‘Het ijs is redelijk goed. Het klunen is gevaarlijker dan het schaatsen’, vertelt IO-studente Frederiek de Vette. Ze heeft net haar elfde stempel gehaald. Na 5,5 kilometer schaatsen zit het er voor haar op. ‘Het klunen ben ik een beetje zat. Maar ik vond het hartstikke leuk. Zo vaak komt het niet voor dat je rondjes kunt schaatsen op de campus.’
Eervolle vermelding
Zo denkt bedrijfskundestudent Casper van Geffen er ook over. Halverwege heeft hij de meeste rondjes afgelegd. ‘Ik ga zo mijn zestiende stempel halen. Eigenlijk wilde ik een kilometer doen, maar ze zeiden dat als ik de meeste rondjes zou schaatsen ik een eervolle vermelding krijg in het clubblad van De Skeuvel. Daar ga ik voor.’ Hij steekt al klunend de Boerderijweg over, op weg naar het Torentje van Drienerlo waar behalve een koek-en-zopiekraam ook de stempelpost staat.
Omdat de bruggetjes op het kanaaltje erg laag zijn en onder één brug het ijs te zwak is, moeten de ongeveer tachtig deelnemers behoorlijk vaak het ijs af. ‘Het slaat eigenlijk helemaal nergens op. Dit is meer klunen dan schaatsen’, lacht wiskundestudent Abel Hanse. Toen de tocht werd uitgeschreven, stond vast dat hij mee ging doen. ‘Natuurlijk! Dit is gewoon grappig. Het ziet er leuk uit en je kunt achteraf opscheppen dat je de Campusvijvertocht hebt gereden. Dit is mijn tweede rondje, maar ik ga sowieso mijn stempelkaart volmaken (vier ronden). Al begin ik mijn schenen al wel te voelen.’
Spoedcursus schaatsen voor Indiase postdoc
Op vaste grond voor de Vrijhof heeft Rabindra Mahato uit India, postdoc bij NanoElectronics, zijn schaatsen net uitgedaan. Hij stond voor het eerst van zijn leven op het ijs. Een medewerkers van het sportcentrum gaf hem in tien minuten een spoedcursus schaatsen. ‘Ik vond het geweldig. In het begin was het moeilijk, maar ik heb toch een hele ronde gedaan. Ik ga nu ook zelf schaatsen kopen’, vertelt hij enthousiast.
Gebroken schaats
Bedrijfskundestudent Kasper heeft inmiddels averij opgelopen. Zijn klapschaats aan zijn linkervoet is gebroken. ‘Hij zei opeens krak.’ De laatste ronde maakt hij af op één schaats en een voetje op het ijs. ‘Ik ga toch niet opgeven omdat mijn schaats breekt. Als ik deze ronde klaar heb, zit ik op tien kilometer. Mijn voorsprong op de nummer twee is groot genoeg, dus dan stop ik.’