Een tiental leden bereidt zich deze woensdagavond op een wat onorthodoxe wijze voor op de balletles die over een kleine tien minuten begint. Waar je wellicht rek- en strekoefeningen verwacht van de aanwezigen, slepen ze minutenlang collegetafels- en stoelen naar de achterzijde van de Audiozaal in de Vrijhof. Ook slepen ze eerst alle barren en spiegels uit een magazijn, voordat de les start. ‘Op woensdag zijn wij de eerste dansgroep van de avond, dus dan hoort dit erbij. Op maandag dansen wij juist als laatste groep, dus dan moeten we alle tafels en stoelen weer in de zaal zetten. Wat dat betreft is de indeling voor ons niet ideaal’, vertelt Sigri Hoekstra (22).
Primohuis
De student technische geneeskunde mag zich sinds kort voorzitter van de kersverse vereniging noemen. Primo Ballerino zag het levenslicht in februari 2019. ‘Maar de ideeën voor een balletvereniging lagen er langer. Arabesque bestond al en dat komt met moderne dans het dichtst bij ballet, maar is toch niet hetzelfde. Rond die jaren peilden mijn voorgangers naar interesse voor een balletvereniging en die bleek er te zijn. De vereniging is eigenlijk vanuit een studentenhuis aan de Matenweg ontstaan. Daar wonen nog steeds veel leden en oud-bestuurders. Dat huis is inmiddels omgedoopt tot Primohuis. Vorig jaar hielden we onze barbecue daar.’
‘Primo’ bewees tot op heden dat de komst van ballet geen overbodige luxe is binnen het palet van cultuurverenigingen. De vereniging telt 45 leden. De verhouding vrouw/man ligt op 40/5. Sinds het begin zijn de lessen goed gevuld. Sterker nog: net als vorig jaar is er een korte wachtlijst. ‘Wekelijks zijn er drie lessen, gegeven door onze docenten Adinda Groeneveld en Jennifer Willems. Woensdag trainen de beginners en de gemiddelde groep. Maandag traint de gevorderde groep en dan is er ook een kwartier spitzenles’, aldus Hoekstra. Per groep trainen er achttien leden. Meer plek is er niet, want Primo beschikt over zes balletbarren en per bar is er plek voor drie leden. ‘Vandaar dat er voor de gemiddelde groep een wachtlijst is. We gaan nog proberen op te schalen.’
Techniek
Hoekstra – zelf onderdeel van de gevorderde groep – kijkt deze woensdag vanaf de zijkant toe. Docent Adinda maakt de beginners bekend met de basistechnieken. Ze gaat regelmatig op de knieën en helpt nieuwe leden bij het plaatsen en draaien van de voet. De klassieke muziek van de Russische componist Sergej Prokofjev klinkt uit de boxen. ‘Ballet is vooral in het begin heel lastig. Bij veel dansstijlen kun je vanaf de start prima meedraaien, maar de basistechniek van ballet is moeilijk onder de knie te krijgen’, weet Hoekstra, die tegelijkertijd regelmatig een mooie paradox aantreft bij beginners. ‘Soms kun je gelijk aan iemand zien of diegene talent heeft. Dat zie je aan hoe hij of zij met zijn voeten beweegt. Ik doe al vanaf mijn derde aan ballet, maar ben soms jaloers op de bewegingen van beginners.’ Volgens haar is ballet moeilijk om uit te voeren, ‘omdat je vaak bewegingen maakt die voor een mens eigenlijk niet natuurlijk zijn.’
De lessen worden bij Primo Ballerino – door leden vaak afgekort tot Primo – in het Engels gegeven. Hoekstra: ‘Het grootste deel van de leden is Nederlands, maar we hebben altijd veel internationale leden.’ Tijdens de les wordt duidelijk dat de taal nogal relatief is, want het regent vooral Franse ballettermen. Termen waar de vereniging alle commissies naar vernoemd, aldus Hoekstra. ‘Onze activiteitencommissie heet Assemblé , Plié is de taartenbakcommissie, Relevé de mediacommissie, Developpé de merchandisecommissie en Balancé let op de kascontrole.’
Omdat Primo Ballerino nog maar net bestaat, kan Hoekstra weinig over de historie vertellen. Reizen en uitstapjes maakte de vereniging nog niet, maar gezien de populariteit van de lessen, richt het bestuur de blik vooral op de toekomst. ‘Kennelijk is er veel interesse in ballet, al doen we ook ons best om het goed te promoten. Vorig jaar deden we mee aan de dansshow vanuit Apollo en dat gaan we dit jaar weer doen. Het doel is om zelf een voorstelling te geven met alle leden. Nu we eindelijk weer samen kunnen trainen leek ons dat een mooi idee.’