En dan zijn er nog drie weken over voordat je terug naar Nederland gaat. Ik schreef al eerder dat de tijd hier vliegt, maar ik ga het nog een keer herhalen: de tijd vliegt hier. Dus de laatste weken staan in het teken van optimaal genieten, reizen, en iets met tentamens…
Gezien mijn komende weken in het teken staan van afronding, en dit de een na laatste blog is *sippe Milan-geluiden*, lijkt de tijd rijp voor vraag: wat kunnen we als UT leren van Tohoku University?
Dan komen een aantal punten naar boven. Zonder twijfel staat de werkdruk waar ik het ook in blog 4 over had op één. Ik heb twee vrienden hier die in Nederland studeren, en we zien alle drie op tegen de werklast die we in Nederland weer voorgeschoteld gaan krijgen. In Japan hebben we achterover kunnen leunen, zoveel is me duidelijk. Overigens ben ik daar geen voorstander van. Het effect (op mij) is namelijk dat ik weliswaar veel heb geleerd van deze reis, maar betrekkelijk weinig van die lessen deed ik op in de collegebanken.
Toch roept het een vraag in me op: is het daadwerkelijk nodig om zo’n hoge druk te ervaren om genoeg te leren op de universiteit? Tuurlijk, diamanten worden gevormd onder druk en zonder frictie geen glans. Maar als ik eerlijk ben, ben ik het merendeel van mijn vakinhoudelijke kennis allang weer vergeten, simpelweg omdat werken aan een project, of leren voor één of twee tentamens niet echt inwerkt op het langetermijngeheugen. Klinkt mij nog niet echt glansrijk.
Natuurlijk kun je je dan afvragen of het een probleem is dat je veel kennis niet gelijk paraat hebt. En toegegeven, daar kan ik pas iets zinnigs over zeggen als ik een paar jaar aan het werk ben. Maar voor nu heb ik het idee dat een betere balans ten opzichte van de twee uiterste in het Japanse en Nederlandse systeem meer zou kunnen opleveren (en als ik mijn Finse vrienden mag geloven, kan hier een kern van waarheid in zitten).
Een tweede punt dat ik wil aanhalen, is de focus op herhaling in het Japanse onderwijssysteem. Voor een van mijn vakken was het ‘huiswerk’ om een korte reflectie op elke les te schrijven. Een klusje van vijf, misschien tien minuten werk. Maar dat klusje leverde me op de lange termijn redelijk wat op. Twee van onze colleges in dat vak stonden solitair in het teken van reflecteren. Dat begon met onze reflecties teruglezen, en vervolgens deelden we in groepen wat ons het meest bijbleef. Het effect? Ik herinnerde me daadwerkelijk waar we het in elk college over hadden en ik kon mijn reflecties gebruiken bij het schrijven van m’n eindrapport over mijn beoogde carrière – het was een vak over carrièreontwikkeling.
Sowieso tof dat je voor zo’n vak studiepunten kunt krijgen. En waarom ook niet? Als het doel van de universiteit is om je voor te bereiden op een baan in het professionele onderzoeks- of werkveld, lijkt het me lang zo gek niet om studiepunten aan te bieden voor een vak dat je laat nadenken over jouw beoogde carrière.
Dat gezegd te hebben, ben ik de eerste die erkent dat een reflectierapport per les voor Thermo 2 hem niet gaat worden. Maar bij vakken als Thermo 2, en bij Psychologie net zo goed, lijkt het me hartstikke waardevol om de vak inhoud te herhalen. En ik denk stiekem dat we daar meer op kunnen inzetten dan we nu doen in Nederland.
Tot slot doet Tohoku iets supertofs aan het begin van het semester. De eerste twee weken, kunnen studenten alle electives die ze interesseren volgen, zonder dat we ons ervoor in te hoeven schrijven. Zo kunnen studenten proeven van elk vak dat hen interesseert om vervolgens de keuze te maken met welke vakken ze de rest van het semester (hier een half jaar) verdergaan. Laat ik niet beginnen over de administratieve nachtmerrie die dit zou veroorzaken op de UT, en de mogelijk uitpuilende collegezalen in de eerste weken. Zeker onder de huidige situatie met een torenhoge werkdruk voor het personeel en het gebrek aan collegezalen wat we nu al ondervinden. Maar dit voorbeeld laat wel zien dat het kan en het betekende voor mij dat ik veel meer heb kunnen genieten van dit semester, doordat ik eindigde met de vakken die het meest relevant voor mij waren. Als ik mag dromen, staat deze hoog op mijn lijstje.
Onder de streep blijf ik van mening dat we ons rijk mogen rekenen met het Nederlandse onderwijs. Het niveau van de vakken en de kwaliteit van de colleges is simpelweg hoger in mijn ogen en dit sluit wat mij betreft aan bij het wetenschappelijk onderwijs. Toch mag de noemer ‘wetenschappelijk onderwijs’ geen excuus worden om studielast voor een vierjarig programma in drie jaar te proppen, terwijl ik soms de impressie krijg dat we dit de facto wel doen in het Nederlandse hoger onderwijs, zeker als we in acht nemen dat twee derde van de wo-studenten niet nominaal loopt (CBS, 2021). En zo arriveer ik bij een al eerder getroffen conclusie. Misschien kunnen Tohoku University en de Universiteit Twente nog wat van elkaar en met elkaar leren.