Engelstalig opleiden van studenten, het is een kwalitatieve keuze volgens collegevoorzitter Victor van de Chijs. ‘We internationaliseren niet om meer studenten te trekken, maar om onze studenten een internationale leeromgeving te bieden, reageert hij op uitspraken van minister Van Engelshoven (OCW). Zij denkt dat het Engels in de eerste plaats een middel is om het aantal studenten op te krikken. Ook de Tweede Kamer roert zich.
Op de UT is internationalisering een ingeslagen weg. Het is niet de vraag óf we op het Engels over gaan, maar hoe we dat doen. Worden ook de laatste opleidingen Engels, of vervangen we onze moerstaal ook als voertaal? Die kant lijkt het op te gaan. De UT-studieverenigingen boden het college onlangs een manifest aan: maak van Engels ook de voertaal en communiceer in het Engels.
Van der Chijs lijkt met zijn uitspraak een voorschot te nemen op het nieuwe taalbeleid. Dat is nog ‘in concept’, wat op de UT gelijk staat aan vertrouwelijk, maar wordt in verschillende gremia besproken. Ook andere universiteiten worstelen met hun taal. In Eindhoven gaan ze over twee jaar volledig over op het Engels. De internationale Wageningen Universiteit en Universiteit Maastricht kiezen voor tweetalig. De kern: Engels waar het nodig en nuttig is. Wat dat betreft is de weg vrij voor de UT.
Opvallend in de argumentatie van de UT en andere universiteiten is dat steevast het ‘internationale speelveld’ wordt benoemd. De Vereniging van Universiteiten (VSNU) stelt in een nieuwsbericht van 27 januari: ‘Universiteiten willen het voor studenten mogelijk maken om internationale ervaring op te doen’. Het gaat om de ‘international classroom’, het arbeidsmarktperspectief en de wens van de studenten zelf.
Dat klinkt urgent: we moeten onze (Nederlandse) studenten klaarstomen voor een internationale carrière. Maar, is er eigenlijk wel een probleem dat de universiteiten oplossen met hun international classroom? Zijn er daadwerkelijk multinationals die een Nederlandse afgestudeerde laten lopen, omdat ze het Engels niet machtig zijn of zich niet goed bewegen in een internationale context?
Het universiteitsargument ‘we doen het voor onze Nederlandse student’ is beperkt houdbaar en lijkt ingegeven door de maatschappelijke en politieke kritiek. Net zo problematisch is de ontkenning dat de universiteiten internationaliseren om studenten uit den vreemde te halen. In 2010 werd op de UT het toenmalige visiedocument RoUTe’14 besproken in de Universiteitsraad. De eigen nieuwsbrief na afloop van die vergadering is duidelijk: ‘Recruiting foreign students is one of the main objectives. It is expected that eventually ‘Internationalisation’ will achieve positive financial result.’
De UT staat aan de vooravond van een belangrijk besluit: gaat ze volledig over op het Engels of behoudt ook het Nederlands een prominente plek? Een beslissing als deze vraagt reflectie en bezinning: Waarom is internationalisering ooit gestart? En wat denkt de universiteit ermee te bereiken? Bestuurders kijken per definitie graag vooruit, maar af en toe past de blik achterom.
De redactie van U-Today geeft om de week haar mening over uiteenlopende UT-kwesties, onder de noemer ‘Van de redactie’. Reageren? Dat kan hieronder en/of via sociale media.