Wat staat de faculteit EEMCS in 2023 te wachten?
‘De afgelopen jaren hebben vooral laten zien hoe onvoorspelbaar en grillig het kan verlopen, met eerst corona en daarna de oorlog in Oekraïne. In de wetenschap dat we volgens de Chinese jaartelling het jaar van het Konijn ingaan, ben ik benieuwd welke konijnen in 2023 uit de hoge hoed komen. Hoe ik het nu kan overzien is voor EEMCS het jaar van de grote projecten. Er zijn de afgelopen jaren zoveel initiatieven gestart, dat we in zekere zin niet te veel nieuwe dingen moeten doen. Natuurlijk zijn er ambities om nieuwe dingen op te starten, maar we moeten vooral focus zien te houden op de initiatieven waarop al is ingezet.’
Waarop, bijvoorbeeld?
‘Neem bijvoorbeeld het Groeifonds, een aantal grote aanvragen waarin de faculteit betrokken is, is gehonoreerd. En andere projectaanvragen worden ingediend. Het Groeifonds gaat om grote sommen geld, die we goed hun weg moeten laten vinden. Daarnaast hebben we enkele centra waarbij we ontwikkelingen verwachten: het door collega-decaan Bart Koopman genoemde Robotics Centre, het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering in Apeldoorn, onderzoekscentra als TUCCR en BRAINS… En dan vergeet ik nog bijna plannen op het gebied van sportdata: een samenwerkingsovereenkomst die de UT tekende met FC Twente en de plannen met Saxion voor een gezamenlijk sportinnovatiecentrum. Bovendien komt er een nieuwe ronde van de sectorplannen aan en gaan we daardoor groeien in ons personeelsbestand.’
En op het gebied van onderwijs?
‘Life Long Learning gaat zonder meer een rol spelen – we hebben hoogleraar Mariëlle Stoelinga aangesteld als scientific director op dat gebied. De gezamenlijke bacheloropleiding Creative Technology met de Vrije Universiteit gaat van start in september, waarbij het spannend wordt wat we qua instroom kunnen verwachten. De master Robotica gaat ook van start. Bovendien hebben enkele opleidingen groeiambities: Applied Mathematics heeft een nieuwe specialisatie genaamd AI4Health. En Electrical Engineering wil de jaarlijkse instroom verdubbelen naar zo’n tweehonderd studenten.’
Een andere EEMCS-opleiding, Technical Computer Science, voerde afgelopen jaar juist een numerus fixus in omdat de groei niet bijgebeend kon worden…
‘Het is altijd een balans zoeken tussen wat de arbeidsmarkt nodig heeft en de kwaliteit die je kan bieden als opleiding. Als we willen voldoen aan de vraag, dan zouden we jaarlijks meer dan duizend studenten moeten opleiden. Technical Computer Science liep gewoonweg tegen grenzen aan, zowel qua fysieke ruimte als personeel. Een numerus fixus is een paardenmiddel, maar het sorteerde wel effect. In ons geval zagen we hierdoor ook een neveneffect: bij de opleiding Business Information Technology steeg de instroom. De Vrije Universiteit had bijvoorbeeld geen fixus voor hun Computer Science-opleiding en heeft de gevolgen ondervonden.’
Al met al, het gaat EEMCS voor de wind, zo te horen?
‘Veel draait als een tierelier en we kunnen een positief beeld overleggen. Dat is direct een valkuil: als het gemiddeld gezien goed gaat, moet je juist oppassen dat aan de randen niets verloren gaat. Daar moeten we voor waken. Bovendien is het zorgen dat de mensen hun weg weten te vinden een aandachtspunt.’
Vanwaar die zorg?
‘Het is volgens mij vooral een corona-effect, gecombineerd met de groei die we doormaakten. Bovendien zijn we diverser en internationaler geworden. Het is niet voor iedereen meer zo evident hoe de hazen lopen en waar ze de voor hen relevante informatie kunnen vinden. Er lijkt wel degelijk een gat te zitten tussen de mens en het systeem, die we moeten zien te overbruggen. Daar moeten we niet te lichtzinnig over doen en in onze communicatie zo expliciet mogelijk zijn.’