Het reisgenootschap, krap dertig man sterk, verzamelt om 6 uur ‘s ochtends bij de Spiegel, waar een touringcar staat opgesteld. Ondanks een korte en onstuimige nacht (onweer en windstoten gooiden roet in het slaapplezier van menig reisgenoot) is iedereen ruim op tijd aanwezig. Chauffeur Ismail Capartas heet het gezelschap welkom via de intercom van de bus. Hij is een bekend gezicht voor de UT-Kring: de buschauffeur rijdt de personeelsvereniging al een jaar of vijf.
Centimeterwerk
Ook voor Capartas ging de wekker vroeg. ‘Ik moest de ontbijtpakketjes regelen die iedereen op zijn stoel heeft liggen. Noem mij de chauffeur en een soort-van-reisleider. Er komt nog heel wat bij zo’n tweedaagse trip kijken. Dat vraagt om creativiteit, maar ik houd wel van een uitdaging. Hoe groter de druk, hoe beter ik presteer. Zo zijn we met de UT-Kring een keer naar Londen geweest. Moest ik de touringcar op de kanaaltunneltrein manoeuvreren. Dat was centimeterwerk. Zulke ritten vind ik mooi.’
'Mijn vader heeft indertijd meegeholpen aan de bouw van de Deltawerken'
Ambitie genoeg bij de touroperator, die zijn bus, na een reis zonder veel oponthoud, parkeert bij het bezoekerscentrum van een al even ambitieus project: de Oosterscheldekering, onderdeel van de Nederlandse Deltawerken. Het waterwerk is Neerlands trots, zo blijkt uit de film die het reisgezelschap ter introductie krijgt voorgeschoteld. De voice-over van de film, die klinkt als een kruising tussen Philip Bloemendal en Ivo Niehe, vertelt over hydraulische cilinders, betonnen pijlers en funderingsmatten.
Een van de reisgenoten, Adrie Neutink-Bosch (vroeger catering, inmiddels gepensioneerd), is onder de indruk. ‘Nu weet je tenminste ook waarom het gebouwd is. Ik wilde altijd al eens naar de Deltawerken, want mijn vader heeft indertijd meegeholpen aan de bouw. Wat hij precies deed, weet ik niet. Volgens mij iets met de staalconstructie. Het is al lang geleden. Ik weet alleen dat-ie de hele week van huis was.’
Koude rillingen
De meesten moeten Adrie gelijk geven: de Oosterscheldekering is inderdaad een imposant bouwwerk. Langs smalle ijzeren trappen beklimt het gezelschap de betonnen kolos. Door de schuiven gutst het water met hoge snelheid de Oosterschelde in. De koele zeewind en de schaduw van de betonnen pijlers bezorgen de reisgenoten koude rillingen.
'Vroeger, toen ik nog werkte, had ik geen tijd voor de UT-Kring'
Vooral universitair docent Jamy Li, die slechts een korte broek en een shirt draagt, heeft het koud. De UT-Kringdames kunnen het niet over hun harten verdragen. Ze voorzien de jonge Canadese onderzoeker van een sjaal, die op zijn beurt een regenbroek aantrekt. Een bijzonder gezicht, maar koud is het in ieder geval niet meer.
Pensioen
Jamy Li is als dertiger een uitzondering op de UT-Kringregel: het grootste deel van het reisgezelschap is de vijftig inmiddels gepasseerd. Ook GEWIS, de seniorenvereniging van de UT, is goed vertegenwoordigd. Tijdens de boottocht over de Oosterschelde geniet het GEWIS-echtpaar Hukker (‘we zijn Hollandse Tukkers’) zichtbaar van het mooie weer.
‘Ik ben sinds januari met pensioen’, vertelt Kees Hukker. ‘Dat had van mij nog niet gehoeven, trouwens. Ik had graag door willen werken. Lichamelijk en geestelijk zit het nog goed. Op de UT werkte ik als salarisadministrateur. Drieëndertig jaar op dezelfde afdeling, drieëndertig jaar onder dezelfde chef. De trip bevalt uitstekend. Vroeger, toen ik nog werkte, ging ik nooit mee met de UT-Kring. Ik vond werken belangrijker. Nu is er wel tijd voor.’
Zijn vrouw Ineke knikt. ‘Met de UT-Kring gingen we niet mee, maar je had wel een heel gezellige groep collega’s, Kees. Op onze feestjes waren zij steevast aanwezig. Met rijmpjes en toestanden. Heel leuk. Nu Kees met pensioen is, maken we vaker tripjes. Laatst nog naar Feyenoord. We zijn lid van Het Legioen. Het was de afscheidswedstrijd van Robin van Persie. Vanavond gaan we toch ook wel voetbal kijken, hè? Het Nederlands elftal moet spelen.’
Nabespreking
Voetbal kijken is inderdaad voor velen de avondactiviteit. Maar ook: een strandwandeling, een witbier en een goed bed in het hotel. Dit alles in Oostkapelle, waar het reisgezelschap na het bezoek aan de Deltawerken overnacht. Het Zeeuwse dorpje is voorzien van een aantal goede restaurants. De zon schijnt en de mensen zijn vriendelijk. Kortom, het leven is goed.
'Laten we bij terugkomst allemaal bukken, dan zien onze ouders ons niet'
‘De wedstrijd nog gezien?’, vraagt Remco Veenstra de volgende ochtend bij het ontbijt. Hij is Business Controller op de UT. Veenstra heeft zijn zestienjarige zoon Mart meegenomen op de tweedaagse trip. ‘Wij hebben samen in de hotellobby gekeken. Ja, mooi potje. Mart is mee, omdat ik volgende week met mijn andere zoon naar een voetbaltoernooi in Zweden ga. Bovendien heeft-ie net examen gehad, dus hij is al vrij van school.’
