Wat een vreemde situatie, beginnen aan je baan op de UT terwijl de campus op slot gaat?
‘Dat kun je wel zeggen. Ik zou 16 maart beginnen en met de open dagen op die vrijdag ervoor meekijken. Een dag van te voren werd ik gebeld: blijf toch maar thuis. Nog niet vanwege het sluiten van de campus, maar het programma werd al flink aangepast en het zou geen representatieve open dag zijn. Er was zelfs even sprake dat ik later met mijn werk zou beginnen, maar ik gaf aan dat ik stond te trappelen. En dus haalde ik mijn laptop en telefoon naar Haaksbergen en ben vanuit huis aan de slag gegaan.’
‘Behalve tijdens mijn sollicitatiegesprekken, heb ik de collega’s nog niet in levende lijve gezien. Dat is natuurlijk jammer. Ik bel, videobel en mail veel. Maar daarbij mis je wel wat persoonlijke communicatie. De tone of voice in een e-mail kan erg verschillen van hoe iemand eigenlijk is. Het is wel zo prettig om te weten wat voor persoon er achter een bericht zit. Ik hoop de mensen in de faculteit en van marketing & communicatie die ik alleen via de e-mail spreek, binnenkort ook virtueel te ontmoeten, of zelfs in levende lijve.’
Kon je wel een goede start maken?
‘Zeker wel! Ik wilde graag op de campus werken, omdat ik de indruk had dat het bruist en dat er veel verschillende soorten mensen rondlopen. En gelukkig klopt het beeld, dat merk je ook online. En het welkom was warm. Ik ben goed op weg geholpen, ondanks de crisissituatie en er is ruimte om de dag in te delen. Wel zo fijn, want mijn man werkt thuis en ik heb twee jongens van 8 en 6.’
Met zo’n jong gezin, dat is vast lastig te combineren met een nieuwe baan?
‘Dat valt eigenlijk best mee. Met mijn leidinggevende sprak ik af dat we het gewoon zouden proberen en zien of er obstakels waren. De eerste week zaten we met z’n allen aan de eettafel. Mijn man en ik aan het werk, de kinderen aan het huiswerk. Maar dat lukte niet erg. Boven hebben we een kantoor ingericht en daar werken we nu afwisselend. Nu gaan de kinderen weer twee hele dagen naar school en is er wat meer ritme.’
‘Het is natuurlijk zoeken naar een goede balans. Je hebt steeds het gevoel dat je aan het werk moet zijn en de kinderen hebben ook aandacht nodig. Maar als je op de campus bent is er ook afleiding. Daar loop je naar de koffieautomaat, van gebouw naar gebouw en heb je gesprekken over het beeldscherm. Ik probeer dat in het achterhoofd te houden. Het is verleidelijk om achter de laptop te lunchen, maar het is beter om daar even de tijd voor te nemen. Of ik ga even naar buiten voor een wandelingetje of een rondje hardlopen.’
Heb je nog iets bijzonders meegemaakt tijdens het thuiswerken?
‘Eigenlijk niet, hoor. Misschien dat je ineens heel bewust bent van alle geluiden in huis. Dan zit je te overleggen, en hoor je ineens een ratelend geluid. ‘Oh, dat is natuurlijk de koffiemachine die het reinigingsprogramma draait’. Of de vaatwasser is klaar. Een collega stelde laatst voor om straks op de campus een quiz te organiseren. Het idee: herken je de collega aan de achtergrond bij het videobellen? Welk interieur hoort bij welke collega? Dan heb ik er vast een paar goed.’
En de nabije toekomst, wat zijn je plannen?
‘Ik hoop dat we in de tweede helft van het jaar weer naar de campus kunnen, al is het deels. Die befaamde kantoortuin van marketing en communicatie wil ik nu wel eens zien! In de zomervakantie hadden we drie weken Frankrijk in de planning. Het is nog afwachten of dat door kan gaan. Als dat niet zo is, dan kijken we wat wel kan. We willen er wel even eropuit met z’n allen.’