die ik deed toen ik met mijn onderzoek begon. Ik sprak met fietsenmakers om erachter te komen wat de meest voorkomende problemen met e-bikes zijn. Ik bezocht Experience Centers waar ze innovaties demonstreren en waar ze nieuwe fietsen testen. Ik woonde conferenties bij en nam contact op met mensen op fietsfora om uit de eerste hand te horen wat ze van nieuwe ontwikkelingen op fietsgebied vinden. Ik wil weten wat de ervaringen van mensen zijn, zodat we deze met behulp van digitale technologie kunnen verbeteren.’
De promovendus maakt deel uit van het Smart Connected Bicycles-project, dat gezamenlijk wordt geleid door de Transport Planning Group van de faculteit Engineering Technology en de Pervasive Systems Group van de faculteit Computer Science. ‘Het is echt een bijzonder project’, vertelt Boot. ‘Het stimuleren van fietsen is maatschappelijk zeer relevant. Dit is een samenwerkingsverband van universiteiten, gemeenten en een mondiale fietsfabrikant.’
Onderzoeksvraag
Boot onderzoekt hoe mensen de opkomende fietstechnologie ervaren. ‘Er zijn veel gadgets en nieuwe technologieën beschikbaar. Denk aan GPS-trackers, fietsverlichting met radar, helmen met verlichting, sensoren die je activiteit meten, enzovoort’, zegt Boot. ‘Maar over de waarde ervan kun je soms je twijfels hebben. Mijn belangrijkste onderzoeksvraag is daarom: hoe veranderen deze producten de fietservaring? Maken nieuwe technologieën het fietsen comfortabeler, veiliger, handiger en/of efficiënter? En hoe kunnen we dat meten?’
Dat zijn vragen die (grotendeels) buiten de deur worden beantwoord. Deze lente en zomer organiseert Boot praktijktests in de straten van Enschede. ‘In samenwerking met de gemeente gaan we testen hoe nieuwe fietstechnologieën de fietservaring beïnvloeden, vooral waar het gaat om de veiligheid op specifieke weggedeelten en kruispunten in de stad’, legt hij uit. ‘We gaan nieuwe producten en diensten testen die voor fietsers verkrijgbaar zijn. Daarbij maken we gebruik van verschillende sensoren om de ervaringen van de deelnemers te meten.’
We overwegen ook het gebruik van een hoofdband die hersenactiviteit meet. Hersengegevens zijn behoorlijk ingewikkeld, maar je kunt er heel veel mee.
‘Deze fiets leende ik bij onze partnerwinkel, omdat we voor het onderzoek alleen speed pedelecs en e-bikes gebruiken’, aldus Boot. De feloranje fiets ziet er indrukwekkend uit, maar het is niet helemaal dezelfde als die bij de praktijktests gebruikt wordt. ‘We willen de fietsen uitrusten met een prototype van een intelligent snelheidsaanpassingssysteem, dat fietsers een veilige snelheid voorstelt en daarmee de verkeersveiligheid vergroot. Daar kijk ik naar uit’, zegt de onderzoeker, terwijl hij begint met het uitpakken van een aantal apparaten die hij voor het onderzoek wil gebruiken. Boot doet een Fitbit-achtige armband om en haalt voorzichtig een smalle zwarte band uit een doos. ‘We gaan fysiologische gegevens verzamelen. Met deze polsband meten we bijvoorbeeld verschillende stressniveaus. We overwegen ook het gebruik van een hoofdband die hersenactiviteit meet. Hersengegevens zijn behoorlijk ingewikkeld, maar je kunt er heel veel mee.’
De wetenschapper wil met honderd deelnemers gaan werken. ‘Vijftig ouderen, die over het algemeen in hun vrije tijd fietsen, en vijftig forenzen, die meer uit praktische overwegingen fietsen.’ De eerste testers zijn de leden van het onderzoeksteam, onder wie Boot zelf. ‘Samen bouwen we zo kennis op over hoe we fietsen nóg aantrekkelijker kunnen maken.’