Hoe bevalt de werksituatie thuis?
‘Je merkt hoe gewend we zijn aan contact in levenden lijve. Dat gaat nu niet, en die afstand vind ik een groot gemis. Een voordeel van deze periode is dat ik mijn vrouw meer zie. En ja, dat vindt zij ook zeker prettig. Ik woon dichtbij de campus, maar kom er op dit moment nauwelijks omdat het gewoonweg niet de bedoeling is. In huis had ik al een fijne werkkamer ingericht toen we naar Twente kwamen, maar ik zat er niet veel omdat je als rector vooral veel op de campus bent. Deze dagen maak ik meer uren aan dit bureau dan ik ooit deed. Ik mis het dagelijkse fietstochtje naar en over de campus.’
‘Over het algemeen ben ik positief verrast door alle digitale mogelijkheden, maar je ziet ook dat ze nog in de kinderschoenen staan. Vergaderen op afstand gaat prima. Maar via skype zie je niet meer dan vier personen. Bij BlueJeans zijn het er wat meer, maar het werkt nog niet optimaal. Vooral het delen van documenten is nog lastig. We zijn begonnen met digitale promotieceremonies. Die kunnen we gelukkig opnemen, maar mooier zou het zijn om te streamen. Dat zou ik graag willen, want een promotie is een openbare gelegenheid, waarbij familie en vrienden ook welkom zijn.’
Komt u een beetje aan het werk toe?
‘De afgelopen weken was het ontzettend druk, prioriteiten moesten opnieuw gesteld worden. Met z’n allen, en ik benadruk echt dat we het met z’n allen doen, hebben we het complete onderwijs digitaal gemaakt. Ik ben trots op de hele gemeenschap, die de schouders eronder zette om dit mogelijk te maken. Niet in het minst op de Student Union, die de studenten meenam in het proces. Het is goed en verstandig dat ze aandacht besteden aan het welzijn van studenten. Voor sommigen dreigt eenzaamheid, onzekerheid of zelfs depressie. Daar hebben we aandacht voor.’
En het werken vanuit huis, hoe ervaart u dat?
‘Net als iedereen ben ik op zoek naar een goede balans. Werk en privé dreigen compleet door elkaar te lopen en dat is geen goede situatie. Met mijn vrouw maak ik afspraken: in de middag lopen we een rondje, of we gaan een poosje in de tuin aan het werk. Deze dagen hebben we een uilenkast opgehangen. We horen de bosuilen ’s avond in de bomen, maar tot nu toe is alleen een holenduif langs geweest.’
‘Mijn drie jongvolwassen dochters wonen in Amsterdam. Het contact met hen verloopt ook digitaal en daardoor missen we levensgebeurtenissen. Eentje is binnenkort jarig, de ander is aan het verhuizen. Normaal zijn we daarbij, je wilt graag vader-dingen doen als boren en schroeven indraaien. Eén dochter is ziekjes, het is mooi om te zien dat ze voor elkaar zorgen. Ze maken eten voor haar en brengen het langs. Maar het is een onzekere periode. De oudste zit in het laatste jaar van haar promotie: hoe ga je dat goed afronden?’
Wat zou u de UT-gemeenschap willen meegeven?
‘Er is een enorme betrokkenheid om goed door deze moeilijke periode heen te komen, in korte tijd hebben we onze manier van werken omgegooid. In onze nieuwe missie en visie hebben we het veel over het centraal stellen van maatschappelijke uitdagingen. Dat doen we nu volop. Ik zou de UT’ers willen vragen om nu al na te denken wat ze waardevol vinden in deze crisistijd en waar je afstand van kunt nemen. Reflecteer op je werk en de processen. Neem een belangrijk thema als duurzaamheid. We rijden nauwelijks naar de campus en vliegen niet langer de wereld over voor conferenties. Misschien kan meer digitaal. Daar doen we nu ervaring mee op. Maar we leren ook wanneer we elkaar wel in levenden lijve willen zien. Als de coronacrisis straks voorbij is, dan gaan we niet terug naar het oude. Laten we vooral het beste uit de twee werelden van toen en nu meenemen.’