‘Bij de faculteit EEMCS ligt een plan klaar waar we dit jaar direct mee aan de slag gaan. We onderzoeken onder andere de oprichting van een nieuwe studie. Deze opleiding staat in het teken van AI en data science. Zo’n opleiding kunnen we, als alles meezit, mogelijk al in 2026 aanbieden. Om alle opties te verkennen en onderzoeken, zijn het cruciale maanden tot aankomende zomer.’
‘Het is spannend hoeveel eerstejaars in september binnenstromen’
‘Naast de ambitieuze plannen staan we ook voor uitdagingen. Het behouden van voldoende studenten is daar één van. Het is elk jaar in september spannend hoeveel eerstejaars precies binnenstromen. Daarom besteden we in 2025 nog meer aandacht aan het bereiken van onze doelgroep.’
‘In de eerste week van januari stond bij de faculteit EEMCS geen nieuwjaarstoespraak op het programma, want we hielden twee weken eerder al een kerstbijeenkomst. Ik reflecteerde toen op het afgelopen jaar, maar mijn blik ging zeker ook naar 2025. Daarbij stelde ik mijzelf en aan alle aanwezigen de vraag of we nog steeds de goede dingen doen. Is het huidige onderwijsaanbod en de gekozen vorm nog wel passend bij de maatschappelijke vraag? Zijn de vakken en colleges relevant en goed genoeg of moeten we die eens onder de loep nemen? Zo ja, welke veranderingen in het onderwijs zijn dan nodig? En kunnen we de ondersteuning efficiënter inrichten? Dit jaar zoeken we naar antwoorden op die vragen. We moeten deze vragen durven stellen, we kunnen niet verder op de huidige koers.’
‘We willen AI-specialisaties aanbieden op bachelor- en masterniveau. Dit kan ook betekenen dat we AI als ‘track’ aanbieden binnen een bestaande opleiding. Om ons te onderscheiden van andere universiteiten, brengen we in kaart welke AI-studies al bestaan. Daarna kijken we naar de invulling van vakken die wij kunnen geven. Ook onderzoeken we de impact en toevoeging van de track op onze maatschappij. Als je iets nieuws creëert, gaat het altijd ten koste van iets anders. Dat kan betekenen dat bepaalde keuzevakken verdwijnen.’
‘We merken dat de inhoud van onze technische opleidingen bij aankomende studenten niet altijd even duidelijk is. Zij hebben bijvoorbeeld geen goed beeld van de carrièremogelijkheden na afronding van de opleiding. Daar ligt dus een uitdaging voor ons, om dat beeld meer helder te krijgen.’
‘Bij wiskunde denken velen aan rekensommetjes en ingewikkelde formules. Dat is een misvatting, want een technische student kan in de toekomst van grote waarde zijn in bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Ook speelt wiskunde een belangrijke rol op het gebied van klimaat en energie. Daarom bekijken we aankomend halfjaar bijvoorbeeld welke social media kanalen we versterkt inzetten om nieuwe studenten te informeren en aan te trekken. Op die manier bereiken we sneller en makkelijker onze doelgroep. We hopen dat het zijn vruchten afwerpt en leidt tot een hogere studenteninstroom.’
‘Door de bezuinigingen hangen er donkere wolken boven de UT. Faculteit EEMCS zit financieel nog aan de goede kant, in 2025 verwachten we geen problemen. De bezuinigingen betekenen voor ons dat we minder studentassistenten inzetten en minder reizen naar het buitenland.’
'Inzetten op innovatie blijft belangrijk, ondanks de bezuinigingen'
‘Het jaar 2026 wordt daarentegen een ander verhaal. We bereiden ons daar nu al op voor. Vervangen we bijvoorbeeld iemand die met pensioen gaat of verdelen we de werkzaamheden onderling? Dit zijn kwesties die op tafel liggen en waar we straks een beslissing over moeten nemen. Toch blijft inzetten op innovatie een belangrijk element in ons beleid. Ook in tijden van bezuinigingen.’
‘Ondanks de bezuinigingen liggen er voor de UT volop kansen op universitair niveau. We kunnen een vernieuwingsslag maken richting de buitenwereld. Denk aan meer verbinding met bedrijven en organisaties in de Twentse regio. Er ligt nog genoeg ruimte en die moeten we goed benutten om verder te groeien. De potentie in deze regio is groot, daar kunnen we als UT een belangrijke vormgevende rol in spelen.’
‘Ik ga daarin geografisch gezien nog een stap verder. Het Europese gedachtegoed gaat mij aan het hart. Daarom vind ik dat we studenten niet alleen voor de regionale of landelijk arbeidsmarkt moeten opleiden, maar we moeten ze klaarstomen voor een rol in Europa.’