‘Jeetje Kasper, wat is er veel af! Wanneer heb je je haar geknipt?’. Nee, zelfs voor een interview via Teams is het begin een tikkeltje onorthodox. Maar de toon is gezet. Ook al zit moeder Lineke aan de koffie in Driebergen en zoon Kasper boterhammen te smeren in zijn Enschedese studentenhuis, dit wordt gewoon een huiselijk keukentafelgesprek.
De Kruiff studeert sinds 2013 aan de UT en is – bijna tien jaar na dato – bezig met de laatste loodjes voor zijn master Interaction Technology. ‘Inderdaad, een langstudeerder in levende lijve. Een bijna uitgestorven soort. We zijn nog met weinigen, maar we bestaan wel degelijk.’ Polman begon op haar beurt in 2016 aan een pre-master, om toegelaten te worden tot de master Educational Science & Technology, die ze nu zo goed als afgerond heeft.
Toestemming vragen
Nee, gebruikelijk is het niet om 25 jaar na de afronding van je eerste studie opnieuw de collegebanken op te zoeken, weet Polman. ‘Maar ik wilde weer studeren. Ten tijde van de afronding van mijn eerste studie, verplegingswetenschappen in Maastricht, werd ik zwanger van de eerste van vier kinderen. Maar ik vond het leuk, had er de middelen voor, dus waarom ook niet opnieuw studeren?’
En de keuze voor de UT? ‘Deze studie kon ook in Maastricht, maar dat was te veel afstandsonderwijs naar mijn smaak. Utrecht was me te dichtbij. Ik zag dat ik deze master ook in Enschede kon doen. Ik had Kasper en zijn oudere broer Edo al hierheen gebracht, dus ik kende de universiteit enigszins’, vertelt Polman. ‘Maar ik vond het wel zo beleefd om ze eerst om toestemming te vragen. Het komt niet elke dag voor dat je moeder aan dezelfde universiteit gaat studeren als jij.’
Ontwerpen en sparren
Maar de deur bij elkaar platlopen, dat viel volgens De Kruiff reuze mee. ‘Toen ze net begon, heb ik mijn vrienden wel uitgelegd dat mijn moeder ook hier studeert. Pas na de tweede keer geloofden ze me, haha. Maar op de campus kwamen we elkaar hooguit sporadisch tegen, bij toeval. Richting het afstuderen hebben we wel iets meer samen opgetrokken.’
Polman ontwikkelde een model en een cursus om artsen en patiënten beter samen te laten beslissen. De Kruiff deed onderzoek naar een wearable voor zwemmers, die met trillingen feedback geeft om de houding van een zwemmer te corrigeren. ‘Ook al verschilden de onderwerpen, we waren op onze eigen manier wel bezig met ontwerpen’, zegt Polman. ‘Zo konden we vaak genoeg met elkaar sparren. En af en toe wat technische ondersteuning van Kasper was ook fijn. Ik was altijd gewend om met versie 2 of 3 van SPSS te werken. Inmiddels zijn we bij 28 of 29 aanbeland.’
Op het podium
Het was vooral op de planken dat moeder en zoon elkaar wekelijks vonden, elke donderdagavond. Ze waren allebei lid en op verschillende momenten voorzitter van theatersportvereniging Pro Deo. ‘Hoe ik het me kan herinneren stelde je dat als voorwaarde om hier te gaan studeren. Dan moest ik ook bij Pro Deo’, zegt Polman.
‘Het was even wennen om mee te maken dat mama zich mengt in je vriendengroep’, vertelt De Kruiff. ‘Ook de dynamiek op het podium is anders. Geloof me, het is even wennen om te improviseren met je moeder als medespeler. Maar het liep allemaal los, hoor!’ En de liefde voor theater(sport) en improvisatie delen ze tot op de dag van vandaag. ‘Je leert dingen die je in de collegezaal niet of veel minder opdoet: presenteren, houding, lichaamstaal. Zelfs hoe je mensen kan beïnvloeden’, zegt Polman.
Juist omdat moeder en zoon de nodige sporen hebben verdiend in de cultuursector van de UT, verdedigen ze allebei op vrijdag 27 januari hun scripties in het Amphitheater, met aansluitend een toegift van Pro Deo. ‘Ik heb mensen van verschillende verenigingen uitgenodigd’, zegt De Kruiff. ‘En familie’, vult Polman aan. ‘Nu twee familieleden tegelijk afstuderen, zullen ze vast wel helemaal naar Enschede willen komen, haha.’
Toe aan vakantie
En als de diploma’s eenmaal binnen zijn, wat dan? ‘Ik zou echt verder willen gaan met het onderwerp van mijn afstudeeronderzoek’, zegt Polman. ‘Ik geloof dat artsen en patiënten nog veel beter gezamenlijk tot beslissingen kunnen komen.’ ‘Na al die jaren studie, zal ik ongetwijfeld moeten wennen aan het leven als burger’, zegt De Kruiff. ‘Ik ga het maar eens rustig bekijken. En nog figureren bij de Nederlandse Reisopera in de tussentijd.’
‘Ik wil sowieso op vakantie, daar ben ik wel aan toe’, vervolgt Polman. ‘Ik heb al die jaren praktisch parttime gestudeerd. Dan kwam er ook nog eens corona en een kleine kankerepisode overheen. Ik ben daardoor een beetje vergeten hoe lang ik erover gedaan heb, maar ik kan niet wachten om even weg te gaan.’ De Kruiff klinkt instemmend. ‘Ik wil nog wel Eva (een vriendin, red.) opzoeken in Estland.’
En zo wordt het al gauw weer een digitaal keukentafelgesprek tussen moeder en zoon.
‘Oh daar ben ik nog nooit geweest, ik wil wel mee!’
‘En de bus dan? Die staat nog in Spanje.’
‘Die zou Bram ophalen, toch?’
‘Nee joh, die is druk met andere dingen.’
‘Dan kan jij toch ook naar Spanje?’
Een uitgelezen moment om de Teams-meeting, in dit geval het keukentafelgesprek te verlaten.