Het nieuwe jaar begint met een bijzondere paradox. Niet voor het eerst beschouwt de buitenwereld Twente als een stel boeren, vastgeroest in hun eigen gelijk. Het bijzondere is dat het nu eens niet gaat om een conservatief standpunt. De UT wordt de oren gewassen om het invoeren van Engels als voertaal en fungeert daarmee als kop van jut. Want voor het gemak vergeten de landelijke opiniemakers even dat de TU Eindhoven nagenoeg hetzelfde beleid heeft met ingang van dit jaar.
De kritiek en ophef komt vooral van buiten de twee steden. In Enschede spreekt alleen Dick Meijer, die ook optreedt als woordvoerder van Beter Onderwijs Nederland, zich stevig uit tegen de verengelsing. De UT-gemeenschap haalde de schouders een keer op, en ging na de vakantie gewoon weer aan het werk. Het enige merkbare verschil met 31 december is dat een e-mail vanuit bijvoorbeeld U-Today niet meer komt vanuit Algemene Zaken, maar van General Affairs. Business as usual, dus.
Opvallend in de berichtgeving is dat het journaille en de columnisten zich weinig onderzoek getroosten. Na een artikel in dagblad Tubantia op 12 december, schrijft iedereen elkaar na dat we op de campus louter Engels met elkaar spreken. Mocht het voertalenbeleid van de UT dat al voorschrijven, dan is dat een ridicule aanname. De mens is misschien gezagsgetrouw, maar in Enkhuizen, Blaricum, Venlo en ook in Enschede laten we ons heus niet vertellen dat we onderling geen Nederlands, laat staan Twents, met elkaar mogen spreken.
Nergens in het voertalenbeleid staat dat Nederlands een lingua non grata is.
Natuurlijk is er wel iets aan de hand. Universiteiten verengelsen steeds meer. De UT biedt praktisch alle opleidingen in de grootste vreemde taal aan, net als in de rest van het land. Er zijn genoeg argumenten om daar problemen in te zien. Maar de kwestie is niet deze decenniumwisseling ontstaan. Het voert terug op het overheidsbeleid om hoger onderwijsinstellingen te laten concurreren op studenteninstroom. Het taalbeleid om een internationale universiteit te zijn, is het gevolg.
De beeldvorming rondom het voertalenbeleid is onjuist. Het hielp bepaald niet dat de communicatieafdeling een onhandig statement uitte met nog onhandiger beeldmateriaal. Maar daar kunnen we een ander beeld tegenover zetten. Namelijk die van de Randstedelijke koopman, die toeristen verwelkomt om het geld uit te geven in de rosse buurt en de horeca. Diezelfde koopman heeft er ineens een gigantisch probleem mee als een universiteit in de provincie op schrift stelt hoe mensen van verschillende nationaliteiten op de campus met elkaar om horen te gaan.
Het gevoel dat in Enschede overheerst: de UT is niet perfect, maar het is ónze imperfecte universiteit. Het zou het journaille en de opiniemakers sieren als ze hun Randstedelijke en veelal in het Engels bestelde kopje koffie rustig opdrinken, alvorens de pen ter hand te nemen. Want ja, Lotte Jensen, de huisarts praat nog steeds Nederlands, net als de kassamedewerker in de supermarkt en de kapper ernaast. En dat blijft ook zo.