Hoe bevalt de nieuwe werksituatie?
‘Ik zat liever in de Vrijhof – laat ik dat vooropstellen. De lunch en koffie zijn beter thuis, maar daar is het wel mee gezegd. Ik mis de collega’s en studenten. Ik mis de reuring van de campus.’
Waar ben je op dit moment druk mee?
‘Vooral met het bellen van gezelschappen en impresariaten. Sommige voorstellingen kunnen we met het nodige gepuzzel verplaatsen, veel moet ik annuleren. Het onderwijs is in ieder geval tot 1 juni online, dus dat betekent geen voorstellingen tot die tijd. Cursussen weet ik nog niet zeker. Vooralsnog staan ze nog met potlood in de agenda. Het blijft afwachten wat de regering en het CvB gaan besluiten. Ik ben al gespannen voor de persconferentie van morgen, want misschien worden de maatregelen nog verder aangescherpt. Ik vind het heel verdrietig allemaal.’
De cultuursector is hard getroffen…
‘Ja, dat klopt. Er is een aantal online initiatieven, maar cultuur draait toch om interactie. Dat is via het internet veel lastiger. Neem mijn kantoor in de Vrijhof. Ik zet mijn deur altijd expres op een kier, zodat ik de reacties op de kleine expositie in de gang hoor. Mensen vinden het vaak fantastisch of verschrikkelijk. Dat maakt verder ook niet uit, het gaat erom dat ik een directe reactie van het publiek hoor. Nu is deze interactie helemaal weggevallen. Hoogtepunt van mijn werk zijn de voorstellingen of evenementen. De uitvoering blijft het belangrijkste. Nu ben ik alleen maar druk met het annuleren of verplaatsen van voorstellingen.’
‘Ik maak mij er oprecht zorgen over. Vaak krijg ik mensen aan de lijn die hun hele tour moeten annuleren. Het is nog de vraag of ze in het najaar überhaupt een voorstelling kunnen maken, of daar genoeg geld voor is. We gaan dit nog heel lang voelen in de cultuursector. Nu merk ik bij mezelf, omdat ik niet meer uitga, dat er geld overblijft. Er zijn online veel initiatieven van artiesten, bijvoorbeeld een zanger die een liedje op bestelling schrijft. Ik stort nu wat geld naar zo’n artiest, want om deze groep maak ik mij echt zorgen.’
‘Hoe ziet je werkplek er eigenlijk uit?’
‘Ik begon de eerste twee weken aan de keukentafel. Inmiddels ben ik verhuisd naar mijn werkkamer, die tot voorkort fungeerde als een soort rommelhok. Afgelopen weekend heb ik er opgeruimd. Nu kan ik werk en privé iets meer scheiden. Het is er heel rustig. In de Vrijhof doe ik nog wel eens een koptelefoon op, zodat ik mij volledig kan focussen. Dat is hier niet nodig. Ik hoor alleen de vogeltjes in de volière van mijn buurman, superleuk.’
Heb je al een thuiswerkritme gevonden?
‘De dagelijkse routine vind ik moeilijk. Ik probeer zoveel mogelijk normale kantoordagen te maken. Ik gebruik een app die het focussen iets makkelijker maakt. Deze applicatie geeft om de 25 minuten een seintje dat het tijd is voor een kleine pauze van vijf minuten. Normaalgesproken fiets ik iedere ochtend naar de campus. Dan haal ik direct een frisse neus. Die overgang van huis naar werk mis ik. Daarom stap ik nu om vijf voor negen de voordeur uit en ga een paar keer rechtsaf tot ik weer bij mijn eigen voordeur sta. Zo haal ik voor het begin van iedere werkdag toch een frisse neus.’
Hoe zit het met de huisgenoten?
‘Mijn zoon woont niet meer thuis en mijn man werkte altijd al vanuit huis. Voor hem is het nu niet anders, behalve dat ik nu ook thuiswerk. We wonen gelukkig lekker ruim. De begane grond is voor ontspanning, op de eerste verdieping werk ik en de zolder is voor mijn man. Het enige is dat we niet zoveel beleven. Ik maak zelf geen spannende dingen mee. Soms is het tijdens de lunch daarom een beetje stil. Ach, dan hopen we maar dat we tijdens een wandeling een specht of iets anders grappigs tegenkomen. Er zijn veel ergere dingen in deze tijden. Ik begin straks in ieder geval vol goede moed aan het nieuwe seizoen, want dan treffen we elkaar hopelijk weer op de campus voor een mooie culturele activiteit.’