Aarts werkte vanaf 1994 op de UT, met een onderbreking van vier jaar. Marc Uetz, voorzitter van de vakgroep, noemt hem ‘een goede onderzoeker, met publicaties in toptijdschriften’. ‘Maar zijn hart lag bij het wiskundeonderwijs’, vervolgt hij. ‘Hij was een soort superster, vooral bij de studenten. Dat blijkt wel uit de hele rij onderwijsprijzen die hij kreeg.’ Bij informatica werd zelfs een ‘Lex Harry Aarts' ingevoerd; de prijs kon niet langer tweemaal naar dezelfde begunstigde gaan. ‘Op die manier maakten andere docenten ook nog eens kans.’
‘Perfecte kennismaking met wiskunde’
Maartje van de Vrugt, tegenwoordig parttime UT-onderzoeker, was zo’n student. ‘Ik kreeg Harry in 2006 als docent, bij een van mijn eerste colleges. Hij viel meteen op, omdat Harry zo rustig en vriendelijk was. Je had het gevoel: deze man legt de stof zo nodig dertig keer uit, als zijn studenten het maar begrijpen. Harry was voor mij de perfecte kennismaking met de UT en de wiskunde.’
Jan Willem Polderman, oud-opleidingsdirecteur Applied Mathematics, heeft altijd heel fijn met Aarts samengewerkt. ‘Naast het geven van onderwijs, was hij organisatorisch betrokken. Bijvoorbeeld in het onderwijsmanagementteam, waar ik voorzitter van was. Als een actiepunt bij Harry lag, dan wist je: dat komt goed. Het mooie was dat hij niet op eigen houtje bezig ging, maar anderen betrok bij zijn onderwerpen. Alles ging in goed overleg bij hem.’
Aarts verzorgde met oud-rector Ed Brinksma zo’n zes jaar het inleidend college wiskunde voor alle technische opleidingen. ‘Daar kwam hij geweldig tot zijn recht’, zegt Polderman. ‘Met Brinksma vormde hij een ijzersterk duo.’
Chinese schnaps
Maar Aarts werd niet alleen gewaardeerd om zijn vakmanschap en inzet, hij was vooral ook een prettige collega. Uetz herinnert zich een congres, zo’n tien jaar geleden in China. ‘Bij onze partneruniversiteit NPU in Xi’an, konden we vanwege gastvrijheidsetiketten niet onder een behoorlijke hoeveelheid Chinese schnaps uit. Vervolgens zijn we – al tamelijk aangeschoten – op stap gegaan. Ook dat was Harry, iemand die kon genieten van gezelligheid met collega’s en vrienden.’
Voor Polderman is de racefiets een prominente associatie met Aarts. ‘Het is niet voor niets dat hij met de fiets op de rouwkaart staat. Harry was een sterke en sportieve vent, die heel gericht zijn doelen kon kiezen. Zo fietste hij de beruchte La Marmotte, met als eindklim de Alpe d’Huez. Dat deed hij niet zomaar, hij trainde specifiek om die tocht ook goed te kunnen voltooien. Als onderdeel van die training, zo denk ik althans, kwam hij regelmatig met de fiets vanuit de omgeving Nijmegen naar de UT.’
‘Iedereen dacht warm over Harry’
Zijn overlijden is een schrik voor zijn oud-studenten, vertelt Van de Vrugt. ‘In appgroepen ging het rond dat het niet goed met hem ging. Daar zag je hoe warm iedereen over Harry dacht. Zelf wilde ik nog een kaartje sturen, om hem een hart onder de riem te steken. Die heb ik deze week verstuurd, helaas te laat.’
In 2018 kreeg Aarts die ellendige diagnose: kanker. Zijn leidinggevende Uetz sprak met hem. ‘Hij vertelde dat de universiteit en de collega’s ineens ver op afstand stonden. Hij wilde vooral met zijn familie zijn. Begrijpelijk, en het contact was daarom beperkt. Maar als Harry op de UT was, dan spraken we over alles: de ziekte, de behandeling en zijn persoonlijke toestand. Die openheid, daar heb ik veel bewondering voor. Maar ik zal me hem vooral herinneren als die collega op het terras. Gezellig kletsend of relaxed met de handen achter het hoofd gevouwen achter een glaasje bier. En altijd die veelzeggende, maar ook een beetje mysterieuze glimlach van een levensgenieter.’