Pony Dushi kan niet goed tegen drukte

| Stan Waning

De UT kent ontelbaar veel clubs, genootschappen en verenigingen. Deze rubriek zet ze in de spotlight. Dit keer de Drienerlose Rijvereniging Hippocampus, waar veel studenten op de wachtlijst staan voor een lidmaatschap. ‘Dankzij een goede subsidiedeal met de UT kunnen studenten hier goedkoop rijden.’

Photo by: RIKKERT HARINK

Manege de Horstlinde ligt op zo’n twee kilometer van de campus. Ooit, in een ver verleden, zetelde Hippocampus op universiteitsgrond. In 1968 – drie jaar na de oprichting – gaf de vereniging lessen in een kleine buitenbak op de campus. In 1971 keerde de vereniging, die slechts vier jaar jonger is dan de UT, terug naar de Horstlinde.

Strakke regels

Vandaag de dag ligt die manege er tussen de weilanden en aan de rand van het bos prachtig bij. De entree van het gebouw doet niets onder voor die van een saloon uit een western. Alleen lopen er op deze herfstige donderdagavond geen cowboys, maar veel studenten die voor het eerst kennismaken met de vereniging. Niet alles verloopt vlekkeloos. ‘Dat gebeurt eigenlijk altijd in de eerste fase van een collegejaar. Je werkt met levende dieren, dus zijn strakke regels belangrijk’, vertelt Mariëtte van den Brink, penningmeester van het 56e bestuur. Met bijna zeventig leden zit de rijvereniging aan haar maximum. Er staan zo’n veertig studenten op de wachtlijst.

Enkele nieuwe leden die een paard van stal hebben gehaald, lopen via de voorkant van de manege naar de bak, terwijl achterlangs de bedoeling is. ‘We willen geen paardenstront voor de gebouwen’, zegt lid Arnoud Mulder. Daarnaast rijden er aan de voorzijde auto's, dus vanwege de veiligheid heeft de achterzijde voorkeur. ‘Ook ontstaat er een file van ijverige studenten met paard, omdat de deur naar de bak nog niet open is. De vriendelijke les voor de volgende keer: pak pas een paard als de bak is geopend.’

Van den Brink – masterstudent Sustainable Energy Technology – geeft een rondleiding over de manege, die bestaat uit drie grote gebouwen. In totaal staan er – exclusief pony’s – zo’n twintig paarden op stal in de Horstlinde. Achterin staat pony Pino, nog geen meter hoog. ‘Het kleinste paard van stal.’ Achter de manege ligt een buitenbak en een weide met spring- en crossmogelijkheden. ‘Maar in mijn tijd bij Hippocampus hebben we daar nog nooit gebruik van gemaakt. In de zomer rijden we wel buiten door de bossen. Ook helpen we jaarlijks vrijwillig mee bij de Military in Boekelo.’

Dushi

Terwijl Van den Brink vertelt, ontstaat er vooraan in de stal wat consternatie. Hoofdrolspeelster: Dushi. De pony gedraagt zich deze avond als probleemgeval. Ondanks meerdere pogingen lukt het niemand om haar uit de stal te krijgen. Pas als het iets rustiger rondom de stal wordt, slaagt een poging en klimt een Spaanse studente met een trapje in het zadel. ‘Dushi kan niet goed tegen drukte’, verzekert Van den Brink.

‘Je werkt met levende dieren, strakke regels zijn belangrijk’

En druk is het deze avond op de manege. Donderdag is de vaste dag van Hippocampus op de manege. In zes gedeelten zijn er van 18.00 uur tot middernacht lessen. Voor studenten die voor het eerst op een paard stappen tot ervaren ruiters. ‘En vergeet medewerkers niet. Die rijden hier ook paard.’

Botbreuken

In de hoek van de bak zit instructeur Daphne Waijers. Op haar sein sturen studenten de paarden aan: stap, draf of galop. Met de klok mee beweegt het achttal langs de rand van de bak, maar later in de training maken ze ook mooie patronen door het midden. Het geheel oogt rustig en beheerst, maar volgens Van den Brink gaat het er regelmatig ook wilder aan toe. ‘Soms bokt een paard en valt er weleens iemand af. Vorig jaar brak iemand zijn pols nog in deze bak en zelf brak ik mijn voet tijdens een rondje in het bos. Dat hoort er nou eenmaal bij.’

(Tekst gaat verder onder de foto.)

Hippocampus huist niet op de campus, maar toch weten liefhebbers, óók de internationale studenten, de vereniging goed te vinden, Zo goed zelfs dat de vereniging de Kick-In oversloeg, vertelt Van den Brink. ‘Waarom zouden we op de Kick-In gaan staan als nieuwe studenten achteraan in de wachtrij moeten aansluiten?’ Op de vraag waarom Hippocampus zó in trek is, heeft ze meerdere verklaringen. ‘Paardrijden is vaak een dure sport, maar omdat wij een goede subsidiedeal met de UT hebben, kunnen studenten hier goedkoop rijden.’

Na een mooie rondleiding die eindigt in de BARrage, een gezellige kantine die uitkijkt over de paardenbak, staat de volgende les op het punt van beginnen. Van den Brink wil nog kwijt dat paardenliefhebbers weleens het verwijt krijgen dat ze het alleen maar over paarden kunnen hebben. ‘Dat is onzin. Het is hier iedere donderdag gezellig en we praten over van alles. Regelmatig tot in de late uurtjes.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.