45 treden
Na het uitgebreide ontbijt, begeeft het gevolg zich in gestrekte draf richting de Hofstad. Onderweg wordt er vooral gemoedelijk gekeuveld, afgewisseld door een enkele zijdelingse grap van achterin de bus (‘laten we bij terugkomst allemaal bukken, dan zien onze ouders ons niet’). Eenmaal in Den Haag, spreekt chauffeur Ismail Capartas met de groep af dat hij zijn touringcar om 2 uur ’s middags voorrijdt bij de deur van voorlichtingscentrum ProDemos. Op aansporen van penningmeester Anita van Dijk wordt dat een half uurtje later. ‘Anders zijn we veel te vroeg voor het eten in Hengelo. Dat willen we niet.’
'Bij mij gaat de metaaldetector sowieso af, ik heb platen in mijn rug en in mijn heup'
De groep betreedt om half 11 het Binnenhof, onder begeleiding van de ProDemos-gids van dienst. De eerste stop is de Ridderzaal, die de groep kan betreden via de kelder van het gebouw. De weg naar boven telt 45 treden, voor sommigen van de Enschedese groep een uitgesproken uitdaging. ‘Gewoon goed de leuning vasthouden en rustig aan doen’, stelt Van Dijk de senioren gerust. ‘En desnoods onderweg even pauzeren.’ De verschillen in tempo van het reisgezelschap zorgen ervoor dat de groep af en toe splitst. Zo zijn de twee verslaggevers al op de plek van bestemming, terwijl de rest nog aan het klimmen is. Het brengt een van de reisgenoten tot de (inmiddels gevleugelde) kreet: ‘Woar bint de jongs!?’
Wanneer het reisgezelschap weer is herenigd op de publieke tribune, vraagt de leergierige groep onder meer hoe op Prinsjesdag zo’n duizend aanwezigen in de zaal passen. Die doet in het echt immers veel kleiner aan dan op tv. ‘Het zal hier ook wel aardig warm worden dan’, klinkt uit de groep. De gids knikt. ‘Daarom zie je de politici nog weleens knikkebollen tijdens de troonrede.’
Ook de gids leert bij
De volgende bestemming is de Eerste Kamer, voor het overgrote deel van de groep te bereiken via de trap. Een enkeling neemt de lift en komt niet uit op de publieke tribune, maar staat ineens tussen de 75 groene zetels. Trudie Hondelink maakt gebruik van de gelegenheid en scandeert naar de rest: ‘Hierbij open ik de Staten-Generaal!’
'Je stapt in een bus en je hoeft je nergens meer zorgen over te maken'
Na de Eerste Kamer is de Tweede Kamer aan de beurt. Niet zonder slag of stoot; de 26 uit Enschede moeten door de metaaldetector bij de ingang van het gebouw. ‘Bij mij gaat die sowieso af, ik heb platen in mijn rug en in mijn heup’, klinkt het schertsend. Eenmaal in de verder lege Tweede Kamer – er wordt op vrijdag niet vergaderd – is de groep niet de enige die bijleert. Ook de gids van dienst is aan de beurt. ‘Wist u dat minister Ank Bijleveld ooit op de Universiteit Twente gestudeerd heeft?’, poneert Trudie Hondelink. ‘En we hadden onze oud-collegevoorzitter Anne Flierman gevraagd of hij ons wilde rondleiden. Maar hij kon helaas niet vandaag.’
Nergens zorgen over
Na een paar vrij te besteden uurtjes in Den Haag, vergt de weg terug naar het oosten wat meer geduld dan eerder. Bij vlagen is het stapvoets rijden, op het overspannen Nederlandse wegennet. Opnieuw wordt er goed voor elkaar gezorgd: Remco Veenstra loopt heen en weer om koffie en thee te brengen en het clubje neemt de gelegenheid om een zakje rond te laten gaan, om een vrije gift te verzamelen voor buschauffeur Ismail.
Het geduld wordt uiteindelijk beloond in restaurant Negentien23 in Hengelo, waar een dinerbuffet wacht. Terugblikkend op de twee dagen, zegt Jolinde Gosseling (Culture & Events): ‘Ik hou hier wel van! Je stapt in een bus en hoeft je nergens meer zorgen over te maken. Ja, dat geldt voor alle uitstapjes met de UT-Kring. Dit tripje leek me wel gezellig en ik was nog nooit bij de Deltawerken of het Binnenhof geweest. Dan is de keuze om twee snipperdagen op te nemen niet zo moeilijk. Wat er nog beter kan? Misschien dat het jongere personeel nog beter hun weg kan vinden naar de activiteiten van deze vereniging, het aanbod is in ieder geval breed genoeg.’
De afsluitende speech, voorafgaand aan het eten, is van UT-Kring-voorzitter Dirk de Groot. ‘Ik hoop dat iedereen twee mooie dagen heeft gehad. En in het bijzonder wil ik twee mensen bedanken: Ismail en de Grande Dame van onze vereniging, Trudie Hondelink, voor de organisatie.’
Uiteindelijk eindigt de reis zoals-ie begon. Met de campus weer in zicht, klinkt opnieuw de stem van buschauffeur Ismail door de intercom. Hij vat het uitje treffend samen: ‘Bedankt allemaal. En het was heel gezellig!’