Hoe bevalt het thuiswerken, ook na zoveel weken?
‘Op zich is het goed te doen. Maar het grootste euvel is het gemis van collega’s. Ik mis de kleine loopjes, de korte vraagjes en de kopjes koffie. Een aantal dingen die zo normaal waren, lijken ineens minder belangrijk. Voor onze studenten kan ik me voorstellen dat ze het moeilijk hebben met de situatie. Ze komen overal ter wereld vandaan en zijn voor hun sociale contacten aangewezen op de samenkomsten die we altijd ’s ochtends en ‘s middags hebben. Ik mis de studenten; als je ze ziet, herinner je jezelf meteen voor wie je dit werk doet.’
Hoe zit het met de huisgenoten?
‘Dat is de andere kant van het verhaal: we hebben het erg gezellig! Ik heb drie kinderen, van verschillende leeftijden. De oudste heeft net z’n laatste schoolexamen erop zitten en gaat volgend jaar studeren aan de UT. De jongste gaat door de versoepeling sinds kort weer een paar dagen per week naar de basisschool. Je krijgt wat meer van elkaar mee, dat heeft absoluut z’n mooie kanten. Werk en privé lopen in elkaar over. Ik betrap mezelf erop dat ik ’s avonds vaker mails beantwoord. Aan de andere kant ontstaat op andere momenten van de dag meer ruimte.’
Hoe vul je die in?
‘Ik probeer vooral de nodige kilometers te blijven hardlopen, wandelen en fietsen, al sinds het begin van de lockdown. Dat doe ik voor werktijd. Daarnaast biedt collega Wan Bakx twee keer per week een online workout aan, waar studenten en staf dankbaar gebruik van maken. Al voordat de Batavierenracecommissie besloot om de Bata digitaal aan te bieden, hadden de studenten van het ITC Run4fun-team bedacht om gezamenlijk – op afstand natuurlijk – de 175 kilometer te rennen. Als coaches moesten we natuurlijk ons steentje bijdragen.’
Hoe heb je de werkplek ingericht?
‘Meestal zit ik aan onze eettafel, als ik wil schrijven of een vergadering heb. Het eerste dat mensen dan opvalt, is het schilderij achter mij. Dat is ooit eens geschilderd door een voormalige zwager van mij. Verder ben ik blij als ik even van m’n plek kan. We hebben gelukkig een grote tuin. Met deze manier van werken, blijf je toch wat langer aan je beeldscherm geplakt.’
Is het werken nog echt radicaal voor je veranderd?
‘De manier van werken niet zozeer, het zwaartepunt wel. In het begin van de crisis was het vooral mensen op weg helpen met online werken en online leren. Het begon met leenlaptops regelen voor mensen die geen laptop hadden, vervolgens werden het headsets en webcams voor docenten. Daarna gingen we naar kabels voor in het ITC-hotel, want studenten bleken problemen te hebben met de wifi-verbinding. Langzaamaan is het van hardware meer naar software gegaan, maar ook informatievoorziening. Vanuit het faculteitsbureau houden we nauwgezet in de gaten wat de effecten van de crisis zijn op de instroom. Het is nog koffiedik kijken, maar je ziet al wel aarzeling bij mensen. Laten we hopen dat de onzekerheid snel verdwijnt.’